Ministerie van Buitenlandse Zaken

Ministerie vanBuitenlandse Zaken Ministerie vanDefensie Postbus 20061 Postbus 20701
2500 EB 's-Gravenhage2500 ES 's-Gravenhage
Telefoon 070-3486486Telefoon 070-3188188Aan:
de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag

Uw brief Uw kenmerk Ons nummer Datum

DVB/CV297-/04 20 augustus 2004

Onderwerp
Nederlandse militaire inzet in Afghanistan en operatie Enduring Freedom

Op 12 augustus jl. bent u per brief (nr. D2004002843) geïnformeerd over een onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheid tijdelijk enkele F-16 gevechtsvliegtuigen en een KDC-10 tankervliegtuig ter beschikking te stellen aan de door de NAVO geleide 'International Security Assistance Force' (ISAF) in Afghanistan, in het kader van de steun aan de komende presidentsverkiezingen op het gebied van veiligheid.

Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek informeren wij u hierbij, op grond van artikel 100 lid 1 van de Grondwet en aan de hand van het Toetsingskader 2001, over het kabinetsbesluit tijdelijk met zes F-16-vliegtuigen en een KDC-10 tankervliegtuig een bijdrage te leveren aan ISAF in het kader van de ondersteuning van de komende presidentsverkiezingen op het gebied van veiligheid. Tevens informeren wij u in hetzelfde kader over het kabinetsbesluit de uitzendtermijn van het detachement Apache-helikopters van ISAF met zes maanden te verlengen tot 31 maart 2005. Daarnaast geven wij een overzicht van de voorbereiding van de ontplooiing van het Provincial Reconstruction Team (PRT) in Pol-e Khomri in de provincie Baghlan.

Verder informeren wij u over het kabinetsbesluit voor een periode van drie maanden een fregat ter beschikking te stellen voor de operatie Enduring Freedom in de regio rond het Arabisch schiereiland.

Kern van het besluit

Afghanistan heeft de hulp van de internationale gemeenschap nodig bij de ontwikkeling naar een stabiele en veilige samenleving. De komende presidentsverkiezingen van 9 oktober a.s. vormen een belangrijke mijlpaal in deze ontwikkeling. Nederland leverde en levert grote financiële en militaire bijdragen aan de toekomst van Afghanistan en wil dat blijven doen.

In het kader van de ondersteuning van de verkiezingen zal Nederland tijdelijk aan ISAF een beveiligingsdetachement beschikbaar stellen voor de provincies Kunduz, Baghlan en Takhar.-

Zoals gemeld tijdens het Algemeen Overleg van 5 juli jl., zal Nederland het Duitse PRT in Kunduz in de aanloop naar en tijdens de verkiezingsperiode met een extra eenheid lichte infanterie ondersteunen. Deze eenheid staat onder de directe leiding van de Duitse PRT-commandant in Kunduz die namens ISAF verantwoordelijk is voor de verkiezingsondersteuning in de noordoostelijke provincies.

Met de tijdelijke inzet van F-16 jachtvliegtuigen en een KDC-10 tankervliegtuig draagt Nederland bij aan de veiligheid van de ISAF-militairen, onder wie de Nederlandse militairen van het PRT in Baghlan en het beveiligingsdetachement, die de Afghaanse autoriteiten ondersteunen op veiligheidsgebied in de aanloop naar en tijdens de komende presidentsverkiezingen in Afghanistan. Met het beschikbaar stellen van deze vliegtuigen vervult Nederland een essentieel deel van de nog resterende substantiële behoefte van de NAVO voor de ondersteuning van deze verkiezingen.

De vliegtuigen en het daarbij behorende detachement van 170 tot 210 militairen zullen vanaf medio september voor een periode van acht weken worden gestationeerd in Kirgizië. Mocht bij de verkiezingen een tweede ronde noodzakelijk zijn, dan zal de uitzendperiode met enkele weken worden verlengd. Gezien de korte voorbereidingstijd van deze uitzending heeft de regering spoed betracht bij het nemen van een besluit, zonder dat dit afbreuk heeft gedaan aan de grondigheid van de voorbereiding.

De inzet van de Apache-gevechtshelikopters voor ISAF in Kabul is zeer succesvol. De helikopters leveren vooral met hun goede waarnemingsmogelijkheden en hun grote flexibiliteit een belangrijke bijdrage aan het militaire vermogen van ISAF. Verder kunnen deze helikopters het Nederlandse PRT in Baghlan ondersteunen gedurende de inzetperiode, die met zes maanden zal worden verlengd tot 31 maart 2005. Door de inzet van de Apache-inzet in Irak en de verlengde inzet in Afghanistan zijn geen Nederlandse gevechtshelikopters beschikbaar voor de Nato Response Force in het eerste half jaar van 2005 (NRF-4).

Met de inzet van een fregat in de regio rond het Arabisch schiereiland zal voor een periode van drie maanden worden bijgedragen aan de maritieme capaciteiten van de operatie Enduring Freedom. Over de details van de inzet zullen met de VS afspraken worden gemaakt. Het fregat is beschikbaar voor waarnemings- en inlichtingenvergaringstaken alsmede escorte- en beveiligingstaken. Verder zal de commandant van het fregat 'boardings' kunnen uitvoeren indien de gezagvoerder van het te onderzoeken schip zich daar niet tegen verzet. Deze taken zijn vergelijkbaar met die van de vorige uitzendingen van fregatten voor de operatie Enduring Freedom.

Gronden voor deelneming

Na de aanslagen van 11 september 2001 heeft de internationale gemeenschap besloten dat Afghanistan nooit meer een vrijplaats mag vormen voor terroristische netwerken. Met de operatie Enduring Freedom, die leidde tot de val van het Taliban-regime, en het Bonn-proces van eind 2001 kreeg Afghanistan weer perspectief op een betere toekomst.

Ook al is sinds eind 2001 in Afghanistan flinke vooruitgang geboekt, het land kampt nog steeds met grote problemen, waaronder het gebrek aan veiligheid. Zoals bekend heeft de Afghaanse regering bij monde van president Karzai de NAVO bij meerdere gelegenheden opgeroepen tot de inzet van additionele buitenlandse militairen in Afghanistan, in het bijzonder in de aanloop naar en tijdens de verkiezingen. Ook de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN) heeft de NAVO meermalen opgeroepen tot de inzet van militaire middelen ter ondersteuning van het proces van stabilisering van Afghanistan. De laatste oproep van de SGVN is van recente datum, 22 juli jl., waarbij hij uitdrukkelijk heeft verzocht om de inzet van extra militaire middelen voor de ondersteuning van de verkiezingen.

Nederland heeft vanaf het begin van de wederopbouw bijdragen geleverd aan de inspanningen van de internationale gemeenschap voor een betere toekomst voor Afghanistan. Dat gebeurde op een geïntegreerde wijze: op militair gebied door deelneming aan de operatie Enduring Freedom en aan ISAF, en op politiek en financieel gebied met bijdragen aan de wederopbouw en de humanitaire hulpverlening.

