Ministerie van Justitie

Donner pakt faillissementsfraude aan
14 september 2004

Bestuurders van besloten vennootschappen die zich schuldig maken aan ernstige vormen van financieel-economische criminaliteit, krijgen een bestuursverbod. Ook wordt het toezicht op vennootschappen verbeterd en krijgen curatoren meer mogelijkheden om tegoeden en boedelbestanddelen te achterhalen en in beslag te nemen. Daarnaast wordt de handel in lege BVs aangepakt. Met deze maatregelen wil minister Donner faillissementsfraude tegengaan. Donner heeft een vandaag verschenen plan van aanpak naar de Tweede Kamer gestuurd.

Het misbruik van faillissementen is een groot probleem. Naar schatting is er bij eenderde van de faillissementen sprake van fraude. Bijvoorbeeld door het wegsluizen van geld of het laten verdwijnen van de boekhouding. Het aantal faillissementen bedroeg volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorig jaar bijna 9.000. Een hoger aantal dan ooit tevoren.

Faillissementsfraude wordt preventief en repressief aangepakt. Bij de oprichting van een rechtspersoon is al een verklaring van geen bezwaar noodzakelijk. Voor de afgifte worden de criminele en financiële antecedenten van de bestuurders gecontroleerd. De oprichting wordt vastgelegd in het systeem Vennoot van het ministerie van Justitie. Ook kunnen bestuursorganen bij grotere opdrachten een zwaardere toetsing verlangen door het Bureau Bevordering Integriteits Beoordelingen door het Openbaar Bestuur (BIBOB).

Als aanvulling op het bestaande instrumentarium stelt Donner voor om het toezicht op rechtspersonen te verbeteren. Er komt een bestuursverbod voor bestuurders die zich schuldig hebben gemaakt aan delicten als witwassen en fraude. Om de handel in lege BVs tegen te gaan, stelt Donner voor om de bestaande praktijk van het ontbinden van lege rechtspersonen opnieuw te bezien. Het ontbinden van een lege BV is immers mogelijk, maar er wordt in de praktijk nog te weinig gebruik van gemaakt.