Provincie Overijssel

Ambities provincie voor bestrijding wachtlijsten te hoog gegrepen

De wachtlijsten van het Bureau Jeugdzorg verdwijnen niet per 1 januari 2005. Een vermindering van de wachtlijsten residentiele zorg met 75 procent het komende jaar is haalbaar, gezien de (financiële) inspanning van de provincie. Dit constateert de commissie Beleidsevaluatie, onder voorzitterschap van mr.dr. A.J.E. Havermans, in de rapportage "Ex-ante evaluatie aanpak wachtlijsten jeugdzorg Overijssel". "Het is onrealistisch om te blijven streven naar het volledig wegwerken van wachtlijsten. Een factor van belang bij deze conclusie, is de toenemende vraag naar jeugdzorg." zo concludeert het eindrapport van Research voor Beleid. Het rapport is uitgebracht naar aanleiding van de wachtlijstproblematiek in de Overijsselse jeugdzorg. Stijgende vraag en toenemende bezuinigingen zoals onlangs door minister Donner werden aangekondigd zijn een slechte combinatie voor het wegwerken van wachtlijsten.

Gedeputeerde Staten nemen de problematiek rond de wachtlijsten zeer serieus. Met grote ambitie heeft het college de aanzet tot een beleid gegeven dat deze wachtlijsten moet terugdringen. Het college vat de koe goed bij de horens, al zijn de maatregelen niet voldoende om de wachtlijsten in de jeugdzorg geheel weg te werken, aldus de commissie.

Uit het onderzoek komt eveneens naar voren dat er met een sterk preventiebeleid op de langere termijn winst kan worden bereikt in het bekorten van wachtlijsten en ook van de wachttijden. De onderzoekers van Research voor Beleid gaan uit van een afname van de wachtlijsten in de jeugdzorg, "gezien de inspanningen van de provincie en haar partners nu en in de toekomst". Maar wel moeten er nog residentiële plaatsen komen voor jongeren en een flexibeler aanbod. Tijdige inzet van de juiste zorg is geboden en forse investeringen in de uitstroom van 'cliënten' en begeleid wonen zijn nodig.

Bureaucratie tegengaan

Het rapport constateert een aantal 'witte vlekken' waar gemakkelijk meer rendement kan worden behaald: het tegengaan van bureaucratie bij de instellingen is daar een prima voorbeeld van. Volgens het rapport is de provincie daar zelf ook debet aan door de vele regelgeving die vanuit 'Zwolle' aan de instellingen wordt opgelegd. Aanvraag en verantwoording van gelden is een enorm tijdrovend proces, dat beter aan de hulpverlening zelf kan worden besteed. Ook ontbreekt het aan flexibiliteit van de capaciteit van het zorgaanbod. De ad hoc financiering van de provincie vormt ook een punt van zorg in het rapport. De provinciale gelden moeten structureel worden toegezegd om effect te hebben.

Weg met de wachtlijst?

De problematiek van wachtlijsten in de zorg was reden voor de commissie beleidsevaluatie van de provincie Overijssel om een onderzoek naar de specifieke wachtlijsten in de Overijsselse jeugdzorg in te stellen. De doelstelling van het provinciale beleid is helder: weg met de wachtlijst! En wel voor 1 januari 2005. De haalbaarheid van deze ambitieuze doelstelling wordt door het rapport betwijfeld. "Streef niet naar nul, maar naar een streefpercentage, bijvoorbeeld dat 80 % van de cliënten binnen vijf dagen een vervolgafspraak krijgt, bevelen de onderzoekers aan. Het onderzoek beoordeelt het beleid voorafgaand aan de uitvoering ervan. Met andere woorden: in hoeverre zal de gekozen aanpak van de provincie in de toekomst effectief kunnen zijn?

Zowel meldingen als wachtlijsten nemen toe

Het onderzoek richt zich op drie specifieke takken binnen de Overijsselse jeugdzorg: ontwikkelingen bij het Bureau Jeugdzorg Overijssel, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en de geïndiceerde zorg (de per persoon vastgestelde noodzakelijke zorg). De trends die het rapport signaleert lijken de doelstelling alleen maar aan te scherpen: het Bureau Jeugdzorg constateert een explosief aantal aanmeldingen, terwijl de wachtlijst voor vervolgafspraken groeit. Wel neemt het aantal wachtenden voor vrij toegankelijke zorg af. Bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) neemt het aantal contacten met 'cliënten' toe, wat helaas ook opgaat voor het aantal wachtenden op de start van een onderzoek.

