Den Haag, 16 september 2004

Vragen van het lid Verdaas (PvdA) aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat

over bijna-ongelukken rond vliegveld Niederrhein

* Hebt u kennisgenomen van het artikel Bijna ongelukken rond vliegveld Niederrhein uit dagblad De Gelderlander van donderdag 16 september 2004?

* Hoeveel incidentmeldingen hebben zich sinds de openstelling van vliegveld Niederrhein voor burgerluchtvaart voorgedaan, in hoeveel gevallen vonden deze plaats boven Nederlands grondgebied en wat was de ernst van deze incidenten?

* Wanneer en op welke wijze is de Inspectie Verkeer en Waterstaat betrokken geraakt bij deze incidenten, wat is haar specifieke rol in deze en welke acties heeft de inspectie genomen?

* Wanneer en op welke wijze is uw ministerie geïnformeerd over deze incidenten en op welke gronden heeft u besloten de Tweede Kamer niet te informeren?

* Acht u de genomen maatregelen, waaronder de dringende aanbevelingen aan VFR-vliegers in de CTR, voldoende om gevaarlijke situaties in de toekomst te voorkomen en kunt u uw opvatting toelichten?

* In hoeverre zijn de incidenten ontstaan als gevolg van het onjuist aanwijzen van de CTR rond Niederrhein? Is over deze problematiek gesproken tijdens de onderhandelingen over het staatsverdrag inzake de uitoefening van de Luchtverkeersleiding door de Bondsrepubliek Duitsland boven Nederlands grondgebied alsmede de gevolgen van burgergebruik van luchthaven Niederrhein op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden?

* Hoe beoordeelt u de inzet van de betrokken Duitse autoriteiten en welke maatregelen zijn van Duitse zijde te verwachten om de veiligheidssituatie in het luchtruim rond Niederrhein te optimaliseren?

* Kunt u deze vragen beantwoorden vóór of gelijktijdig met de aanbieding van de nota naar aanleiding van het verslag over het staatsverdrag (29437) opdat de beantwoording kan worden betrokken bij de plenaire behandeling van dit verdrag?

* Wat is de voortgang van de invoering van de verplichting voor het voeren van transponders voor ballonnen, zweefvliegtuigen, zeilvliegtuigen en schermvliegtuigen, zoals vastgelegd in de Regeling navigatie- en telecommunicatie-installaties?