Op militair gebied heeft Nederland onder meer met een versterkte infanteriecompagnie aan ISAF bijgedragen in de periode januari 2002 ­ augustus 2003. Van februari tot augustus 2003 had Nederland samen met Duitsland de leiding over ISAF. Sinds 31 maart jl. maakt een Apache-helikopterdetachement deel uit van ISAF, terwijl spoedig zal worden aangevangen met de opbouw van het Nederlandse PRT in de provincie Baghlan.-

Aan de operatie Enduring Freedom heeft Nederland in verschillende periodes bijgedragen met fregatten, een onderzeeboot, F-16 gevechtsvliegtuigen, een KDC-10 tankervliegtuig, een C-130 transportvliegtuig en een maritiem patrouillevliegtuig.-

Over de Nederlandse bijdragen aan ISAF en de operatie Enduring Freedom tot en met 2003 bent u op 12 juli jl. geïnformeerd door toezending van de desbetreffende evaluaties (Kamerstuk 27 925 nr. 135). Met de brieven van 30 januari jl. (27 925 nr. 109) en 16 april jl. (27 925 nr. 127) bent u geïnformeerd over de inzet van de Apache-helikopters voor ISAF, en met de brief van 28 juni jl. (27 925 nr. 133) over het door Nederland te leiden PRT in Baghlan.

Politieke ontwikkelingen-
De laatste twee jaar is voortgang geboekt bij de tenuitvoerlegging van het akkoord van Bonn. Er is een basis gelegd voor de wederopbouw en verdere ontwikkeling van Afghanistan. Belangrijke mijlpalen, zoals het aantreden van het interim-bewind, de Loya Jirga en de Constitutionele Loya Jirga, zijn inmiddels bereikt. Afgezet tegen de achtergrond van het verleden van Afghanistan blijft de regering de ontwikkeling van het democratiseringsproces positief waarderen.

In recente gedachtewisselingen inzake Afghanistan (zie onder meer Kamerstukken 27 925 nr. 133, 27 925 nr. 134 en 27 925 nr. 139) is uitgebreid stilgestaan bij de politieke ontwikkelingen in het land.Het tijdens het Algemeen Overleg van 5 juli jl. geschetste algemene beeld is de afgelopen twee maanden nauwelijks gewijzigd. In deze brief zal de meeste aandacht uitgaan naar de verkiezingen, de volgende mijlpaal in het Bonn-proces.

Verkiezingen-
Zoals bekend moesten de verkiezingen, die aanvankelijk waren voorzien voor juni van dit jaar, worden uitgesteld. Op 9 juli jl. maakte de 'Joint Electoral Management Body' (JEMB) bekend dat de presidentsverkiezingen op 9 oktober a.s. zullen worden gehouden, en de parlementsverkiezingen (voor het lagerhuis) in het voorjaar van 2005. Aan dit uitstel van de verkiezingen lag een aantal redenen ten grondslag. Allereerst was er een gebrek aan tijd voor de registratie van de verwachte 3000 parlementskandidaten. Daarnaast waren er politieke redenen voor het uitstel van de parlementsverkiezingen. De nieuwe politieke partijen kunnen zich met de langere voorbereidingstijd verder ontwikkelen en beter campagne voeren. Voorts kunnen door het nu voorziene tijdpad het lagerhuis (Wolesi Jirga) en het hogerhuis (Meshrano Jirga) wellicht gelijktijdig worden verkozen. Ondanks aanvankelijke kritiek van in het bijzonder de leiders van het verzet tegen de Sovjet-bezetting, de zogenaamde jihadi, waren de reacties van de Afghaanse leiders en politieke partijen op het besluit tot uitstel overwegend positief.

Eind juli jl. maakte president Karzai bekend dat hij zich verkiesbaar stelde als president. Als zijn kandidaten voor het vice-presidentschap presenteerde hij Ahmed Zia Massoud, een etnische Tadzjiek en broer van de vermoorde Noordelijke Alliantie-leider Ahmed Shah Massoud, en Karim Khalili, een Hazara en thans reeds vice-president. De huidige vice-president en minister van Defensie, Fahim Khan, werd hiermee gepasseerd. De internationale gemeenschap heeft positief gereageerd op deze beslissing. De vrees dat deze keuze van president Karzai zou leiden tot gewapend verzet van de aanhangers van Fahim Khan, werd niet bewaarheid.

Op 10 augustus jl. publiceerde de JEMB de definitieve lijst van presidentskandidaten. De belangrijkste tegenstander van Karzai is Yunus Qanooni, een etnische Tadzjiek die gesteund wordt door onder meer Fahim Khan en door de huidige minister van Buitenlandse Zaken, Abdullah Abdullah. Andere belangrijke kandidaten zijn onder meer de etnisch Oezbeeks-Tadzjiekse professor Sirat, de Pashtun Gailani, de Hazara Mohaqeq en de etnische Oezbeek Abdul Rashid Dostum. Indien geen van de kandidaten in de eerste verkiezingsronde een absolute meerderheid behaalt, volgt waarschijnlijk eind november a.s. een tweede ronde- . Er zijn achttien kandidaten toegelaten. Vijf kandidaten zijn geweigerd omdat zij niet aan de gestelde criteria voldeden.

De registratie van kiezers is inmiddels vrijwel afgerond. Medio augustus waren ongeveer 9,9 miljoen kiezers geregistreerd, van wie ongeveer 42 procent vrouwen. Schattingen van het aantal kiesgerechtigden liepen uiteen van 9,8 miljoen tot 10,5 miljoen. Het zeer hoge aantal geregistreerde kiezers duidt erop dat, naast een grote belangstelling voor de verkiezingen, er mogelijk dubbele registraties hebben plaatsgevonden en dat wellicht ook niet-kiesgerechtigde jongeren zijn geregistreerd. Niettemin moet de kiezersregistratie als een groot succes worden beschouwd. Op de verkiezingsdag zal met behulp van onuitwisbare inkt zoveel mogelijk worden voorkomen dat kiezers meer dan één keer hun stem uitbrengen.

Regionaal bestaan evenwel aanzienlijke verschillen in aantallen geregistreerde kiezers. Zo is in de zuidoostelijke provincie Zabul nog geen 15 procent van de geschatte kiezers geregistreerd. Ook zijn er meldingen van intimidatie, vooral in de westelijke provincie Herat. In het gehele land zijn meldingen van gewelddadige incidenten bij de kiezersregistratie.

De registratie van kiezers is op 15 augustus jl. in de meeste delen van het land beëindigd. In de zuidelijke regio's echter, waar de kiezersregistratie achterloopt, zal deze worden voortgezet. Wat betreft 'out-of-country voting'- zullen registratie en verkiezingen gelijktijdig plaatsvinden.

Het is uitermate belangrijk dat wordt voorzien in voldoende veiligheid in de aanloopperiode naar de verkiezingen en tijdens de verkiezingen zelf. In het gehele land zullen in totaal vijfentwintigduizend stemlokalen worden opgezet. De beveiliging is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de Afghanen zelf. De internationale militaire presenties in Afghanistan, operatie Enduring Freedom en ISAF, ondersteunen de Afghaanse autoriteiten hierbij. De afgelopen maanden pleegden Taliban en andere verzetsgroepen regelmatig aanslagen op verkiezingsmedewerkers, soms met dodelijke slachtoffers. In de aanloop naar de presidentsverkiezingen worden meer aanslagen verwacht.

In het noorden, het noordoosten en het centrum is sprake van een geleidelijke opkomst van een meer pluralistisch politiek stelsel. In Kabul, maar ook in de oostelijke provincies Khost en Nangarhar kunnen media en politieke partijen relatief ongehinderd opereren. Uit een recent onderzoek naar de naleving van politieke rechten van de United Nations Assistance Mission in Afghanistan (UNAMA) en de Afghan Independent Human Rights Commission (AIHRC) blijkt dat politieke pluriformiteit en mediavrijheid over het algemeen zijn toegenomen. Wel blijkt een grote mate van terughoudendheid onder de nieuwe politieke actoren om volledig gebruik te maken van de vrijheden die worden geboden door de nieuwe Afghaanse Grondwet. Daarnaast bestaat in het bijzonder in de rurale gebieden gebrek aan kennis van het verkiezingsproces. Dit wordt mede veroorzaakt door de invloed van lokale machthebbers op de media.

