Universiteit Maastricht

Universiteit Maastricht

Persbericht

9 september 2004

Op de teksten van het persbericht en de oratie rust een embargo tot vrijdag 10 september, 15.30 uur

Betere organisatie van zorg kan jaarlijks duizend sterfgevallen voorkomen

Met de huidige kennis maar met betere organisatie zouden jaarlijks meer dan duizend Nederlanders minder overlijden of hun zelfstandigheid verliezen als gevolg van een beroerte. Concreet betekent dit dat twee à drie verpleeghuizen gesloten kunnen worden. Dat stelt professor Martien Limburg in zijn inaugurele rede die hij op vrijdag 10 september uitspreekt, met de titel 'Weten en doen, willen en kunnen'. Op 1 september 2003 is hij benoemd tot hoogleraar Neurologie aan de Universiteit Maastricht.

Beroerten (oftewel CVA's), meest infarcten (85%), soms hersenbloedingen, komen veel voor (dertigduizend patiënten per jaar), zijn de derde doodsoorzaak in Nederland, zijn kostbaar (vier procent van het totale gezondheidszorgbudget) en leiden vaak tot langdurige invaliditeit. Twee belangrijke ontwikkelingen in de afgelopen tien jaar hebben de behandeling van patiënten met een beroerte sterk verbeterd. Gespecialiseerde zorg op zogenaamde stroke units leidt tot een afname van sterfte en invaliditeit. Als er duizend patiënten op een stroke unit behandeld worden, komen bovenop de normale verwachting zeventig extra patiënten weer thuis. Daarnaast leidt intraveneuze toediening van de stolseloplosser rtPA (trombolyse) ertoe dat meer mensen weer in goeden doen thuis kunnen wonen na de beroerte. Voor elke duizend behandelde patiënten komen er 110 extra weer in goede toestand thuis.

Toch wordt de helft van alle CVA-patienten niet op kwalitatief volledig ingerichte stroke units behandeld. Circa negenhonderd patiënten worden jaarlijks met trombolyse behandeld. Dat zouden er tot tien keer zoveel moeten zijn, onder optimale omstandigheden. Bovendien zou nog veel winst te behalen zijn bij betere behandeling van hoge bloeddruk en cholesterol na een beroerte. Samenvattend zouden we door goede organisatie ('doen wat we weten') wellicht meer dan duizend patiënten weer zorgonafhankelijk kunnen krijgen.

Professor Limburg noemt in zijn rede een aantal verklaringen voor bovengenoemde problematiek. De ziekenhuizen zijn al een heel eind met het inrichten van stroke units, maar nog lang niet overal is het zover. Voor een succesvolle trombolyse moet de patiënt moet binnen twee tot tweeënhalf uur in het ziekenhuis zijn. Dit wordt niet altijd gehaald, onder meer vanwege de aard van de ziekte. De patiënt voelt meestal geen pijn en is daardoor niet doordrongen van de ernst van de situatie en bovendien vormen de uitvalsverschijnselen en spraakproblemen een belemmering voor snel handelen. Daarnaast is de noodzaak tot snel handelen nog bij veel mensen onbekend en leiden organisatorische drempels binnen ziekenhuizen tot vertraging.

Op basis van deze verklaringen draagt professor Limburg ook oplossingen aan. Ten eerste pleit hij voor gespecialiseerde regionale netwerken ('focused factories'), waar men niets anders doet dan acute beroerten behandelen. Ziekenhuizen binnen het netwerk nemen patiënten over wanneer ze in stabiele fase verkeren en zorgen voor verdere revalidatie. Daarnaast dragen voorlichtingscampagnes voor een breed publiek bij aan een snellere behandeling. Ook technische ontwikkeling en onderzoek naar geavanceerde technologieën (zoals endovasculaire technieken) om stolsels weg te halen, of misschien ambulances met CT scans erin leiden tot betere overlevingskansen. Tenslotte ziet professor Limburg een oplossing in prestatie afhankelijke financiering, waarmee men snelle behandeling van veel patiënten stimuleert.

Noot voor de pers:

De tekst van de oratie is in attachment bijgevoegd. NB Op deze tekst rust een embargo tot vrijdag 10 september, 15.30 uur.

Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht bij prof. dr. M. Limburg, tel. 043 3877058 , e-mail M.Limburg@neurologie.azm.nl. De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 3882044. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992, pers@bu.unimaas.nl

De persberichten van de Universiteit Maastricht staan op internet: http://www.pers.unimaas.nl/