Den Haag, 15 september 2004

Bijdrage van Pauline Smeets (PvdA) aan het Algemeen Overleg over Pieken in de Delta

Voorzitter,

Graag wil ik mijn betoog in drie onderdelen splitsen. * Allereerst zou ik willen ingaan op de kabinetsnotitie Pieken in de Delta. * Vervolgens zal ik ingaan op de situatie in het Noorden i.v.m. de voortgang van de programma s in het kader van het Kompas voor het Noorden. * Daarna wil ik aandacht besteden aan het eindrapport van het Interdepartementale Beleidsonderzoek Regionaal Beleid.

Pieken in de Delta

Voorzitter, maandenlang heeft iedereen in het land en wij hier in de Kamer gespeculeerd over het GEP; ja toen spraken we nog over het GEP (de gebiedsgebonden economische perspectieven). In het najaar van 2003 werd er al op veel plaatsen gesproken over de diverse opeenvolgende concepten. En eindelijk ín het zomerreces van 2004 is-ie er dan met de veelbelovende titel Pieken in de Delta .

Bij het regionaal economisch beleid gaat mijn fractie uit van twee principes: * het doelmatigheidsprincipe: De BV Nederland moet er beter van worden. * en het rechtvaardigheidsprincipe: De economische groei moet regionaal eerlijk verdeeld worden. En bij dit rechtvaardigheidsprincipe wringt wat ons betreft behoorlijk de schoen. Wij zien in deze notitie een heel duidelijke voorkeur voor het doelmatigheidsprincipe. Voor de PvdA is er meer dan alleen het nationale economische rendement dat als centraal criterium voor dit kabinetsbeleid geldt.

Kijkend naar het doelmatigheidsprincipe kunnen we stellen dat de PvdA het met deze staatssecretaris eens is, dat we van Nederland weer een concurrerende en sterke economie moeten maken. Om dit te bereiken is focus prima; keuzes zullen er gemaakt moeten worden. Dat weet iedere ondernemer die een goed businessplan schrijft en dat geldt ook voor een gebiedsgerichte economische agenda. Daarbij is het in ieders belang dat er fors wordt geïnvesteerd in de sterke punten; het zou ook absurd zijn als we inzetten op perspectiefloze zaken. Ook ondersteunen wij het idee om uit te gaan van de kracht van de regio s en in te zetten op concentratie van economische activiteiten.

Zoals gezegd Focus is prima , het kabinet kiest voor zes regio s en 13 economische kerngebieden.

Graag zou ik van de staatssecretaris een onderbouwing krijgen waarom juist voor deze 13 gebieden is gekozen. Niet zo zeer om de gekozen gebieden ter discussie te stellen want ik kan de keuze vanuit economisch oogpunt goed volgen- , maar wel om helder te krijgen waarom bijvoorbeeld de stedendriehoek Apeldoorn/Deventer/Zutphen niet is opgenomen.

Maar als ik deze vraag stel: waarop baseert u deze indeling?, dan kom ik direct op mijn vervolgvraag. Wat is de waarde van de indeling? Wat kan er nu verwacht worden in deze regio s? Is er boter bij de vis?

Voorbeeld: Er wordt trots melding gemaakt van de keuze brainport Eindhoven/Zuidoost-Brabant , maar wat heeft de staatssecretaris vervolgens dan te bieden?

Het moet dus niet bij mooie intenties alleen blijven. De staatssecretaris moet nu aan het werk en met de regio s afspraken maken over de uitwerking van die mooie intenties. Concreet vraagt de PvdA dan ook aan de staatssecretaris waar we haar en het kabinet over drie jaar op kunnen afrekenen? Belangrijk is ook welk commitment er wordt gevraagd aan de regionale overheden? Welk enthousiasme gaat de staatssecretaris losweken bij de betrokken bedrijven? Succes is alleen te bereiken als de staatssecretaris dit enthousiasme voor de projecten kan uitlokken. Het aantal kerngebieden is overzichtelijk, dus we verwachten resultaat.