Momenteel staan bij het ministerie van Justitie dertig politieke partijen geregistreerd. De laatste tijd zijn ook enkele jihadi-partijen geregistreerd. Ten minste twee van hen hebben een document getekend waarin zij verklaren geen banden met militaire vleugels te zullen onderhouden. De 'National Unity Movement' (de monarchistische partij) en drie andere partijen hebben hun steun voor Karzai als presidentskandidaat uitgesproken.

Alles afwegende is de regering van mening dat bovenstaande ontwikkelingen vertrouwen geven dat in Afghanistan gaandeweg het draagvlak groter wordt voor een proces van democratisering.

Veiligheidssituatie

De veiligheidssituatie in Afghanistan blijft onzeker en gespannen. De belangrijkste destabiliserende factor blijven de 'Opposing Militant Forces' (OMF), waartoe worden gerekend de Taliban, Al Qa'ida en de Hezb-i Islami Gulbuddin (HiG). Ondanks de voortdurende strijd tegen de OMF in het kader van de operatie Enduring Freedom blijven deze actief in vooral het zuiden, zuidoosten en oosten van het land. In Kabul en het noorden van Afghanistan worden de OMF niet in staat geacht doeltreffend grootschalig op te treden.

Na de OMF vormen de rivaliserende lokale en regionale machthebbers, ook wel aangeduid als 'krijgsheren', de grootste bron van instabiliteit. Van tijd tot tijd breken tussen deze machthebbers gewapende conflicten uit. De afgelopen periode zijn er in de provincies Balkh, Faryab, Ghor en Herat gewelddadige confrontaties geweest. De rivaliteit tussen deze krijgsheren houdt verband met de landelijke politiek, maar heeft ook vaak te maken met het bewaken van de eigen lokale invloedssfeer. Het DDR-programma (Disarmament, demobilisation, reintegration; ontwapening, demobilisatie, reïntegratie) vormt door de uitholling van hun militaire machtspositie een bedreiging voor de lokale en regionale machthebbers.

Naast conflicten tussen machthebbers zorgen ook de activiteiten van hun milities in het eigen machtsgebied voor instabiliteit en onveiligheid. De bevolking heeft veel te lijden van wetteloosheid en criminaliteit. Dit wordt verergerd door de toenemende productie van en handel in drugs. Ook etnische tegenstellingen kunnen zorgen voor conflicten.

Door de naderende verkiezingen nemen de veiligheidsrisico's in Afghanistan toe. De OMF lijken zich tot doel te hebben gesteld de verkiezingen zoveel mogelijk te verstoren. Daarnaast trachten lokale en regionale machthebbers tijdens het verkiezingsproces, in ruil voor steun aan een van de presidentskandidaten, toezeggingen te krijgen over machtsposities of regeringsfuncties na de verkiezingen. Mochten zij in de aanloop naar de verkiezingen of daarna in deze verwachtingen worden teleurgesteld, dan kan dat zorgen voor een verslechtering van de veiligheidssituatie.

Ter verbetering van de veiligheidssituatie tijdens de verkiezingen heeft de NAVO besloten extra eenheden en middelen aan ISAF ter beschikking te stellen. De Afghaanse regering kan een beroep doen op het nog steeds in omvang toenemende nieuwe regeringsleger (ANA). Voor noodgevallen zijn of worden er sluitende afspraken gemaakt op grond waarvan de Nederlandse eenheden hulp kunnen krijgen van ISAF of de operatie Enduring Freedom. U bent hierover onder meer geïnformeerd tijdens het Algemeen Overleg van 5 juli jl..

Disarmament, demobilisation, reintegration (DDR)

Vooralsnog is onvoldoende voortgang geboekt in het proces van DDR. De tijdens de Afghanistan-conferentie in Berlijn van 31 maart en 1 april jl. gemaakte afspraak om voorafgaand aan de (destijds in juni geplande) verkiezingen veertig procent van de ongeveer 100.000 Afghan Military Forces (AMF) het DDR-proces te laten ondergaan, is niet nagekomen. Overigens ligt de feitelijke sterkte van de AMF wellicht eerder rond de 60.000.

Op 31 juli jl. waren onder het DDR-proef- en hoofdprogramma 12.245 officieren en soldaten van de AMF ontwapend; 9.430 van deze militairen zijn betrokken bij het reïntegratietraject. Bij het DDR-hoofdprogramma zijn tussen 17 mei en 16 juli jl. meer dan 45 militaire eenheden uit Kunduz, Kandahar, Herat, Kabul, Gardez, Mazar-e Sharif, Bamyan en Jalalabad betrokken geweest. Hiervan zijn acht eenheden opgeheven.

Tijdens een bijeenkomst op 11 juli jl. hebben vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap en het door de VN geleide 'Afghanistan New Beginnings Programme' (ANBP) tegenover president Karzai en minister van Defensie Fahim hun bezorgdheid uitgesproken over het gebrek aan vooruitgang van de DDR en dringend om maatregelen verzocht. Op 14 juli jl. heeft Karzai een decreet uitgevaardigd waarin hij tegenwerking van het DDR-proces strafbaar stelt. Bovendien heeft hij bij dit decreet het in stand houden van en rekruteren voor privé-milities verboden. Soldaten die onder het DDR-proces zijn ontwapend, is het verboden zich bij zulke eenheden aan te sluiten.

Humanitaire situatie en wederopbouw

Humanitaire situatie

Ook al is er geleidelijk aan sprake van een overgang van humanitaire hulpverlening naar wederopbouw, toch blijven de humanitaire noden groot. Nederland heeft daarom voor de periode 2004 tot en met 2006 een bedrag van ongeveer 15 miljoen euro begroot voor humanitaire hulpverlening in Afghanistan.

Tussen december 2001 en mei 2004 keerden meer dan 3,6 miljoen vluchtelingen en ontheemden terug naar hun oorspronkelijke woonplaatsen in Afghanistan. Eén van de grootste humanitaire uitdagingen in 2004 is het terugkeer- en reïntegratieproces van Afghaanse vluchtelingen uit Iran en Pakistan. De VN Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen (UNHCR) voorziet dit jaar een terugkeer van 500.000 vluchtelingen uit Pakistan, 100.000 meer dan aanvankelijk gedacht. Vanwege het belang dat Nederland hecht aan eerdergenoemd proces worden de beschikbare middelen grotendeels ingezet ter ondersteuning van terugkeerprogramma's.

Wederopbouw
Het wederopbouwproces ondervindt aanzienlijke hinder van de onveiligheid. Deze heeft diverse oorzaken: wanbestuur, aanslagen door de OMF, onderlinge conflicten tussen lokale of regionale machthebbers, banditisme en aan drugs gerelateerde criminaliteit.

