EU-invoer GT 73-raapzaad wellicht nog dit jaar mogelijk
De Europese Commissie heeft op 8 september jl. besloten de EU-lidstaten voor te stellen goedkeuring te verlenen voor de invoer en verwerking van de genetisch gemodificeerde raapzaadvariëteit GT 73. De lidstaten hebben nu op grond van de geldende procedure een periode van drie maanden om zich (met een gekwalificeerde meerderheid) voor of tegen deze toelating uit te spreken.
Na het eventueel verstrijken van deze periode zonder dat de lidstaten zich met een dergelijke meerderheid hebben uitgesproken, kan de Commissie hierover zelf een besluit nemen. Na eerdere ervaringen met de BT11-maïs en de NK603-maïs, waarbij de lidstaten geen overeenstemming konden bereiken over de verzochte toelating, lijkt een dergelijk scenario ook niet ondenkbaar voor het GT73-raapzaad. Dit zou dan vervolgens betekenen dat de Europese Commissie (in nieuwe samenstelling) in december a.s. het groene licht zou kunnen geven voor de invoer en verwerking van dit genetisch gemodificeerde raapzaad.
Voor alle duidelijkheid, de beoogde goedkeuring heeft betrekking op de invoer en verwerking van raapzaad (ongeacht de toepassing) en niet op de raapolie die verkregen is uit het GT73-raapzaad. Voor deze olie, die niet geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaat, is een dergelijke 'milieugoedkeuring' (Richtlijn 2001/18/EG) niet van toepassing. Wel dient deze raapolie, voordat zij mag worden toegepast in levensmiddelen, vanzelfsprekend genotificeerd (oude procedure) dan wel geautoriseerd te zijn. De raapolie afgeleid van het GT73-raapzaad is dan ook al in 1997 genotificeerd onder de zgn. 'Novel Foods'-verordening (Verordening EG nr. 258/97).
De beoogde toelating van het GT73-raapzaad volgt op een tweetal eerder toegelaten 'events', te weten het MS1/RF2-raapzaad (1997) en het Topas 19/2-raapzaad (1998).