Gemeente Groningen

donderdag 16 september:
Nieuw depot Groninger Museum
Het college van B&W zal de raad voorstellen 1,6 miljoen beschikbaar te stellen aan het Groninger Museum voor de aankoop van een bedrijfspand en omliggend perceel in Hoogkerk. Op deze locatie zal het museum een nieuw depot ontwikkelen. De huidige depots van het museum voldoen niet meer aan de (inter)nationale eisen voor omvang en klimaatbeheersing. Museumdirecteur Kees van Twist heeft vanaf zijn aantreden de noodzaak van een nieuw depot aangekaart bij gemeente en provincie Groningen.

De totale kosten voor het depot bedragen 4.475.000,-. De gemeente zal in totaal ten minste 2,5 miljoen bijdragen en de provincie 1,5 miljoen. Het Groninger Museum beschikt naast het binnendepot in de Mendinitoren over twee buitendepots, in de stad Groningen en in Nuis. Zowel het binnendepot als de buitendepots voldoen niet aan de steeds strenger wordende eisen van Rijksoverheid, sponsors en (inter)nationale bruikleengevers.

De belangrijkste problemen in de verschillende depots zijn klimaatwisselingen (en daardoor vochtoverlast) en ruimtegebrek. De ontwikkeling van een nieuw depot is noodzakelijk om de collectie van ruim 60.000 voorwerpen op het gebied van kunst, kunstnijverheid, design en cultuurhistorie te behouden, zodat ook toekomstige generaties kennis kunnen nemen van de geschiedenis van de stad en regio.

Het Groninger Museum onderzocht de afgelopen jaren samen met de gemeente en provincie de mogelijkheden voor de ontwikkeling van een nieuw depot. De beste mogelijkheid doet zich voor in Hoogkerk. Het nieuwe depot wordt gevestigd in een niet eerder gebruikt bedrijfspand. De grootte van het perceel is 12.000 m2. Het pand voldoet aan het Programma van Eisen en biedt van alle onderzochte opties de meeste ruimte tegen de laagste kosten. De totale vloeroppervlakte bedraagt circa 6.000 m2, waarvan 5.000 m2 wordt ingericht als depotruimte voor het Groninger Museum en 1.000 m2 ter verhuur aan derden wordt aangeboden. De noodzakelijke investering voor de inrichting van 6.000 m2 depotruimte (dus inclusief de 1.000 m2 te verhuren ruimte) bedraagt

4.475.000,- (excl. BTW). Dit bedrag is inclusief de aankoopprijs van
1,6 miljoen. Het Groninger Museum wordt eigenaar en koopt de locatie aan. Het Groninger Museum zal in deze constructie ook de verantwoordelijkheid dragen voor de verhuur van de extra ruimte. Het museum heeft inmiddels contact gelegd met een aantal geĂŻnteresseerde partijen. Op dit moment resteert nog een structureel exploitatietekort van rond de 200.000,-. De exploitatie is nog exclusief de verhuur aan derden. Uitgaande van verhuur van de extra ruimte van 1.000 m2 zou het exploitatietekort met ruim de helft kunnen worden verlaagd. Over de definitieve exploitatie - een subsidiebijdrage in de verbouw en een eventuele structurele bijdrage in de exploitatie van het depot - zullen gemeente, provincie en het Groninger Museum binnenkort in nader overleg treden.

Geen gezamenlijk noordelijk depot
In het najaar van 2002 heeft het college een aantal mogelijke alternatieven voor de huidige depotsituatie onderzocht. Zo heeft het college samen met de noordelijke bestuurders de mogelijkheid voor een noordelijk depot verkend, waar de collecties van de musea uit de drie noordelijke provincies ondergebracht zouden kunnen worden. Bestuurlijk overleg tussen wethouder Dekker en haar collegas in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en de gemeente Leeuwarden, resulteerde echter (in januari 2003) in een negatief besluit ten aanzien het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek naar een noordelijk depot. Met name in Friesland en Drenthe was er bij de bestuurders weinig draagvlak voor een gezamenlijk depot. Ook de noordelijke musea waren niet enthousiast. De musea zelf gaven indertijd aan de reistijd naar een extern depot een zwaarwegend nadeel te vinden. De diverse musea en overheden gingen vervolgens hun eigen weg. Het Groninger Museum en het Drents Museum ontwikkelden afzonderlijk van elkaar plannen voor een eigen depot. Het Fries Museum bouwt een nieuw museum. Het Drents Museum te Assen heeft laten weten dat men niet volledig afwijzend staat tegenover een gezamenlijk depot, maar dat men, net als Groningen, zeer sterk de voorkeur geeft aan een afzonderlijk depot in de directe omgeving van het museum.

Projectgroep depot
In het voorjaar van 2003 stelde het college van B&W een projectgroep in die opdracht kreeg onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de depotproblematiek van het Groninger Museum structureel op te lossen en hiervoor een aantal scenarios uit te werken. De projectgroep onderzocht diverse opties en liet zich tijdens het onderzoek onder meer adviseren door het Instituut Collectie Nederland.Uiteindelijk kwam het bedrijfspand in Hoogkerk als meest gunstige optie uit de bus.