Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
26 augustus 2004 SV/AL/04/61174
nr. 2030420070
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Bussemaker (PvdA) 10 september 2004

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over het invoeren van een dubbele WAO-keuring voor vrouwen met psychische klachten.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Vragen van het lid Bussemaker (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het invoeren van een dubbele WAO-keuring voor vrouwen met psychische klachten. (Ingezonden 25 augustus 2004)

Vraag 1
Klopt het dat werknemers die zich ziek melden met RSI- of psychische klachten in de toekomst een dubbele WAO-keuring zullen ondergaan? 1)

Antwoord 1
Op 27 augustus jl. heb ik de Kamer de evaluatie toegezonden van het UWV-project "intensivering beoordeling arbeidsongeschiktheid". De evaluatie wijst op een positief effect van de intensievere beoordeling: er is een sterke afname van het percentage toekenningen en van het percentage volledig arbeidsongeschikten en er is een verbetering van de kwaliteit en inzichtelijkheid van de beoordelingen. Ik ben nu in afwachting van concrete voorstellen van het UWV voor implementatie van de intensievere beoordeling. Vervolgens zal ik de Kamer voor 1 januari 2005 informeren over mijn conclusies.

Vraag 2
Wat bent u, naast het dubbel keuren, nog meer van plan te gaan doen om mensen met psychische problemen weer aan het werk te helpen?

Antwoord 2
Bij uitval van werknemers met psychische problemen is het essentieel dat er zo vroeg mogelijk in het verzuim begonnen wordt met een actieve behandeling van deze problemen, en dat betrokkenen gestimuleerd worden zo snel mogelijk het werk, eventueel gedeeltelijk, te hervatten. Binnen de arbodiensten is dit een geaccepteerde gedragslijn die steeds vaker wordt toegepast.

Vraag 3
Gaat het hier om een uitputtende lijst of zijn er meer gevallen die voor een dubbele keuring in aanmerking komen? Zo ja, kunt u aangeven in welke gevallen dat zal gebeuren?

Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 1.

Vraag 4
Kunt u de Kamer een voortgangsrapportage sturen waarin wordt aangegeven wat de stand van zaken is rond het plan van aanpak inzake vrouwen in de WAO van oktober 2003? Kunt u daarbij in het bijzonder ingaan op de maatregelen met betrekking tot arbeid en zorg en een actievere aanpak, zoals het voorstel om vrouwen een persoonlijke begeleider te geven?

Vraag 5
Welke maatregelen heeft u inmiddels genomen om het aantal allochtone vrouwen in de WAO te verminderen?

2

Antwoord 4 en 5
In het plan van aanpak Vrouwen en WAO dat ik in oktober 2003 aan de Kamer heb gestuurd, wordt het beleid geschetst om het arbeidsongeschiktheidsrisico van vrouwen te verlagen. Dit richt zich op maatregelen op het vlak van verzuimpreventie- en begeleiding in de bedrijven, de rol van de uitvoeringsorganisatie, de facilitering van de combinatie van arbeid en zorg, psychische klachten en reïntegratie. Voor allochtone vrouwen zijn met name activiteiten in de ziekteperiode en de rol die het UWV daarbij vervult, van belang. Het gaat dan bijvoorbeeld om de beoordeling van de reïntegratieverslagen en een betere begeleiding van zieke uitzendkrachten. Deze activiteiten zijn gaande. Voorts moge ik verwijzen naar het onderzoek naar het ziekteverzuim- en reïntegratiegedrag van allochtone werknemers in de ziekteperiode. In dit onderzoek zal speciale aandacht zijn voor allochtone vrouwen. In 2004 heeft het UWV specifieke contracten afgesloten met reïntegratiebedrijven voor de reïntegratie van allochtonen. De resultaten hiervan zijn door de duur van de trajecten nog niet bekend.
Naar mijn mening zou het op dit moment prematuur zijn een voortgangsrapportage inzake het plan van aanpak Vrouwen en WAO aan de Kamer te doen toekomen, omdat de aangekondigde maatregelen nog onvoldoende tijd hebben gehad om volledig tot resultaat te komen. De instroom van vrouwen in de WAO vertoont een gunstige tendens. Het instroomrisico van vrouwen is weliswaar nog steeds hoger dan van mannen, maar het aandeel vrouwen in de WAO-instroom is aan het dalen. In 2002 was nog 54,5% van de instroom vrouw, in 2003 was dit 51,0% en in het eerste half jaar van 2004 bedroeg het aandeel vrouwen in de WAO-instroom 50,0%.

Vraag 6
Wanneer worden de uitkomsten van de proef in Alkmaar naar de Kamer gezonden?

Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 1.

Vraag 7
Is het verschil aan instroom in de WAO tussen Alkmaar en de rest van Nederland volledig te verklaren door de resultaten van de proef van het dubbel keuren van jonge vrouwen met psychische klachten?

Antwoord 7
In Alkmaar is er intensiever beoordeeld door middel van een dubbele keuring van de doelgroep. Dit leidde tot een verlaging van het aantal toegekende uitkeringen met 26,4 procentpunt ten opzichte van het kwartaal ervoor. In de overige regio's had de intensievere beoordeling de vorm van voorlegging aan de staf verzekeringsarts en staf arbeidsdeskundige. Dit leidde tot een daling van het aantal toekenningen met 6,8 procentpunt. Deze cijfers duiden er op dat een intensievere beoordeling een gunstig effect heeft, waarbij kan worden aangetekend dat de aantallen dubbele keuringen relatief gering waren.

3

Vraag 8
Betekent het voornemen om de klacht - en niet groepen mensen - als uitgangspunt te nemen dat u niet van plan bent allochtonen dubbel te laten keuren?

Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 1.

Vraag 9
Kunt u aangeven hoeveel mankracht het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beschikbaar heeft voor deze dubbele keuring? Hoe verhoudt dit zich tot de lopende reorganisatie en de extra inspanningen die moeten worden geleverd voor de herbeoordeling?

Antwoord 9
Het UWV werkt momenteel concrete voorstellen uit voor verdere implementatie van de intensievere beoordelingen. In overleg met UWV zal ik bezien welke capaciteits-inzet voor de intensievere beoordelingen wenselijk en verantwoord is.


1) de Volkskrant, 23 augustus jl.