Aanbevelingen voor de aanpak van de wachtlijsten geïndiceerde zorg:


1. Ontwikkelingen van wachttijden geven aanknopingspunten voor de wachtlijstaanpak: monitoring van wachttijden per (sub)zorgvorm, bijvoorbeeld per voorziening, is daarom belangrijk. Nemen wachttijden toe: dan is uitbreiding van de capaciteit van die specifieke zorgvorm of voorziening nodig. Blijven ze over een langere tijd stabiel, maar te hoog: dan is een flexibel aanbod en flexibele inzet van personeel belangrijk. Aanbieders moeten dan de vrijheid hebben om in drukkere perioden tijdelijk de capaciteit te verhogen, om hiermee in te springen op fluctuaties in de vraag. Voor de provincie ligt een taak om te zorgen dat deze flexibiliteit financieel haalbaar en aantrekkelijk is.


2. Verlies bij de aanpak wachtlijsten 24-uurs zorg niet uit het oog dat er een aanzienlijke doelgroep zal blijven die toch 24-uurs zorg nodig heeft. De voorgenomen screening van cliënten 24 uurs-zorg kan hier inzicht in verschaffen.


3. Zorg dat alleen cliënten die daadwerkelijk geholpen zijn met een bepaalde zorgvorm hier gebruik van maken. Het voorgenomen onderzoek naar de effectiviteit van de zorg is daarom een goed initiatief.


4. Een belangrijk punt van aandacht bij een doelmatige wachtlijstaanpak zijn de uitstroom-mogelijkheden naar long stay-voorzieningen of begeleid wonen.


5. Maak concrete afspraken met het zorgkantoor over een bijdrage vanuit de AWBZ aan zorg voor doelgroepen die onder de verantwoordelijkheid van de AWBZ vallen.


6. Praat met instellingen over de mogelijkheden om ongewenste en ondoelmatige vormen van bureaucratie tegen te gaan. Het bieden van meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid bij besteding van middelen in tegenstelling tot gedetailleerde verantwoording is hierbij een aandachtspunt.


7. De provincie moet zich niet blindstaren op wachtlijsten 24 uurs-zorg, de aanpak van wachtlijsten

voor lichtere zorgvormen (pleegzorg, dagbehandeling en ambulante zorg) is net zo belangrijk, aangezien die zorg, indien tijdig beschikbaar, kan voorkomen dat de situatie verergert en een uithuisplaatsing nodig is.


8. Streef niet naar het terugbrengen van wachtlijsten naar nul, maar naar het behalen van een streefpercentage: bijvoorbeeld dat bij 80% van de cliënten de zorg binnen de norm van 45 werkdagen verzilverd is. Een discussie met de aanbieders over welke norm bij welke zorgvormen en doelgroepen wenselijk is, is aan te bevelen.

Externe factoren

De haalbaarheid van de doelstelling en de effectiviteit van vernoemde maatregelen is complex: er zijn veel verschillende factoren die van invloed zijn op het ontstaan en wegwerken van wachtlijsten. Niet al deze factoren kunnen gemakkelijk worden beïnvloed. Met verschillende onderzoeksmethodes, waaronder groepsgesprekken met medewerkers van het Bureau Jeugdzorg Overijssel en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), probeert het onderzoeksteam een reëel beeld te schetsen in het rapport. De voorgenomen maatregelen van de provincie zijn hier in kaart gebracht met de verwachte effecten ervan. Uiteindelijk zijn alle verzamelde gegevens gebundeld om te zien in hoeverre deze maatregelen voor kortere wachtlijsten kunnen zorgen.

De eindrapportage van de commissie wordt op 15 september besproken door de statencommissie Zorg en Cultuur (provinciehuis, aanvang 9.30 uur). Behandeling door de staten staat gepland voor woensdag 13 oktober (aanvang 18.00 uur).

Nadere informatie: Statengriffie, Renee Wiggers, te. 038 425 13 26

Het rapport kunt u downloaden op het stateninformatiesysteem op www.prv-overijssel.nl/sis

(ps/2004/842)

© 2004 Provincie Overijssel