Veel geld moet komen uit het GSB-potje Economie. Dit gaat alleen naar de G30. Wat kunnen de niet G30-steden in de economische kerngebieden van het kabinet verwachten? Voorbeeld: Sittard/Geleen is een stad met bijna 100.000 inwoners. De stad valt niet onder de G30, maar wel binnen een economisch kerngebied.

Geld is niet altijd het knelpunt voor de ontwikkeling van goede projecten. Ook wegnemen van regels, aanpak van verkokering, of aanspreken van verantwoordelijkheden kunnen doorslaggevend zijn. Wat heeft de staatssecretaris voor ogen als instrument, anders dan geld?

Tot zover het doelmatigheidsprincipe. Dan nu het rechtvaardigheidsprincipe. In de ogen van de PvdA ook een principe dat van nationaal belang is, dus niet alleen van regionaal belang.

De staatssecretaris lijkt niet gevoelig voor het argument dat een baan in een regio met veel werkloosheid (of zelfs generatie-overstijgende werkloosheid) maatschappelijk veel meer betekent dan een baan in een regio waar het al goed gaat. De PvdA is van mening dat daar waar maatschappelijke doelen als economische groei en evenwichtige regionale spreiding niet vanzelf worden gerealiseerd, er een taak voor de overheid ligt.

De PvdA wil iedereen een zonnig toekomstperspectief bieden, niet alleen toevallig de mensen die in de economische kerngebieden wonen. Wij zijn ervan overtuigd dat elke regio sterke projecten heeft. Dus los van de economische kerngebieden: wat heeft u de rest van Nederland te bieden? Als in zo n buiten-regio een mooi project tot stand kan komen, en hiervoor is een helpende hand van de overheid nodig, kan dit project dan ook ondersteuning krijgen? Graag een reactie van de staatssecretaris. Voorbeeld: de kop van Noord-Holland ziet er boven Zaanstad erg leeg uit op de landkaart van EZ. Welk perspectief heeft u deze regio te bieden?

Graag zouden wij ook van de staatssecretaris vernemen hoe zij de ontwikkelingen in Twente gaat ondersteunen. De Tweede Kamer heeft, met het aannemen van de motie Bakker c.s., aangegeven dat de ontwikkeling van Twente, zeker na de sluiting van de militaire vliegbasis Twenthe, een extra stimulans en ondersteuning nodig heeft, naast het reguliere beleid

Kompas van het Noorden

Wie op zaterdagochtend 10 juli jl. de Volkskrant opensloeg werd onaangenaam verrast met het bericht dat het kabinet de steun voor het Noorden na 2006 wil stopzetten. In een interview vertelt deze staatssecretaris waarom zij die keuze maakt. Op díe ochtend dacht ik: dat is toch echt de wereld op z n kop; en ik noem u drie zaken: * Citaat uit de nota Ruimte van collega Dekker (pag. 51 en ik citeer: Met Noord-Nederland bestaat overeenstemming over de noodzaak van een regionaal toegespitste aanpak om ten opzichte van overig Nederland het faseverschil in de ontwikkeling weg te werken (Langman-akkoord). * De ondubbelzinnige motie van collega Slob over de Langman-afspraken na 2006. * De uitspraken van minister Brinkhorst in het AO van 31 maart en ik citeer: Het spreekt vanzelf dat de inspanningen van dit kabinet erop gericht zijn om ook na 2006 de uitvoering van de Langman-afspraken in financiële zin mogelijk te maken .

Vraag aan de staatssecretaris: wie moeten we geloven? Minister Dekker, minister Brinkhorst of de staatssecretaris?. En zeker zo belangrijk: de motie waarin u wordt opgeroepen om door te gaan met het ingestelde beleid. Ik ga ervan uit dat de partijen die de motie Slob toen ondersteund hebben daar nu ook onverkort aan vasthouden.

