Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de minister van verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij opening Jan Blankenbrug te Vianen

(Alleen de uitgesproken tekst geldt)
Vandaag is het een mooie dag voor de inwoners van Utrecht en voor Nederland: de tweede nieuwe Lekbrug wordt geopend. Vier jaar geleden werd het oudere broertje geboren, de eerste Lekbrug. Nu in recordtempo gereed, ziet het jongere broertje het levenslicht. En vandaag is het moment om beide broertjes te dopen en hen een mooie naam te geven: de Jan Blankenbrug. Vanaf vandaag dragen de beide bruggen de naam van deze beroemde en kleurrijke 19^e eeuwse waterstater en kind van deze regio. Jan Blanken was inwoner van Vianen, de eerste inspecteur-generaal van de Waterstaat en ontwerper en bouwer van grote werken in Nederland, zoals het Merwedekanaal.
Met de openstelling van deze brug zetten we een volgende stap in de strijd tegen de files; voor een betere en betrouwbare bereikbaarheid! De A2 is al jaren berucht om haar files. Iedereen kent de fileberichten. De Lekbrug bij Vianen scoorde altijd hoog. Kortom, veel vertragingen, veel overlast en veel economische schade. Nu zijn er 2 maal drie rijstroken beschikbaar voor het verkeer, voor elke richting een brug. Dat betekent een enorme capaciteitsuitbreiding. De twee nieuwe Lekbruggen vormen een belangrijke schakel in de Noord-Zuid verbinding A2. De A2 is een nationale en internationale transportas die ervoor zorgt dat economische centra met elkaar worden verbonden: van Amsterdam naar Limburg en verder richting Zuid Europa. De A2 is dan ook één van de drie hoofdassen met een Triple A-status samen met de A4 en A12.

Dat is dan ook de reden waarom we een aantal jaren geleden begonnen zijn met een planstudie voor de totale A2 corridor van Amsterdam naar Maastricht. Dit zal ertoe leiden dat bijna de gehele A2 over een aantal jaren over 3 of 4 rijstroken per richting kan beschikken. Iets noordelijker op de A2, bij Leidsche Rijn, komen over een aantal jaren zelfs 5 rijstroken per richting beschikbaar.
Omdat een wegverbreding niet morgen gerealiseerd kan zijn, hebben we ook verschillende maatregelen voor de korte termijn gerealiseerd: de zogenaamde spitsstroken. Spitsstroken - we leggen er in totaal 40 aan - hebben een positief effect op de bereikbaarheid. Al beweren boze tongen anders. Natuurlijk, filevrij in de spits is een illusie. Maar een kortere reistijd en doorstroming is een realistisch scenario. Deze stroken kunnen het fileleed een aantal jaren verlichten en zijn daarmee ook een economisch verantwoorde investering. Voor de langere termijn zijn ingrijpender maatregelen nodig. Ook al om de verwachte groei van het personen en goederenvervoer op te vangen. De nieuwe Lekbruggen zijn niet alleen een essentiële schakel van de transportas A2. Zij zijn ook van vitaal belang voor het functioneren van de draaischijffunctie van Utrecht. Immers, niet alleen de bereikbaarheid van de regio Utrecht staat op het spel, ook de rest van de Randstad is gebaat bij minder files in de Utrechtse regio. Naast de A2 worden ook de andere snelwegen aangepakt. Zowel op de A1, A12, de A27 alsmede de A28 wordt de capaciteit in de komende jaren vergroot.
