Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
30 augustus 2004 AV/KO/2004/61861
nr. 20030420240
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Smilde 13 september 2004
./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Smilde (CDA) over onveiligheid van
crèches.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Antwoorden op vragen van het lid Smilde (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over onveiligheid van crèches. (nr. 20030420240)
1.
Kent u het artikel "Crèches te vaak onveilig"?1
Ja.
2.
Bent u op de hoogte van het exacte aantal ongevallen in kinderdagverblijven? Zo ja, kunt u
hierover nadere informatie verstrekken? Zo neen, is het mogelijk alsnog een inventarisatie te maken
van de ongevallen die zich, zoals uit het artikel blijkt, voordoen in crèches, zowel wat betreft
aantallen als type ongevallen?
Stichting Consument en Veiligheid houdt via het Letsel Informatie Systeem (LIS) de
ontwikkelingen in ongevallen en letsels in Nederland continu bij. Met dit systeem wordt informatie
over patiënten die zich melden op de spoedeisende hulpafdelingen van ziekenhuizen geregistreerd.
Op deze manier heeft Consument en Veiligheid gegevens verkregen over ongevallen binnen de
sector kinderopvang. Het aantal van 2.500 ongevallen, zoals vermeld in de Telegraaf van 26
augustus jl., is afkomstig uit het LIS. Het gaat echter niet om 2.500 jaarlijkse ongevallen bij baby's
en peuters binnen de dagopvang zoals het artikel in de Telegraaf vermeldt, maar om ongevallen bij
zowel dagopvang als buitenschoolse opvang waarvoor spoedeisende hulp van een ziekenhuis
noodzakelijk was. Dit betreft circa 2% van alle ongelukken bij kinderen tot 12 jaar waarvoor
spoedeisende hulp nodig is. Het grootste deel van de 2.500 ongevallen binnen de kinderopvang
(78%) betreft ongelukken binnen het gebouw; 22% zijn ongelukken buiten het gebouw,
ongelukken die plaatsvinden tijdens de buitenschoolse activiteiten waaronder sportactiviteiten. De
meeste ongevallen zijn valletsels. Kinderen vallen bijvoorbeeld tijdens het spelen, ze vallen ergens
tegenaan (bijvoorbeeld tegen een kast of tafel) of ze vallen ergens vanaf (bijvoorbeeld van een
stoel, fiets, speeltoestel of glijbaan). Iets meer dan de helft van deze ongevallen zijn hoofdwonden.
De verhouding ongevallen bij dagopvang en buitenschoolse opvang is niet bekend.
Aangezien de 2.500 ongevallen in het jaar 2000 zijn geregistreerd, voert Consument en Veiligheid
op dit moment een nieuwe monitor uit. Dan wordt ook een uitsplitsing naar ongevallen bij
dagopvang en buitenschoolse opvang gemaakt.
3.
Hoe liggen deze cijfers voor de buitenschoolse opvang?
Zie het antwoord op vraag 2.
4.
In hoeverre kan de in Wet kinderopvang verplichte risico-analyse de daadwerkelijke risico's op
ongelukken doen afnemen? Is het ook mogelijk om in deze risico-analyse de verplichting tot het
vermelden van een ongeval op te nemen?
1 De Telegraaf, 26 augustus jl.
---
De Wet kinderopvang verplicht de houder van een kindercentrum beleid te voeren dat ertoe leidt
dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. De
wet regelt dat de houder hiertoe in een risico-inventarisatie schriftelijk vastlegt welke risico's de
opvang van kinderen met zich meebrengt. Het opstellen van een risico-inventarisatie houdt in dat
de veiligheids- en gezondheidsrisico's die kinderen bij de opvang kunnen lopen in kaart worden
gebracht -waarbij wordt uitgegaan van het gedrag van kinderen- en wordt vastgelegd hoe met
deze risico's wordt omgegaan2. Verwacht kan worden dat met het opstellen, bespreken en up to
date houden van de risico-inventarisaties voor veiligheid en gezondheid de bewustwording van
risico's wordt vergroot en dat de kans op ongelukken hiermee afneemt.
Zoals bekend is bij gelegenheid van de behandeling van de Wet kinderopvang door de Tweede
Kamer met het aannemen van het amendement Örgü c.s. de mogelijkheid om bij algemene
maatregel van bestuur kwaliteitseisen te stellen komen te vervallen. Daarom is het thans niet
mogelijk kinderopvangondernemers wettelijk te verplichten binnen de risico-inventarisatie
ongevallen te vermelden.
2 Ter ondersteuning van kinderopvangondernemers zijn een model risico-inventarisatie veiligheid en een model
risico-inventarisatie gezondheid opgesteld.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid