Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
persbericht
Nummer:
62
Directie:
voorlichting
13-09-2004
Status:
informatie
Geen WOR in het primair onderwijs
Minister Van der Hoeven houdt vast aan het basisprincipe dat een
gezamenlijke medezeggenschap blijft bestaan voor het primair onderwijs
met vertegenwoordigers van ouders en personeel. Wel komt er een aparte
medezeggenschapsraad voor het personeel als het gaat over
arbeidsvoorwaarden. De ouders krijgen eigen zeggenschap over de hoogte
en besteding van de vrijwillige ouderbijdrage. Er komt meer
flexibiliteit en variëteit in de organisatie van de medezeggenschap in
het primair onderwijs. Het voortgezet onderwijs krijgt de mogelijkheid
te kiezen tussen deze wet of de wet op de ondernemingsraden (WOR). De
laatste in combinatie met een leerlingen- en ouderraad. Dit staat in
een brief van minister Van der Hoeven die vandaag naar de Tweede Kamer
is gestuurd. Het voorstel van de minister is gebaseerd op expertgroep
medezeggenschap primair onderwijs.
In Koers primair onderwijs, het recente meerjarenbeleidsplan, staat
dat de scholen meer ruimte krijgen om zelf te beslissen hoe aan het
onderwijsproces vorm en inhoud wordt gegeven. De overheid waarborgt
dat leerlingen, ouders en leerkrachten invloed kunnen uitoefenen op
dit proces. Heldere informatievoorziening en verantwoording zijn
daarbij onmisbare elementen. Om dit alles mogelijk te maken wordt de
bestaande wetgeving aangepast. Dit leidt tot een nieuwe wet
medezeggenschap scholen. De overheid waarborgt dat er medezeggenschap
is en dat de bevoegdheden van degenen die medezeggenschap uitoefenen
gewaarborgd zijn. Hoe en waar die bevoegdheden uitgeoefend worden, kan
door de betrokken partijen (ouders, personeel en leerlingen) worden
bepaald. Zij maken afspraken hoe de medezeggenschap organisatorisch
wordt ingericht.
Het voortgezet onderwijs kan kiezen tussen de wet medezeggenschap
scholen en de wet op de ondernemingsraden in combinatie met een
leerlingen- en ouderraad. De voorkeur voor een keuzemodel, die voor
het primair onderwijs wordt afgewezen, is ingegeven door de
constatering dat het voortgezet onderwijs in een andere
ontwikkelingsfase bevindt wat betreft de doordecentralisatie van de
arbeidsvoorwaarden, mate van professionalisering van het bestuur en de
grootte van de werkgevers.
Minister Van der Hoeven verwacht dat het overleg over de uitwerking
van de voorstellen met de onderwijsorganisaties, voor zowel het
primair als voortgezet onderwijs, voor het einde van dit jaar is
afgerond. In 2005 start het wetgevingstraject dat er toe moet leiden
dat scholen vanaf 2007 gebruik kunnen maken van de nieuwe
mogelijkheden.
Zie ook:
brief Tweede Kamer
Advies Expertgroep Medezeggenschap PO
Bijlage bij Advies Expertgroep Medezeggenschap PO
Ministerie van OCW
Rijnstraat 50
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
T: 070 412 34 56
F: 070 412 34 50
E: info@minocw.nl