Rotterdam, 14 september 2004
Hybrid Landscapes
Designing for Sprawl in the Netherlands 1980-2004
Tentoonstelling in het Nederlands paviljoen tijdens de negende
architectuurbiënnale in Venetië van 12 september tot en met 7 november
2004
Nederland is totaal verstedelijkt. Er is sprake van een 'hybride
landschap' doordat de grenzen tussen stad en land zijn vervaagd. Het
transformeren van dit landschap door behoud is uitgangspunt van de
Nederlandse inzending voor de negende Architectuur Biënnale van
Venetië. In het Nederlandse paviljoen dat op 10 september wordt
geopend, zijn drie stedenbouwkundige projecten te zien uit de
afgelopen twintig jaar: Prinsenland Rotterdam (1982-1984), Leidsche
Rijn Utrecht (1994-1995) en Maastricht Belvédère (1999-2004). Deze
projecten, voorbeelden van een landschappelijke stedenbouw,
vertegenwoordigen de wijze waarop Nederland een weg zoekt tussen
behoud van landschappelijke kwaliteit en het creëren van stedelijke
identiteit.
Begin jaren tachtig ontwikkelden de ontwerpers Riek Bakker, Frits
Palmboom en Michael van Gessel voor de Rotterdamse uitbreidingswijk
Prinsenland een landschappelijke stedenbouw. Binnen deze ontwerpwijze
vindt geen simpele invuloefening van programma plaats. Het
onderliggende cultuurlandschap wordt geanalyseerd, kwaliteiten worden
benoemd en deze elementen krijgen in de planvorming een nieuwe
betekenis. Een bestaande verkavelingstructuur, hoogteverschillen,
vestingwerken of infrastructuur brengen in het ontwerp differentiatie
aan. Deze ontwerpmethode wordt in de tentoonstelling aan de hand van
de drie eerder genoemde projecten geïllustreerd. Prinsenland is een
uitbreidingswijk, Leidsche Rijn een satellietstad. Met het ontwerp
Maastricht Belvédère maken de ontwerpers een tegenbeweging zichtbaar
en verleggen zij hun aandacht naar het binnenstedelijk gebied.
Nederland staat de komende decennia dan ook voor twee belangrijke
opgaven: een verdere intensivering van de steden en het ontwikkelen
van het platteland.
In een vierde hoofdstuk wordt een beeld gegeven van de meest recente
ruimtelijke ontwikkelingen in het landelijk gebied.
De ontwerpers hadden een vooruitziende blik. Hun ontwerpwijze heeft
bewezen verschillende gebieden integraal en met behoud van hun
landschappelijke en ruimtelijke kwaliteiten te kunnen transformeren.
De identiteit van zowel het stedelijk als landelijk gebied wordt
daardoor behouden én versterkt. De ontwerpmethode biedt een strategie
voor het ontwerpen in de verstrooide stad die ook voor het buitenland
relevant kan zijn.
De tentoonstelling
De ontwerpmethode en daarmee ook de transformatie van ieder gebied
wordt aan de hand van een maquettereeks geïllustreerd. Ieder project
wordt met vier maquettes op vier kasten aan het publiek getoond. De
eerste maquette toont de oorspronkelijke situatie van het gebied, de
tweede presenteert een ongewenste, maar gangbare tabula rasa situatie,
terwijl de derde en vierde maquette laten zien hoe de gebieden
daadwerkelijk zijn of zullen transformeren.
In de tentoonstelling is iedere kast uit verschillende kleuren
opgebouwd en ziet eruit als een bontgekleurde spekkoek. De kleurlagen
corresponderen met de kleuren die in de maquettes zijn gebruikt en
deze verschillen logischerwijs per situatie. Iedere kleur in de
tentoonstelling draagt dus betekenis. Meerdere lagen bevatten
daarnaast laden waarin met tekst en beeld dieper wordt ingegaan op de
verschillende facetten van het gebied en het ontwerp.
Het ontstaan van het 'hybride landschap' is voor het eerst in zes
enorme landkaarten zichtbaar gemaakt. In de periode 1860 - 2010 zijn
de grenzen tussen stad en land compleet diffuus geworden en is het
Nederlandse landschap bijna volledig verstedelijkt. Met deze kaarten
worden de getoonde projecten meteen in een context geplaatst.
Het vierde hoofdstuk over de nieuwe opgaven richt zich in de
tentoonstelling op het landelijk gebied. Negen grootschalige
transformatieprocessen op basis van bestaande landschappelijke
kwaliteiten worden op een studietafel gepresenteerd en zijn afkomstig
van de volgende landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen: Bosch
Slabbers landschapsarchitecten/Enno Zuidema Stedebouw/DAAD
architecten, Bureau Alle Hosper, BVR adviseurs stedelijke ontwikkeling
en management, H+N+S Landschapsarchitecten/Palmboom en van den Bout
stedenbouwkundigen, Ruut van Paridon en Karen de Groot, Projectbureau
Nieuwe Hollandse Waterlinie en VISTA landscape and urban design.
De Nederlandse inzending voor de biënnale is georganiseerd door het
NAi op uitnodiging van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen en wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het
HGIS Cultuurprogramma, het programma voor intensivering van de
internationale culturele betrekkingen van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken en het Ministerie van OC&W, Projectbureau Leidsche
Rijn, Bouwfonds Fortis Vastgoedontwikkeling Leidsche Rijn v.o.f.,
Projectbureau Bélvèdere (Gemeente Maastricht, BPF, ING Real Estate).
Tentoonstellingsontwerp en maquettes: Traast & Gruson
Kaartenreeks Nederland: MUST Urbanism
Blauwe Kamer. Tijdschrift voor landschapsontwikkeling en stedenbouw
brengt bij de Nederlandse inzending een speciale Engelstalige editie
uit.
Belvédère - Zicht op Maastricht Bouwfonds - Fortis
Leidsche Rijn Utrecht
Ministerie van Buitenlandse Zaken 9th International Architecture
Exhibition Venice - METAMORPH Gemeente Utrecht
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
---
Voor nadere informatie en beeldmateriaal kunnen journalisten zich
wenden tot de persafdeling van het team Marketing en Communicatie van
het NAi:
Edwin Pelser (coördinator), tel 010-4401235
Paul van den Bogaard (perscontacten), tel 010-4401271
fax 010-4366975, e-mail press@nai.nl
Publieksinformatie over Hybrid Landscapes
NAi persbeelden
Nederlands Architectuurinstituut