Burger zelfs na goed contact minder positief over politie
Contact met agent haalt mystiek van het vak af
Tevredenheid over het laatste contact dat iemand had met de politie,
zegt nog niet veel over diens algemene oordeel over de politie.
Inzetten op hogere tevredenheids-percentages voor het contactoordeel,
zoals de minister met de korpschefs is overeengekomen, is dus weinig
zinvol om een gunstiger oordeel over de politie te bereiken. Dit stelt
promovendus Jos Lammers van de Universiteit Twente, die zijn onderzoek
heeft gedaan bij het Instituut voor Maatschappelijke
Veiligheidsvraagstukken (IPIT). Burgers die contact hebben gehad met
de politie oordelen in bijna alle gevallen -ook bij een positief
verlopen contact- negatiever dan burgers die geen contact hebben
gehad. Dit heeft te maken met de symboolfunctie van de politie en de
bijbehorende hoge verwachtingen, aldus Lammers, die op 17 september
promoveert aan de faculteit Bedrijf, Bestuur en Technologie.
Vooropgesteld, aldus Lammers: de meerderheid van de Nederlanders is
best tevreden over de politie. Maar hij wilde graag weten of een
daadwerkelijk contact met de politie invloed heeft op dit oordeel. En
daarbij blijkt het niet zoveel uit te maken of de burger zelf de
politie heeft opgezocht, of dat hij wordt staande gehouden voor een
vette bekeuring: het oordeel over het contact werkt in de meeste
gevallen negatief uit op het oordeel over het functioneren van de
politie. Iemand die geen contact heeft gehad met de politie oordeelt
over het algemeen positiever over de politie dan iemand die dit wèl
heeft gehad. Lammers noemt als oorzaak `demystificatie': in het
daadwerkelijk contact verliest de politie iets van haar
symboolfunctie. De burger heeft bij de politie associaties met een
veilig schild, met de heroïek uit tv-series. De roep om `meer blauw op
straat' lijkt meer te maken te hebben met het versterken van deze
symboolfunctie dan met het willen vergroten van het aantal contacten.
Voor zijn onderzoek heeft Lammers onder meer gebruik gemaakt van de
Politiemonitor Bevolking, een grootschalig tweejaarlijks onderzoek
onder burgers dat al ruim tien jaar wordt gedaan. In de
respondentengroep die hij heeft onderzocht zaten 200.000 mensen zonder
contact met de politie, en ruim 130.000 mèt politiecontact. Tevreden
over het contact met de politie zijn niet alleen mensen die om een
service van de politie vragen, ook 9% van de mensen die een bekeuring
heeft gehad, geeft aan dat zij `zeer tevreden' zijn over het contact.
En dat zijn mensen die ook in algemene zin positiever over de politie
zijn gaan oordelen.
Toch ontbreekt het in de Politiemonitor volgens Lammers aan onderzoek
naar factoren die mensen tevreden maken over de politie: redenen voor
ontevredenheid worden daarentegen wel in kaart gebracht. Om de
Politiemonitor daadwerkelijk in te zetten als management-instrument,
zou de enquete volgens hem verbeterd moeten worden. Ook naar de
symboolfunctie en het proces van demystificatie wil hij meer onderzoek
doen: "Je kunt ook proberen het beeld bij te stellen dat mensen van de
politie hebben, maar ik denk dat ze zich dat niet ongestraft laten
afnemen."
Jos B. Lammers (Eindhoven, 1955) heeft zijn promotieonderzoek gedaan
bij het IPIT, Instituut voor Maatschappelijke Veiligheidsvraagstukken,
verbonden aan de Universiteit Twente. Zijn promotor is prof.dr. Kees
van der Vijver. Meer informatie over het instituut op de website
www.ipit.nl
Contactpersoon voor de pers: ir Wiebe van der Veen, tel (053) 4894244,
email w.r.vanderveen@utwente.nl
Laatst gewijzigd op 16-09-2004 © Universiteit Twente Printversie
Universiteit Twente