Ministerie van Algemene Zaken

Speech van de vice-minister-president, drs. G. Zalm, bij het afscheid van prof. mr. M. Scheltema als voorzitter van de WRR, Den Haag, 14 september 2004

Beste Michiel, beste Olga, dames en heren,

Ik sta hier in de plaats van de minister-president, die vandaag héél graag aanwezig was geweest. Helaas is hij door omstandigheden verhinderd. Graag sta ik namens het kabinet stil bij jouw afscheid, Michiel, als voorzitter van de WRR.

Een paar jaar geleden wijdde het blad Binnenlands Bestuur een achtergrondartikel aan de WRR, onder de titel `Een gewichtig gezelschap'. Dat was nog in de tijd dat de WRR was gehuisvest aan het statige en lommerrijke Plein 1813.

Een van de mensen die werden geïnterviewd voor dat artikel, was Hans Adriaansens, oprichter van het Utrecht University College en zelf oud WRR-lid. Hij zei toen:

"Als we in dit land iets zouden moeten exporteren, is dat de WRR. Welke regering legt zichzelf zo vrijwillig op de pijnbank..."

Dames en heren, vanmiddag nemen we afscheid van de beul van dat gezelschap: Michiel Scheltema.

Waarbij ik meteen wil aantekenen, Michiel, dat je de meest beminnelijke beul bent die je je als regering kunt wensen.

Adriaansens heeft gelijk dat de WRR een heel bijzonder instituut is.

Piet Hein Donner, de vorige voorzitter van de Raad, heeft erop gewezen dat de WRR een verschijnsel is dat in deze vorm nergens voorkomt. Het is uniek dat je een overheidsinstelling hebt die specifiek betaald wordt om de regering regelmatig te waarschuwen of om dingen te zeggen die tegen de uitgestippelde lijnen indruisen.


---

Ik heb het genoegen gehad een flink aantal jaren als minister en als vice-minister-president te

hebben mogen profiteren van het `beulswerk' van Michiel Scheltema en de zijnen. Als ik terugkijk op de afgelopen periode, dan vallen me drie zaken op die kenmerkend zijn voor de benadering van Michiel Scheltema als WRR-voorzitter.

Ten eerste: Michiel Scheltema is geen wetenschapper van de ivoren toren. Hij heeft een hekel aan gesloten wetenschappelijke systemen die alleen van betekenis zijn voor het debat tussen wetenschappers. Hij houdt niet van theorieën en modellen die tot dogma's worden. Michiel Scheltema zoekt juist steeds de wisselwerking tussen wetenschap, politiek en beleid.

Soms lijkt het erop dat wetenschappers vooral geïnteresseerd zijn in analyses, beleidsmakers in plannen, en politici in standpunten, vooral als er draaiende camera's in de buurt zijn.

Die drie groepen praten maar al te gemakkelijk langs elkaar heen.

Dat weet jij Michiel als geen ander, omdat je alle drie de rollen in je lange en rijke loopbaan hebt vervuld.

Je hebt je als WRR-voorzitter steeds ingespannen om de raderen van wetenschap, politiek en beleid met elkaar in verbinding te brengen. En dat is moedig. Want politiek en beleid zijn voor een wetenschapper vaak lastig hanteerbaar.

Hoe sla je een brug tussen de serene rust van de studeerkamer en het soms oorverdovende lawaai op het politieke festivalterrein? Hoe zorg je ervoor dat je wordt gehóórd?

Michiel, jij hebt fors geïnvesteerd in de dialoog van de WRR met zijn omgeving. Je bent de discussie aangegaan en hebt van de WRR ook zelf een forum voor discussie gemaakt. Doordat je de buitenwereld hebt binnengehaald in de studeervertrekken, waaiert de geest uit die studeervertrekken ook breder uit in de buitenwereld. En dat is een goede zaak.

Een tweede kenmerk van Michiel Scheltema is zijn gerichtheid op de langere termijn.

Ik kwam een kranteninterview met je tegen uit januari 1982. Toen was je sinds een aantal maanden staatssecretaris van Justitie in het tweede kabinet-Van Agt. Je noemde toen als
---

bezwaar van de politiek dat ze zo veel aandacht heeft voor incidenten en zo weinig voor ­

zoals je dat noemde ­ `de lijn in het beleid'.