En wat de PvdA betreft sluit deze extra hulp aan het Noorden, om de overgang waarin deze provincies zitten te versnellen, prima aan bij de uitgangspunten van Pieken in de Delta, namelijk door regiospecifieke kansen te benutten. En die kansen zijn er. Daarom zal de PvdA in haar tegenbegroting apart geld reserveren voor bijvoorbeeld Energy Valley en de waterstoftechnologie. In de ogen van de PvdA is het Noorden geen probleem, maar een deel van de oplossing, de kracht van de regio s moet ondersteund worden om het nationale groeivermogen te versterken.

Graag zou ik van de staatssecretaris vernemen welke economische gevolgen de beëindiging van de financiële steun heeft voor het Kompasprogramma. Is hier niet sprake van kapitaalvernietiging?

Voor de PvdA is het duidelijk: opheffen van het faseverschil is alleen mogelijk als het Noorden een status aparte krijgt in het regionaal beleid. Dus niet met alle andere regio s meedingen naar het beperkte regionale budget, maar voortzetting van het Kompas van het Noorden met een budget van 60 miljoen euro. En wat betreft de Waddenzee: de PvdA wenst geen koppeling van de opbrengsten uit boringen in de Waddenzee aan de economische structuurversterking.

Interdepartementale Beleidsonderzoek Regionaal Beleid

Toen ik het onderzoek las bekroop mij een vreemd gevoel! Het leek wel of het AO van 31 maart met minister Brinkhorst niet had plaatsgevonden. De Kamer én de minister kwamen toen tot de conclusie dat het Kompasprogramma, lees het regionaal economisch beleid, effectief en zeer positief wordt beoordeeld. De minister constateert zelf in dat AO dat de tussenrapportage inzake het Kompas voor het Noorden aangeeft dat de uitvoering redelijk op koers ligt qua committeringen, investeringen en werkgelegenheidseffecten. Tevens constateert de heer Brinkhorst dat de verschillen in economische ontwikkeling tussen het Noorden en de rest van Nederland steeds kleiner worden.

Het IBO-rapport is kritisch over het regionaal economisch beleid. Maar het IBO-rapport erkent ook dat er weinig gegevens beschikbaar zijn om echt een oordeel te vormen over het nut van de steun.

Het IBO-rapport stelt dat de lagere inkomens in het Noorden gecompenseerd kunnen worden door de lagere huizenprijzen. Dat klinkt mooi, maar dat doet niets af aan het feit dat er in het Noorden een hogere werkloosheid is (anderhalf keer hoger dan in rest van Nederland ) wat niet gecompenseerd kan worden met lagere huizenprijzen. Leg dat maar eens uit aan de werkloze in Groningen.

En dan hebben we ook nog het positieve Midterm Review en het Buck rapport over de IPR.

Het IBO-rapport lijkt wel een pleitnota, die is opgesteld om de gehanteerde koers in Pieken in de Delta te legitimeren. Ik verwacht van de staatssecretaris op dit punt helderheid: welke evaluatie is voor u leidend?

In dit kader wil ik de staatssecretaris vragen naar het standpunt van het kabinet als het gaat om de structuurfondsen en het Cohesiefonds. Het kabinet wil in Europees verband de structuurfondsen beperken tot de nieuwe toetreders. De achterblijvende regio s in de oude 15 EU-landen zijn dan aangewezen op nationale budgetten. Dat steunen wij. Als wij in Europa ons zin krijgen, dan moet Nederland dus de middelen voor dit beleid zelf ophoesten. Kortom Nederland zal geld vrij moeten maken om de eigen regio s die in een overgangsfase zitten te ondersteunen. Graag een reactie van de staatssecretaris!

Wij willen ons richten op de toekomst, ook op de toekomst van de regio s die nog in een overgangsproces zitten.

Kortom richten op de toekomst van BV Nederland totaal.

Doen we dit niet dan kunnen we beter spreken over Pieken en Dalen in de Delta!