De veiligheidssituatie in relatie tot hulpverlening en wederopbouw is vooral de laatste drie maanden verslechterd. Zo is het aantal aanslagen op humanitaire hulpverleners en wederopbouwwerkers toegenomen. Het zuiden en zuidoosten van Afghanistan - in het bijzonder de grensgebieden met Pakistan - zijn voor internationale NGO's en de VN grotendeels ontoegankelijk gebied geworden. Recente aanslagen laten echter zien dat de onveiligheid niet tot deze gebieden beperkt blijft. Zo kwamen begin juni jl. vijf medewerkers van Artsen zonder Grenzen Nederland om het leven bij een aanslag in de noordwestelijke provincie Badghis. Mede naar aanleiding van de verslechterde veiligheidssituatie en de gebrekkige uitvoering door de autoriteiten van het gerechtelijk onderzoek naar deze aanslag, heeft Artsen zonder Grenzen besloten zich geheel uit Afghanistan terug te trekken. Ook andere internationale organisaties hebben hun internationale medewerkers teruggeroepen naar Kabul en hun humanitaire hulpactiviteiten in Afghanistan tot nader order stopgezet. Recentelijk is de NAVO door 54 NGO's opgeroepen meer te doen om de veiligheidsituatie te verbeteren.

Nederland, dat Afghanistan heeft opgenomen in de lijst van partnerlanden, is een van de grootste donoren aan Afghanistan. Van 2001 tot en met 2003 heeft Afghanistan ongeveer 165 miljoen euro aan Nederlandse steun ontvangen. Daarnaast heeft de regering tijdens de Berlijn-conferentie van 31 maart en 1 april jl. nog eens 100 miljoen euro toegezegd voor een periode van drie jaar.

Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF)

Het ARTF werd na de Tokio Wederopbouw Conferentie voor Afghanistan (21/22 januari 2002) opgezet. Het fonds is bedoeld als een integraal financieringsinstrument voor de gecoördineerde wederopbouw van Afghanistan en is gekoppeld aan de Afghaanse begroting. De looptijd van het fonds is vier jaar. Nederland heeft toegezegd in totaal 75 miljoen euro bij te dragen, d.w.z. 25 miljoen euro per jaar. Voor 2004 is dit opgehoogd met 10 miljoen euro naar 35 miljoen euro voor 2004.

Economische ontwikkeling
De prognoses voor economische groei in Afghanistan blijven positief. De Asian Development Bank voorspelt tot 2008 een groei van 15% per jaar. Deze groei vindt voornamelijk plaats in de landbouw, constructie- en dienstensector. Voorwaarden voor continuering van een dergelijke groei zijn blijvende donorbijdragen en een verbetering van de veiligheidssituatie.

De NAVO en de steun aan de verkiezingen

Tijdens de NAVO-top in Istanbul van 28 en 29 juni jl. heeft de Afghaanse president Karzai een klemmend beroep gedaan op de NAVO-lidstaten, zijn land in het bijzonder voor en tijdens de verkiezingen te steunen met extra militaire middelen. Op 22 juli jl. heeft ook de SGVN de NAVO dringend verzocht meer steun te verlenen aan de verkiezingen. Zoals gezegd ligt de eerste verantwoordelijkheid voor het houden van deze verkiezingen bij de Afghaanse autoriteiten, die hierbij nauw samenwerken met de VN-missie UNAMA.

De NAVO heeft tijdens de top in Istanbul onomwonden steun toegezegd aan Afghanistan, en beloofd de benodigde middelen ter beschikking te stellen. Tijdens de top werd door alle deelnemende staatshoofden en regeringsleiders opgemerkt dat Afghanistan een lakmoesproef vormt voor de geloofwaardigheid van het Bondgenootschap en dat de NAVO zich niet kan veroorloven hier te falen.

Op 23 juli jl. heeft de Noord-Atlantische Raad de ISAF-behoefte aan extra eenheden en middelen voor de steun aan de verkiezingen vastgesteld. In het grootste deel van de behoefte, in het bijzonder die aan grondeenheden, is inmiddels voorzien. Het gaat hierbij om een Spaans infanteriebataljon als snelle reactiemacht, gestationeerd in Mazar-e Sharif, en een Italiaans infanteriebataljon als operationele reserve gestationeerd in Kabul. Het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland, de landen die de leiding hebben over de PRT's van ISAF, zullen zelf of met behulp van andere landen deze PRT's tijdelijk versterken. Later in deze brief zal nader worden ingegaan op de additionele bijdrage van Nederland bij het versterken van de PRT's.

Een belangrijke substantiële ISAF-behoefte waarin nog niet is voorzien, betreft enkele gevechtsvliegtuigen en - afhankelijk van waar deze gevechtsvliegtuigen worden gestationeerd - een of meer tankervliegtuigen.

F-16 gevechtsvliegtuigen en het KDC-10 tankervliegtuig.

De regering heeft besloten een essentieel deel van de resterende substantiële NAVO-behoefte voor steun aan de Afghaanse verkiezingen te vervullen met het beschikbaar stellen van zes F-16 gevechtsvliegtuigen van de vliegbasis Volkel en een KDC-10 tankervliegtuig. De inzet van zes toestellen is voldoende om de door de NAVO gevraagde mate van steun te kunnen verlenen.

De uitzending is in beginsel voor een periode van acht weken vanaf medio september. Mocht na de eerste ronde van de presidentsverkiezingen een tweede ronde nodig zijn, dan zal de uitzendperiode met enkele weken worden verlengd.

Met het beschikbaar stellen van deze vliegtuigen geeft Nederland invulling aan een belangrijke NAVO-behoefte. Tevens wordt voldaan aan algemene verzoeken van de Afghaanse overgangsregering en van de SGVN. De troepen van ISAF, waaronder die van de PRT's in het noorden van Afghanistan zoals het Nederlandse PRT, kunnen met de F-16 gevechtsvliegtuigen rekenen op de periodieke dominante aanwezigheid van een krachtig wapensysteem.

Locatie

Onderzoek heeft uitgewezen dat in de regio rond Afghanistan alleen het vliegveld van Manas in Kirgizië in aanmerking komt voor de stationering van de Nederlandse vliegtuigen. In Afghanistan zelf zijn geen geschikte vliegvelden beschikbaar. De Koninklijke luchtmacht heeft in de periode oktober 2002 tot oktober 2003 vanuit Manas geopereerd met F-16 gevechtsvliegtuigen in het kader van de operatie Enduring Freedom. De ervaringen met Manas zijn positief.

Op dit moment zijn op Manas Amerikaanse eenheden van de operatie Enduring Freedom gestationeerd. Van Amerikaanse zijde is toegezegd dat de Koninklijke luchtmacht van de Amerikaanse faciliteiten gebruik mag maken.

Militaire opdracht en taakstelling

De militaire opdracht van ISAF is in hoofdzaak het assisteren van de Afghaanse overgangsregering bij het bevorderen van de veiligheid en stabiliteit en het uitbreiden van haar gezag. Het ondersteunen van de verkiezingen op het gebied van veiligheid maakt daar deel van uit.

De taakstelling van de F-16 gevechtsvliegtuigen is tweeledig. In de eerste plaats worden de gevechtsvliegtuigen ingezet voor het tonen van een dominante aanwezigheid ('show of force'). Daarnaast kunnen de gevechtsvliegtuigen, op bevel van de commandant van ISAF, worden ingezet voor directe steun aan grondeenheden ('close air support'). Dit kan alleen gebeuren op aanwijzing van een 'Forward Air Controller' van ISAF op de grond. Hieruit volgt dat de directe steun uitsluitend kan plaatsvinden door tussenkomst van ISAF-grondtroepen, ook als de directe steun wordt verleend aan Afghaanse veiligheidsdiensten.