Oriëntaties op de toekomst hebben altijd je warme belangstelling gehad. Niet vanuit de gedachte dat de samenleving maakbaar is. Of dat we blauwdrukken zouden kunnen maken voor de toekomst.

Maar wel vanuit de overtuiging dat het buitengewoon onverstandig is ons straks te laten overrompelen door ontwikkelingen en problemen die we nu al kunnen zien aankomen.

Een goed voorbeeld is het WRR-rapport `Generatiebewust beleid' uit 1999. Een studie met een uitstekende balans tussen de sociaal-culturele en de economische kant van de zaak.

Een ander goed voorbeeld ­ en ik weet dat dat rapport een bijzonder warme plek in je hart heeft ­ is `De toekomst van de nationale rechtsstaat' uit 2002.

Daarin schetst de WRR hoe het klassieke patroon van overheidssturing `van boven af' met strikte en gedetailleerde regels steeds minder goed aansluit op de maatschappelijke dynamiek en op de verwachtingen die mensen van de overheid hebben.

De WRR betoogt dat een nieuw evenwicht gevonden moet worden tussen waarden en belangen, en doet daar ook aanbevelingen voor. Minder regels, meer ruimte voor uitvoerders, een nieuwe impuls voor de `civil society' en meer nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van burgers.

Het zijn aanbevelingen die we als kabinet goed ter harte hebben genomen.

Een derde element dat ik kenmerkend vind voor Michiel Scheltema is zijn persoonlijke stijl.

Hoe is die te typeren? Bedachtzaam. Genuanceerd. Een goed luisteraar. Beminnelijk. Maar ­ zoals velen van u zullen hebben ervaren ­ ook behóórlijk vasthoudend wanneer hij tot de overtuiging is gekomen op het goede spoor te zitten.


---

Een tikje introvert, denk je aanvankelijk. Een man die vertrouwen wekt door zijn kennis, zijn

integriteit en zijn scherpe, maar ook milde, blik op het menselijk bedrijf.

Een man rustig van expressie, maar speels van geest.

Bovendien een man met wie het uitstekend samenwerken is.

Dames en heren, misschien mag ik het als volgt samenvatten.

Volgens de jurist Michiel Scheltema staan mensen niet in dienst van regels. Regels staan in dienst van mensen.

Volgens de wetenschapper Michiel Scheltema leidt scherpslijperij maar al te vaak tot gebroken punten.

Volgens de mens Michiel Scheltema gaat het in het leven niet om `kennen', maar om `verkennen'.

De WRR gaat nu een nieuw tijdvak in onder het voorzitterschap van Wim van den Donk. Ik ben ervan overtuigd dat de Raad onder zijn leiding kan voortbouwen op alles wat de afgelopen jaren tot stand is gebracht.

Michiel, ook voor jou en Olga breekt nu een nieuw tijdvak aan. Je hebt ooit eens gezegd: "bij de WRR heb je tenminste de tijd om na te denken". Ik hoop dat je die tijd ook in de komende jaren zult kunnen vinden!

Je krijgt meer ruimte voor activiteiten in de buitenlucht. Voor fietsen, wandelen, en andere bezigheden waarvan je zoveel houdt. Je krijgt meer tijd voor je familie, je vrienden.

Maar ik hoop van harte dat we je ook in het debat over de publieke zaak zullen blijven ontmoeten.

Want jouw enorme ervaring, jouw genuanceerde onderscheidingsvermogen en jouw `scherpe mildheid' zijn ons bijzonder lief geworden. Dank je wel voor alles, en we houden contact.
---

Als herinnering aan dat contact houden, heb ik een speciaal cadeau voor je. Een aquarel van Hofvijver, Binnenhofpanden, Trèveszaal en Torentje. De façade waarop de WRR uitkijkt in zijn nieuwe pand aan de Lange Vijverberg. Hang hem op. Liefst op een plaats die in het oog springt. Dan blijven wij ook in jouw gedachten.


---