Uiteraard is naast weg ook het spoor essentieel voor het streven naar een betere bereikbaarheid. In de spits reist de helft van de reizigers met het spoor. We moeten dus ook alles op alles zetten om deze dikke reizigersstromen soepel te laten lopen. En daar trek ik hard aan samen met NS Reizigers, Prorail, andere OV-partijen en de decentrale overheden. En ik ben dan ook hartstikke blij met de komst van de nieuwe spoorinfrastructuur in deze regio onder de naam Randstadspoor. Alle partijen hebben onlangs dit project zeker gesteld met het door mij ondertekende projectbesluit. Op deze manier wordt hard gewerkt aan een betere bereikbaarheid van de regio Utrecht, ook via het spoor. Dames en heren,
Ik had eerder in mijn verhaal over ingrijpende en slimme maatregelen. Maatregelen die nodig zijn ten einde de groei van onze mobiliteit in goede banen te leiden. Want mobiliteit kan en wil ik niet afremmen. Mobiliteit is de drager van onze economische groei. En daarmee van onze werkgelegenheid en welvaart. Natuurlijk is de groei van onze mobiliteit gekoppeld aan de leefbaarheid en veiligheid van onze burgers. Dat is een absolute voorwaarde bij het ambitieuze bereikbaarheidsplan dat ik wil inzetten. Maar we moeten wel realistisch blijven. Zeggen dat je alle files kan oplossen is goedkope retoriek. Ik wil streven naar een betrouwbare en acceptabele reistijd. Leuker kunnen we het niet maken.
Natuurlijk kan het bereikbaarheidsprobleem niet door één organisatie worden opgelost. Bereikbaarheid is en blijft een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk, de regionale partijen en het bedrijfsleven. Dit is ook de rode draad in de Nota Mobiliteit die ik binnenkort zal presenteren.
Een tipje van de sluier. In de Nota Mobiliteit zullen concrete voorstellen staan die ons vervoersysteem moeten verbeteren. Met het bereikbaarheidsplan wil ik Nederland in beweging brengen, met de concrete voorstellen in de nota wil ik Nederland in beweging houden. Zo zal in de nota volop aandacht zijn voor de mogelijkheden die regionale samenwerking biedt. Verdere decentralisatie van verantwoordelijkheden en middelen zorgt ervoor dat er daadwerkelijk sprake kan zijn van regionaal maatwerk. We gaan verkeersbeleid dus slimmer organiseren door decentraal te doen wat kan, en alleen centraal wat moet.
In het verlengde van de decentrale aanpak ligt de netwerkbenadering. Mensen reizen niet van oprit naar afrit of van station naar station, maar van deur tot deur. Je hebt er als reiziger niets aan als je lekker doorrijdt op de snelweg en vervolgens vaststaat op de provinciale weg. Daarom willen we dat beheerders van verschillende wegen goed met elkaar samenwerken, en gaan we verschillende vormen van vervoer beter op elkaar afstemmen.
Vanuit deze netwerkbenadering - dan heb ik dus over het hoofdwegennet, het onderliggend wegennet en de OV-infrastructuur - is het noodzakelijk om keuzes te maken. Ik ben daarom blij om te zien dat de samenwerking in deze regio al op verschillende manieren vorm heeft gekregen. Zowel de aanpak op de A12 in de vorm van BRAVO en SALTO als de Luteijn aanpak in Utrecht en Eemland zijn goede voorbeelden van deze gezamenlijke aanpak. Voor de toekomst voorzie ik grote mogelijkheden om voort te borduren op deze bestaande samenwerkingsvormen.
Dames en heren,
We gaan ons verkeerssysteem dus als de wiedeweerga voorbereiden op de toekomstige behoeftes. Ik geef daar met mijn Nota Mobiliteit een aanzet voor. U moet nog even geduld hebben. De nota zal binnen enkele weken het levenslicht zien.
Maar met nota's kan je niet een rivier oversteken. Dus laten we vooral niet vergeten wie vandaag het levenslicht ziet: de Tweede Lekbrug. Ik ben zeer vereerd en natuurlijk ook apetrots dat we nu zover zijn dat de we deze brug kunnen openen.
Ik wil alle partijen feliciteren met de Jan Blankenbrug; de Bouwdienst, de betrokken gemeenten, de aannemerij en vanzelfsprekend de Directie Utrecht van Rijkswaterstaat. U heeft allen snel en in eendrachtige samenwerking iets moois afgeleverd. Maar bovenal feliciteer ik de weggebruiker!
Ik dank u voor uw aandacht.