Op grond van de afspraken over wederzijdse steunverlening tussen ISAF en de operatie Enduring Freedom, kunnen de F-16 gevechtsvliegtuigen ook worden ingezet voor steunverlening aan troepen van Enduring Freedom die in nood verkeren ('in extremis'). Dit is ook bij de Apache-helikopters het geval. ISAF-troepen kunnen uiteraard in soortgelijke gevallen ook rekenen op de steun van de operatie Enduring Freedom, bijvoorbeeld bij extractie. Net als bij de Apache-helikopters zullen de F-16 gevechtsvliegtuigen niet worden ingezet voor geplande operaties van Enduring Freedom. Wel zal het KDC-10 tankervliegtuig beschikbaar zijn voor het bijtanken van coalitievliegtuigen van de operatie Enduring Freedom.

Geweldsinstructie

De geweldsinstructie ('Rules of Engagement', ROE) van ISAF is gebaseerd op hoofdstuk VII van het VN-handvest en is voldoende robuust. Voor de inzet van de Nederlandse gevechtsvliegtuigen zijn verder nationale richtlijnen ('targetting guidelines') van kracht die zijn afgeleid van het oorlogsrecht en de Conventies van Genève.

De hoogste Nederlandse vertegenwoordiger op het ISAF-hoofdkwartier in Kabul zal er in zijn hoedanigheid van 'Red Card Holder'op toezien dat de inzetbevelen van ISAF in overeenstemming zijn met de Nederlandse richtlijnen, en zo nodig goedkeuring voor inzet weigeren. De uiteindelijke beslissing voor de inzet van wapens ligt bij de vlieger, die moet vaststellen of het toegewezen doel het juiste is en of het doel legitiem is. Bij twijfel zal de vlieger geen wapens inzetten.

De hier geschetste procedure komt overeen met de procedure die van kracht was tijdens de F-16 inzet voor de operatie Enduring Freedom. De Nederlandse 'Red Card Holder' heeft toestemming zelf een besluit te nemen de gevraagde inzet goed te keuren, omdat voor overleg met de chef Defensiestaf in Den Haag geen tijd is.

Geschiktheid en beschikbaarheid

Nederland beschikt over geschikte gevechtsvliegtuigen om de gevraagde steun aan de verkiezingen te kunnen leveren. Verder is Nederland in staat een KDC-10 tankervliegtuig ter beschikking te stellen. Het uit te zenden detachement zal, afhankelijk van de steun die de VS op Manas kunnen verlenen, tussen de 170 en 210 militairen tellen.

Dit tankervliegtuig alleen is niet geheel toereikend om de totale behoefte aan tankercapaciteit te vervullen. Het vervullen van de resterende behoefte is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de NAVO. Met de VS worden de mogelijkheden verkend voor het gebruik maken van tankercapaciteit van de operatie Enduring Freedom.

Samenwerking met andere landen

Tijdens de inzet met F-16 gevechtsvliegtuigen voor de operatie Enduring Freedom heeft Nederland samengewerkt met Noorwegen en Denemarken. Tot op heden heeft echter geen ander land gereageerd op de door de NAVO gestelde behoefte aan gevechtsvliegtuigen. Gezien de geringe omvang van het detachement is samenwerking met andere landen om operationele redenen niet strikt noodzakelijk. Daarnaast moet bij het streven naar samenwerking worden opgemerkt dat de voorbereidingstijd van deze uitzending zeer kort is.

Medische risico's

Op de basis in Manas zijn geen bijzondere medische risico's. Er zijn voldoende Amerikaanse medische faciliteiten aanwezig.

Juridische aspecten

Kirgizië en Nederland hebben in het kader van de F-16 uitzending voor Enduring Freedom een overeenkomst gesloten waarin de juridische aspecten zijn geregeld. Deze overeenkomst is nog steeds geldig en behoeft niet te worden aangepast.

Apache-helikopters-
Op 30 januari jl. heeft de regering op verzoek van de toenmalige Secretaris-Generaal van de NAVO, Lord Robertson, besloten voor een periode van zes maanden met vier Apache-helikopters bij te dragen aan ISAF. Tevens maken twee extra toestellen als operationele en technische reserve deel uit van het detachement. Het Apache-detachement is op 31 maart jl. overgedragen aan de NAVO ('Transfer of Authority'). Hieruit volgt dat de uitzendperiode van zes maanden zal eindigen op 30 september a.s..

Taken

De taken voor de Apache-helikopters zijn de volgende:


- het optreden als snelle reactiemacht;


- het geven van luchtsteun aan grondeenheden;


- het desgevraagd uitvoeren van artilleriegeleiding vanuit de lucht;


- dominante presentie in het inzetgebied ('show of force');


- het uitvoeren van luchtverkenningen;


- het uitvoeren van escortetaken, en


- het beveiligen van grondkonvooien of transporthelikopters.

Ervaringen

De ervaringen met de Apache-helikopters zijn zeer positief. Het Nederlandse detachement krijgt van de ISAF-leiding, maar ook van de troepen op de grond veel waardering. Met hun sensorsystemen vormen de helikopters vooral 's nachts een belangrijke versterking van het waarnemingsvermogen van de ISAF-troepen.

De afgelopen maanden zijn de Apache-helikopters vooral ingezet voor verkenningen en het demonstreren van zichtbare aanwezigheid. Daarnaast hebben de helikopters verschillende malen geassisteerd bij arrestaties van gewapende tegenstanders van de Afghaanse regering en bij zoektochten naar verdachte voertuigen of wapenopslagplaatsen. Ook zijn de helikopters diverse malen ingezet als snelle reactiemacht bij raketbeschietingen of als beveiliging van hooggeplaatste bezoekers.

In april jl. is er tweemaal met lichte wapens op patrouillerende Apache-helikopters geschoten. Daarbij is geen doel getroffen en is er geen schade aangericht. De wapens van de helikopters zijn geen enkele keer gebruikt, afgezien van schietoefeningen.

Inmiddels is het eerste detachement afgelost na een inzetperiode van drie maanden. Het tweede detachement is operationeel sinds 1 juli jl.. Dit detachement zal eind september worden afgelost.

Optreden buiten het Kabul-gebied

De Apache-helikopters kunnen in de volgende gevallen buiten het ISAF-gebied rond Kabul optreden:


-verkenningen voor het vestigen van nieuwe PRT's;


-een aanval op ISAF van buiten het operatiegebied;


-noodgevallen, waaronder hulp in geval van een humanitaire ramp en hulp 'in extremis' aan eenheden van de operatie Enduring Freedom;


-het leveren van ondersteuning bij ISAF-transporten tussen de verschillende verantwoordelijkheidsgebieden van ISAF.

Voorwaarden voor inzet zijn: afstemming met de operatie Enduring Freedom; de aanwezigheid van goede verbindingen; en de aanwezigheid van een dreigingsanalyse.

Tot begin juli jl. gold als regel dat de Nederlandse vertegenwoordiger bij het ISAF-hoofdkwartier in Kabul verzoeken voor inzet buiten het ISAF-gebied van Kabul en omstreken moest voorleggen aan de chef Defensiestaf in Den Haag. Slechts in die gevallen waar de Apache-inzet zo urgent was dat overleg met Den Haag niet mogelijk zou zijn, had de Nederlandse vertegenwoordiger in Kabul het mandaat zelf toestemming te verlenen.

