Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Spreekpunten voor staatssecretaris Van Geel bij de ingebruikname van twee windturbines in Lelystad op 10 september 2004.

Het afgelopen jaar is er veel negatiefs gezegd en geschreven over windturbines. Veelal ingegeven door de harde kern van het zogeheten 'windmolenverzet'; mensen die windturbines in alle gevallen, hoe dan ook dus, lelijk vinden. Soms twijfelen diezelfde mensen er vervolgens zelfs aan of het wereldklimaat wel echt aan het veranderen is en zien zij dus al helemaal niet in wat het nut is van windturbines om iets aan die veranderingen te doen.

Ik ben dan ook blij dat ik vandaag deze twee indrukwekkende windturbines officieel in gebruik mag laten nemen. Want in Flevoland, en dan met name in Oostelijk Flevoland, gebeurt juist veel positiefs met windenergie. Dit nieuwe project van Manita en Jan Cees Vogelaar is hier een goed voorbeeld van.

De successtory van windenergie in Flevoland wordt dus vervolgd. Dit project toont aan dat het succes niet van tijdelijke aard was. Het is natuurlijk ook geen toeval dat juist in deze provincie op 1 november een feest gevierd zal worden, omdat dan landelijk de eerste1000 MW windenergie wordt bereikt. Minister Brinkhorst van Economische Zaken, gedeputeerde Greiner en ikzelf zullen dat feest hier meevieren.

Ik ben blij met de 'duurzame ambities' in deze regio. Vooral omdat de provincie met de eigen doelstellingen op het gebied van duurzaamheid en klimaatbeleid, zelfs boven het nationaal gemiddelde uitsteekt. Dat soort processen kunnen, zoals wij allemaal weten, ook een stuk moeizamer verlopen, vooral op wereldschaal.

Tegelijkertijd legt de provincie met alle plannen en ambities natuurlijk wel een beleidsmatige basis voor het planologisch toestaan van veel meer windturbines. En dan moeten we wel oppassen dat, door het neerzetten van meer windturbines, het hier en daar in het landschap toch niet een rommeltje wordt. Er zijn op zich goede redenen om windturbines te bouwen, maar dat ontslaat ons natuurlijk niet van de plicht om die windturbines zo goed mogelijk in het landschap in te passen.
Gelukkig is dit op het provinciehuis in Lelystad ook al onderkend. Doorgroeien naar een hogere taakstelling, stelt nieuwe eisen aan windturbines. Ik noem bijvoorbeeld:

· grotere turbines dan vroeger

· historische wildgroei saneren door opschaling
· die grote turbines volgens nieuwe principes in het landschap inpassen; dus niet meer standaard bij bedrijven of in rijtjes langs poldertochten. Windturbines zullen een eigen 'landschaptaal' gaan spreken.
Ik ben benieuwd naar de conclusies van de provincie over het onderzoek dat nu hierover loopt.

Ondertussen zitten investeerders in windenergie gelukkig niet af te wachten, maar gaan door met investeren, zoals hier bij Manita en Jan Cees Vogelaar.
Ook zij hebben voor groot gekozen. Het kan misschien nóg groter, maar dit is een bewezen techniek en dat is natuurlijk ook prettig voor een investeerder.
Maar bovendien hebben zij gekozen voor een project met maatschappelijke meerwaarde, want het is een verbetering van de omgeving hier. Een knap kunstje!

Ik wil jullie hiermee dan ook van harte gelukwensen.

Dank