Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Aasted Madsen-van Stiphout (CDA) over vrijetijdsbesteding met het persoonsgebonden budget (2030418870)

1.
Hebt u kennisgenomen van het artikel 'De paden op met vrijetijdsbureau Impresario'?

1.
Ja.

2.
Wat vindt u van een dergelijke inzet van het persoonsgebonden budget?

2.
Het persoonsgebonden budget dient, met uitzondering van het forfaitaire deel, besteed te worden aan de functies waarvoor men geïndiceerd is. Daarbij is 'schuiven' tussen verschillende geïndiceerde functies overigens toegestaan. Wat betreft mijn mening over de inzet van een PGB voor vrijetijdsbesteding wil ik een onderscheid maken tussen de huidige regelgeving krachtens de AWBZ, en mijn ideeën over de toekomstige wijze waarop dit soort zaken geregeld kan worden. De vraag of AWBZ-gelden, al of niet in de vorm van een PGB, besteed kunnen worden aan begeleiding bij vrijetijdsbesteding hangt in de huidige regelgeving af van de vraag of deze inzet in redelijkheid beschouwd kan worden als een concretisering van een van de geïndiceerde functies. In het onderhavige geval komt daarvoor in principe de functie 'ondersteunende begeleiding' in aanmerking. Een van de doelstellingen van deze functie is 'bevordering van de integratie van de verzekerde in de samenleving' (Besluit Zorgaanspraken AWBZ, art. 6). De via Impresario aangeboden activiteiten kunnen zeker deze functie vervullen, waarbij de uiteindelijke beoordeling mede zal afhangen van de kenmerken van het concrete geval. Waar in het ene geval ondersteuning bij vrijetijdsactiviteiten een noodzaak genoemd kan worden om te integreren in de samenleving, kan in een ander geval eerder sprake zijn van een zekere luxe, die niet ten laste van de AWBZ behoort te komen. In het geval van een PGB is toetsing daarvan, achteraf, een zaak van het zorgkantoor dat het budget heeft verstrekt.
Deze vragen zijn overigens in geval van een PGB ten principale niet anders dan bij zorg in natura.

Tot zover de thans van kracht zijnde regelgeving. Voor de langere termijn meen ik, zoals aangegeven in de brief van de Minister van VWS en mij van 23 april 2004, (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 29 538 nr. 1) dat de AWBZ beperkt moet worden tot waar hij oorspronkelijk voor bedoeld was: een verzekering tegen op andere wijze niet verzekerbare risico's. Begeleiding bij vrijetijdsbesteding, hoe belangrijk dat voor iemands maatschappelijke participatie in een concreet geval ook kan zijn, behoort daar niet toe. Het staat voor mij dan ook vast dat de diensten van Impresario in de toekomst niet langer op basis van een PGB AWBZ betaald kunnen worden. De Wet maatschappelijke ondersteuning zal daarvoor echter wél een kader kunnen bieden; als de desbetreffende gemeente dat wenselijk acht, kan zij op basis van de WMO in een dergelijke behoefte voorzien.

De Regeling PGB Nieuwe Stijl wordt op dit moment geëvalueerd; de resultaten zullen onder andere een meer gedetailleerd inzicht moeten opleveren in de besteding van het budget. Ik informeer de Kamer daarover in november.

3.
Wordt Impresario betaald voor haar bemiddeling? Is het Impresario toegestaan winst te maken?

3.

Uit het artikel blijkt dat Impresario inderdaad betaald wordt. De Regeling PGB Nieuwe Stijl verzet zich er niet tegen het PGB te besteden aan activiteiten van een winstmakende organisatie. Het is Impresario, als bemiddelingsbureau, uiteraard toegestaan winst te maken.

4.
Onder welke AWBZ-functie vallen de dagactiviteiten waarvoor Impresario de bemiddeling verzorgt? Wat is de maximale omvang van het PGB waarvoor Impresario de bemiddeling kan verzorgen? Wie ontvangt of heeft recht op het bedrag dat vrijvalt wanneer diegene die de dienst of activiteit aanbiedt het maximum van 700,- per jaar heeft bereikt?

4.
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 2 vallen de activiteiten onder de functie 'ondersteunende begeleiding'. In theorie kan Impresario daarom de bemiddeling verzorgen voor het maximum van deze functie, op basis van de Regeling Persoonsgebonden Budget Nieuwe Stijl. Dit zal zich echter zelden of nooit voordoen. Als een aanbieder van de diensten zijn of haar maximum van 700,- heeft bereikt valt er geen bedrag vrij. Het is dan aan de budgethouder om te bepalen hoe hij het resterende bedrag zal besteden.

5.
Hoe wordt de kwaliteit van de bemiddeling van Impresario getoetst? Welke onafhankelijke stichting gaat de kwaliteit van dagactiviteiten toetsen? Vindt u dit toezicht adequaat? Onder welk kwaliteitsregime valt het concept van Impresario?

5.
Een van de uitgangspunten van het PGB is dat de budgethouder zelf verantwoordelijk is voor het inkopen van kwalitatief verantwoorde zorg. Op instellingen die dagactiviteiten aanbieden is de Kwaliteitswet Zorginstellingen van toepassing. Op instellingen die uitsluitend bemiddelingsactiviteiten aanbieden is geen kwaliteitsregime van toepassing. In de praktijk blijkt echter dat instellingen die zich omschrijven als 'bemiddelingsbureau' ook zelf zorgdiensten aanbieden. Is dat in aanzienlijke mate het geval, dan vallen ze wél onder de Kwaliteitswet Zorginstellingen.

6.
Wat is uw mening over het al eerder door de directeur van Impresario gelanceerde concept van de 'Thomashuizen'? Onder welk wettelijke regime valt dit concept? Hoe is in deze instellingen de kwaliteitszorg gewaarborgd?

6.
In de Thomashuizen wordt aan verstandelijk of meervoudig gehandicapte kinderen zorg geboden, waarbij veelal de ouders van de kinderen nauw betrokken zijn. De zorgondernemers wonen zelf in het huis. De kosten kunnen bestreden worden uit een uitkering die de gehandicapte ontvangt (bijvoorbeeld Wajong), maar ook uit een PGB. Ik meen dat dit een uitstekend concept is, en ik heb over de Thomashuizen nooit klachten vernomen.
Voorzover zorginstellingen in deze huizen zorg leveren, zijn zij onderworpen aan de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Daar de Thomashuizen ook zelf zorg leveren, vallen ook zij onder de werking van deze wet.


---- --