Op 28 juni jl. bent u geïnformeerd over het regeringsbesluit de leiding te nemen over een PRT in de noordelijke provincie Baghlan. Daarnaast is op 1 juli jl. het nieuwe ISAF-operatieplan van kracht geworden, waarover u bent geïnformeerd in de eerdergenoemde Kamerbrief van 16 april jl.. Als gevolg van dit nieuwe operatieplan is het ISAF-gebied, dat tot 1 juli jl. bestond uit Kabul en omgeving alsmede de vier noordoostelijke provincies Kunduz, Takhar, Badakshan en Baghlan, uitgebreid met de vijf noordelijke provincies Balkh, Samangan, Jowzjan, Faryab en Sar-e-Pol.

Met de vestiging van het Nederlandse PRT in Baghlan en de uitbreiding van het ISAF-operatiegebied is besloten de regels voor inzet van de Apache-helikopters in de noordelijke ISAF-provincies te vereenvoudigen. De vereenvoudiging van de regels is besproken tijdens het Algemeen Overleg over het PRT-besluit van 5 juli jl..

Kabul en de noordelijke ISAF-provincies worden gescheiden door de provincie Parwan, die onderdeel uit maakt van het inzetgebied van de operatie Enduring Freedom. De vereenvoudiging houdt in dat de Nederlandse vertegenwoordiger in Kabul sinds kort zelf de bevoegdheid heeft de inzet van Apache-helikopters in de noordelijke ISAF-provincies goed te keuren en daarbij de helikopters de provincie Parwan te laten doorkruisen, zonder hiervoor apart toestemming te vragen aan de chef Defensiestaf. Voorwaarde is dat de veiligheidsanalyse het overvliegen van de provincie Parwan toelaat. Dat is tot op heden het geval.

Voor alle overige inzet buiten het ISAF-gebied blijft toestemming van de chef Defensiestaf in Den Haag vereist. Dat geldt ook voor eventuele inzet in de provincie Parwan, anders dan het doorkruisen ervan op weg naar de noordelijke provincies.

De Apache-helikopters zijn tot op heden een gering aantal keren buiten het Kabul-gebied geweest. U bent daarover op 11 juni jl. per brief geïnformeerd (Kamerstuk 27925 nr. 130). In aanvulling op deze brief kan worden gemeld dat op 25 juni jl. enkele Duitse transporthelikopters zijn geëscorteerd tijdens een deel van hun vlucht van Kabul naar Termez. Daarnaast zijn op 22 juli en op 13 en 16 augustus jl. verkenningen uitgevoerd in de provincie Baghlan.

De Apache-helikopters kunnen in het noordelijke operatiegebied van ISAF opereren en dezelfde taken verrichten als in Kabul. Hun thuisbasis blijft echter Kabul en na elke missie zullen de helikopters daar weer terugkeren. Naast de reeds aanwezige en geplande bijtankfaciliteiten wordt onderzocht of het noodzakelijk is bij het Nederlandse PRT in Baghlan een bijtankfaciliteit voor helikopters in te richten, waarmee de Apache-helikopters langere missies in Baghlan en omgeving kunnen uitvoeren.

Verlengingsbesluit

De regering heeft besloten de uitzendtermijn van het Apache-detachement met zes maanden te verlengen tot 31 maart 2005. De redenen voor het verlengingsbesluit zijn de volgende. De Apache-helikopters zijn voor ISAF van grote waarde. Met de waarnemingscapaciteiten van de helikopters wordt de effectiviteit van het optreden van de ISAF-troepen sterk vergroot. Daarnaast vormen de Apache-helikopters een belangrijk middel voor ISAF als dominante aanwezigheid van een krachtig wapensysteem dat bovendien in staat is bij incidenten overal snel ter plaatse te zijn. Geen enkel ander land heeft laten blijken na 30 september a.s. vergelijkbare capaciteiten te kunnen of willen leveren. Verder zou een besluit om per 30 september a.s. te vertrekken, vlak voor de presidentsverkiezingen van 9 oktober a.s., volstrekt in strijd zijn met de politieke en militaire ondersteuning die de NAVO aan deze verkiezingen heeft toegezegd. Tenslotte kunnen de Apache-helikopters het Nederlandse PRT in Baghlan ondersteunen tijdens de opbouw en de eerste operationele periode van dit PRT.

Bevelsstructuur

ISAF is een door de VN-Veiligheidsraad gemandateerde operatie en staat onder leiding van de NAVO. Het commando over ISAF is op 9 augustus jl. van de Canadezen overgenomen door het Eurocorps. Er is een eenduidige en heldere bevelsstructuur. De Apache-helikopters en de F-16 gevechtsvliegtuigen worden ter beschikking gesteld van de commandant van ISAF ('operational control'), maar Nederland behoudt altijd 'full command' over alle uitgezonden militairen en middelen.

De commandant van de operatie Enduring Freedom heeft de bevoegdheid te voorkomen dat de activiteiten van ISAF en Enduring Freedom met elkaar in strijd raken ('authority to deconflict'). Nauwkeurige afstemming en coördinatie van de luchtoperaties van ISAF en Enduring Freedom zijn noodzakelijk. Daartoe is reeds een Nederlandse verbindingsofficier, tevens de hoogste Nederlandse vertegenwoordiger gestationeerd in het ISAF-hoofdkwartier. De hoogste Nederlandse vertegenwoordiger bij ISAF vervult de functie van 'Red Card Holder' ten aanzien van de Apache-helikopters en F-16 vliegtuigen. Om de noodzakelijke kennis omtrent F-16 inzet te waarborgen wordt het detachement van de hoogste nationale vertegenwoordiger bij ISAF versterkt. Daarnaast wordt onderzocht of een Nederlandse verbindingsofficier bij de operatie Enduring Freedom moet worden geplaatst. -

Risicoanalyse

Voor de Apache-helikopters, de F-16 gevechtsvliegtuigen en het KDC-10 tankervliegtuig is in Afghanistan momenteel geen sprake van een dreiging vanuit de lucht. De systemen die een dreiging zouden kunnen vormen, zoals gevechtsvliegtuigen, gevechtshelikopters en bewapende transporthelikopters, zijn gering in aantal en de inzetbaarheid is twijfelachtig. Van adequate luchtstrijdkrachten is geen sprake. Het aanwezige vliegend materieel, voornamelijk helikopters, is in het bezit van het ministerie van Defensie of aan de overgangsregering verbonden regionale machthebbers. Zolang de machthebbers zich loyaal opstellen ten opzichte van de overgangsregering vormen deze wapensystemen geen dreiging. De ontwikkelingen op het gebied van DDR en het verkiezingsproces zouden deze situatie echter kunnen doen veranderen.-

Wat betreft de dreiging vanaf de grond is er nog steeds sprake van handel in van de schouder af te vuren luchtdoelraketten (MANPADs). Dergelijke wapensystemen worden regelmatig aan ISAF te koop aangeboden of door ISAF gevonden in wapenopslagplaatsen. Daarom moet aangenomen worden dat de OMF beschikken over inzetbare MANPADs. Tot op heden zijn echter geen vliegtuigen of helikopters van ISAF met MANPADs onder vuur genomen. MANPADs vormen geen bedreiging voor tankervliegtuigen die altijd op grote hoogte opereren. De Nederlandse F-16 gevechtsvliegtuigen en Apache-helikopters zijn uitgerust met beschermingsmiddelen die deze bedreiging kunnen tegen gaan. Voorts zal het vliegen op middelbare hoogte de bedreiging voor de F-16 vliegtuigen verminderen.

Behalve over MANPAD-systemen beschikken de OMF over verschillende soorten klein kaliber luchtdoelkanonnen. Ook andere wapens dan de geëigende luchtverdedigingsystemen kunnen een dreiging vormen voor vliegtuigen. Dit varieert van klein kaliber wapens tot antitankwapens zoals de RPG-7. Deze wapens zijn in grote aantallen bij alle partijen in Afghanistan aanwezig. Ze vormen voornamelijk een dreiging bij het opstijgen en landen van vliegtuigen op vliegvelden in Afghanistan. Met uitzondering van een noodlanding wordt niet voorzien dat F-16 vliegtuigen en het KDC-10 vliegtuig opereren vanaf vliegvelden in Afghanistan, waardoor de dreiging tegen deze vliegtuigen vrijwel nihil is. De Apache-helikopters beschikken over bepantsering en zijn daarmee zoveel mogelijk beschermd.

Het Apache-detachement is gestationeerd op de internationale luchthaven van Kabul (KAIA), dat behalve door ISAF wordt gebruikt voor civiele vluchten en militaire Afghaanse vluchten. ISAF wordt voor het overgrote deel door de lucht bevoorraad via KAIA. De beveiliging van het vliegveld is in handen van ISAF en Afghaanse eenheden gezamenlijk.

In de omgeving van Kabul en bepaalde delen van de hoofdstad zelf is steun voor de OMF aanwezig. De dreiging tegen ISAF en KAIA is gelegen in spionage, sabotage, propaganda of oproepen tot verzet tegen ISAF of andere internationale betrokkenheid bij Afghanistan, en terroristische acties. De terroristische dreiging bestaat niet uit grootschalig optreden van de OMF maar eerder uit autobommen, van afstand te bedienen explosieven, zelfmoordaanslagen en raketbeschietingen. Voor de militairen van het Apache-detachement is vooral de dreiging van raketbeschietingen van belang aangezien zij KAIA in de regel niet verlaten. Raketbeschietingen met KAIA als doelwit hebben enkele malen plaatsgevonden, maar daarbij is tot op heden geen noemenswaardige schade aangericht. Voor het personeel van het Apache-detachement zijn in het geval van een raketbeschieting schuilplaatsen beschikbaar.

Wat betreft het vliegveld Manas in Kirgizië, waar de F-16 gevechtsvliegtuigen en het KDC-10 tankervliegtuig zullen worden gestationeerd, kan worden opgemerkt dat sinds het begin van de operatie Enduring Freedom en de stationering van buitenlandse eenheden aldaar, er zich geen incidenten hebben voorgedaan in de vorm van aanslagen. De dreiging van dergelijke aanslagen wordt niet als hoog beschouwd.

Alle factoren in aanmerking genomen acht de regering de risico's voor deelneming met F-16 gevechtsvliegtuigen, het KDC-10 tankervliegtuig en de Apache-helikopters weliswaar aanzienlijk, maar toch aanvaardbaar gegeven het belang van de missie.

Mandaat en juridische grondslag

Het mandaat van ISAF, zoals vastgelegd in VN-Veiligheidsraadresolutie 1386 van 20 december 2001, behelst ondersteuning aan de Afghaanse Interim Autoriteit bij het handhaven van de veiligheid in Kabul en omstreken opdat de Afghaanse Interim Autoriteit en VN-personeel in een veilige omgeving kunnen opereren. De Afghaanse Interim Autoriteit werd na de Loya Jirga van juni 2002 opgevolgd door de Afghaanse overgangsregering.

Met VN-Veiligheidsraadresolutie 1510 van 13 oktober 2003 kreeg ISAF het mandaat om het operatiegebied van Kabul en omgeving uit te breiden tot de rest van Afghanistan. In deze resolutie wordt, onder verwijzing naar Hoofdstuk VII van het VN-handvest, het mandaat van ISAF met een jaar verlengd. Een kopie van deze resolutie ging de Kamer op 17 oktober 2003 toe. De VN-Veiligheidsraad nam dit besluit mede op verzoek van de Afghaanse regering zoals verwoord in een brief van 10 oktober 2003 aan de SGVN (S/2003/986).

In resolutie 1536 van 26 maart 2004 heeft de VN-Veiligheidsraad het belang benadrukt van het uitbreiden van het gezag van de centrale regering tot heel Afghanistan, en daarbij een beroep gedaan op troepenleverende landen de middelen ter beschikking te stellen die nodig zijn voor de volledige uitvoering van het ISAF-mandaat. De VN-Veiligheidsraad was daarbij van oordeel dat de toestand in Afghanistan nog steeds een bedreiging vormt voor de internationale vrede en veiligheid.

Het PRT in Pol-e Khomri (Baghlan)

De voorbereiding van het Nederlandse PRT in Pol-e Khomri in de provincie Baghlan is inmiddels in volle gang. Het onderzoek van de beoogde PRT-locaties op onder meer hygiënische en veiligheidsaspecten is inmiddels bijna afgerond. Op grond van de uitslagen van deze onderzoeken zal een keuze tussen de beschikbare terreinen worden gemaakt.

Het opbouwteam van ongeveer 60 personen zal rond 24 augustus a.s. vertrekken, en na aankomst direct aanvangen met het opbouwen van de noodzakelijke voorzieningen. De eerste operationele eenheden vertrekken begin september. Het PRT zal uiterlijk op 1 oktober a.s. operationeel kunnen zijn en zal daarmee kunnen worden ingezet voor het ondersteunen van de verkiezingen op 9 oktober.

De volledige opbouwoperatie zal naar verwachting in de loop van november zijn afgerond. Voor het ondersteunen van de opbouwoperatie wordt gebruikgemaakt van het vliegveld van Termez in Oezbekistan en het vliegveld nabij Mazar-e Sharif . Een drietal specialisten van de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie zijn hiertoe tijdelijk geplaatst op het laatstgenoemde vliegveld.

Het grootste deel van de militairen zal voor een periode van vier maanden worden uitgezonden. De militairen die direct contact onderhouden met lokale Afghaanse vertegenwoordigers en hier ook een vertrouwensrelatie mee dienen op te bouwen, zullen voor zes maanden worden uitgezonden. Het gaat hierbij om militairen die deel uitmaken van de Militaire Observatie- en Liaisonteams (MOLTs), de commandogroep van het PRT en specialistische staffunctionarissen. Het betreft hier in totaal 15 tot 20 personen.

Ter ondersteuning van de ontplooiing van het PRT in Pol-e Khomri zal binnenkort gedurende een periode van circa zes weken een C-130 transportvliegtuig van de Koninklijke luchtmacht worden gestationeerd op Termez. Een dergelijke inzet heeft eerder plaatsgevonden tijdens de commando-overdracht van ISAF in augustus 2003. Op verzoek van Duitsland zal dit vliegtuig ook steun leveren bij de ontplooiing van het Duitse PRT in de provincie Badakshan in het uiterste noordoosten van Afghanistan.

Verkiezingsondersteuning-

Voor het ondersteunen van de verkiezingen in Afghanistan worden door aan ISAF deelnemende landen tijdelijk extra eenheden naar Afghanistan gestuurd. Zoals gemeld tijdens het Algemeen Overleg van 5 juli jl., zal Nederland het Duitse PRT in Kunduz met een extra eenheid lichte infanterie ondersteunen. Deze eenheid staat onder de directe leiding van de Duitse PRT-commandant in Kunduz die namens ISAF verantwoordelijk is voor de verkiezingsondersteuning in de noordoostelijke provincies.

De Nederlandse eenheid in Kunduz kan worden ingezet in de drie noordoostelijke provincies Kunduz, Takhar en Baghlan. Ook een deel van het personeel van het Nederlandse PRT in Pol-e Khomri staat voor verkiezingsondersteuning in Baghlan ter beschikking van de Duitse PRT-commandant. Deze kan in totaal beschikken over 64 Nederlandse militairen.

De totale inzetduur is in beginsel identiek aan de F-16 inzet. Tijdens de verkiezingsondersteuning en de opbouwfase zal de Nederlandse aanwezigheid in het noordoosten van Afghanistan tijdelijk iets meer bedragen dan 150 militairen.

Het fregat voor de operatie Enduring Freedom-
Met de beëindiging van de F-16 uitzending naar Manas kwam in oktober 2003 een voorlopig einde aan de Nederlandse bijdrage aan de operatie Enduring Freedom. Een nieuwe bijdrage heeft echter steeds tot de mogelijkheden behoord. Hierover bent u eerder geïnformeerd in de Kamerbrief van 16 april jl. en tijdens het Algemeen Overleg van 5 juli jl..

Vanaf 2001 heeft Nederland voor kortere of langere tijd en in wisselende samenstelling aan de operatie Enduring Freedom bijgedragen met fregatten, een onderzeeboot, F-16 gevechtsvliegtuigen, een tankervliegtuig, een transportvliegtuig en een maritiem patrouillevliegtuig. Vanaf eind 2001 heeft Nederland gedurende zes maanden deelgenomen met twee fregatten in de wateren rond het Arabisch schiereiland, een bijdrage die vervolgens werd verkleind tot één fregat. Met de inzet van de fregatten is een goed inzicht verkregen in het maritieme verkeer aldaar.

In juli 2003 kwam aan de inzet van de fregatten een voorlopig einde. De regering acht de operatie Enduring Freedom in de strijd tegen het internationale, grensoverschrijdende terrorisme echter nog steeds van groot belang en heeft besloten daaraan opnieuw een bijdrage te leveren. Het belang van de strijd tegen het terrorisme is overigens op 30 januari jl. door de VN-Veiligheidsraad opnieuw bevestigd in resolutie 1526.

Onlangs heeft bij het Amerikaanse Central Command in Tampa (Florida), dat het commando voert over de operatie Enduring Freedom, een internationale conferentie plaatsgevonden waar de behoeften aan en de beschikbaarheid van maritieme eenheden voor Enduring Freedom zijn geïnventariseerd. Daaruit bleek dat er een tekort bestaat aan fregatten dat nog niet is opgevuld. Een Nederlands aanbod voor een fregat zal dan ook door de VS worden verwelkomd.

De regering heeft besloten omstreeks het vierde kwartaal van dit jaar een fregat ter beschikking te stellen in de regio rond het Arabisch schiereiland voor een periode van drie maanden. Over de details van de wijze van inzet en de inzetperiode zullen nog met de VS afspraken worden gemaakt. Wel kan in algemene zin worden opgemerkt dat de taken en bevoegdheden van het fregat dezelfde zullen zijn als bij de vorige inzet voor Enduring Freedom. Het gaat hierbij om het uitvoeren van waarnemingen en inlichtingenverzameling, teneinde eventuele verplaatsingen van terroristische groeperingen en wapentransporten te signaleren. Tevens kan het schip worden ingezet voor escorte- en beveiligingstaken.

Verder zal de commandant van het fregat in het kader van 'Maritime Interdiction Operations' (MIO) 'boardings' kunnen uitvoeren indien de gezagvoerder van het te onderzoeken schip zich daar niet tegen verzet. Bij deze 'boardings' zullen enkele militairen van het Korps mariniers assisteren ter beveiliging. Indien aan boord verdachte goederen of personen zullen worden aangetroffen, zal het Nederlandse personeel van boord gaan en de Amerikaanse eenheden op de hoogte stellen. Deze werkwijze komt in grote lijnen overeen met de wijze van optreden van een aantal andere landen. Over de juridische achtergronden van deze werkwijze bent u op 28 maart 2002 per brief geïnformeerd (Kamerstuk 27 925 nr. 53).

Op zee bestaat de dreiging vooral uit de mogelijkheid dat met of vanaf vaartuigen of kleine vliegtuigen een aanslag zal worden gepleegd. Het fregat beschikt over waarschuwingssystemen en wapens om deze dreiging te bestrijden, al hebben recente ontwikkelingen aangetoond dat de vele in het operatiegebied voorkomende vrachtzeilschepen ('dhows') vooral 's nachts moeilijk waar te nemen zijn.

Tijdens 'boardings' worden maatregelen genomen ter bevordering van de veiligheid van het fregat en zijn bemanning. Bij havenbezoeken zullen zonodig beschermingsmaatregelen worden genomen om het gevaar van aanslagen tegen te gaan.

Financiën

De inzet van de Apache-helikopters in Afghanistan voor de eerste zes maanden was geraamd tussen de 15 en 17,5 miljoen euro aan additionele kosten. Door het verlengen van de missie met zes maanden zullen de totale uitgaven ten laste van de HGIS toenemen tot ongeveer 24 miljoen euro. Hierbij is rekening gehouden met de realisatie van de eerste maanden, en een te verwachten overschrijding van de normaal voorziene vlieguren van de helikopters zoals die waren opgenomen in de algemene begroting. De vlieguren die boven het in de begroting gestelde vliegurenplafond komen, worden als additionele uitgaven gezien en zullen derhalve worden doorberekend op de voorziening Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

De kosten ten laste van de HGIS van de stationering van zes F-16 gevechtsvliegtuigen op Manas voor de ondersteuning tijdens de verkiezingen in Afghanistan wordt geraamd op 13 tot 15 miljoen euro. Hierbij wordt uitgegaan voor een inzetduur van ten hoogste drie maanden inclusief de op- en afbouwperiode en een mogelijke tweede verkiezingsronde. Van deze 13 tot 15 miljoen euro is 5,5 miljoen euro toe te schrijven aan een verwachte overschrijding van het begrote aantal vlieguren. De inzet van het KDC-10 tankervliegtuig leidt naar verwachting tot slechts geringe additionele uitgaven. Deze raming is gebaseerd op de thans bekende gegevens over de operatie en is gebaseerd op standaardtarieven en op de gegevens uit eerdere operaties.

De deelneming van een M-fregat inclusief een Lynx-helikopter aan de operatie Enduring Freedom voor de duur van drie maanden wordt geraamd op circa 4 miljoen euro. De vlieguren van de Lynx-helikopter en een deel van de vaardagen waren reeds opgenomen in de begroting. Daardoor komen de netto uitgaven ten laste van de HGIS uit op circa 2,5 miljoen euro.

De financiële ruimte op de structurele voorziening HGIS voor uitgaven voor crisisbeheersingoperaties in 2004 en 2005 is voldoende om bovengenoemde operaties te kunnen accommoderen.

De minister van Buitenlandse Zaken De minister van Defensie

Dr. B.R. Bot H.G.J. Kamp

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking

A.M.A. Van Ardenne - Van der Hoeven


- De ondersteuning van de beveiliging van de verkiezingen door ISAF zal ook een eventuele tweede ronde beslaan.


- 'Out-of-country voting' betekentstemmen door Afghaanse vluchtelingen in het buitenland, in casu Iran en Pakistan.

===