Ingezonden persbericht

Universiteit Maastricht

17 september 2004

Op dit persbericht rust een embargo tot vrijdag 17 september, 18.00 uur

Hoogleraar Brink in oratie:

"Traumatologie moet apart specialisme worden met inzet van gekwalificeerde physician assistants"

Om de behandeling van traumapatiënten kwalitatief te verbeteren is het van belang dat ze door traumatologen worden behandeld, in plaats van, zoals momenteel vaak het geval is, door algemeen en orthopedisch chirurgen. Een speciale traumatologie opleiding voor artsen en physician assistants zou de kwaliteit van de zorg verbeteren, en de inzet van deze zelfstandig functionerende physician assistants zou de kosten van de zorg danig drukken.

Dit stelt prof. dr. P.R.G. Brink, benoemd aan de faculteit der Geneeskunde tot hoogleraar Traumatologie, in zijn inaugurele rede op vrijdag 17 september. De rede is getiteld: "Traumatologie de deur uit."

Epidemie

De traumatologie is het specialisme binnen de geneeskunde dat zich bezighoudt met de behandeling van de lichamelijke gevolgen van mensen die het slachtoffers zijn van de inwerking van geweld, in de ruimste betekenis van het woord. Trauma is een sluipende epidemie die onvoldoende aandacht krijgt, zo betoogt Brink, en aangezien er relatief weinig aandacht voor preventie is neemt het aantal trauma's nog steeds toe. Het is de meest voorkomende aandoening in Nederland, en als men het verloren aantal levensjaren beschouwt dan komt trauma na hartziekten, beroerte en longkanker op de vierde plaats. Jaarlijks sterven in Nederland rond de 5000 mensen aan letsel, en gelet op de toenemende agressie is er een toename van schot- en steekwonden te verwachten.

Slachtoffers van letsel lopen echter het risico om, vooral buiten kantoortijden, behandeld te worden door een arts (algemeen chirurg of orthopedisch chirurg)die zich onvoldoende heeft gespecialiseerd in de Traumatologie. Een orthopedisch chirurg is goed in staat om bepaalde vormen van letsel te behandelen, zoals bijvoorbeeld gebroken ledematen, maar de Orthopedie blijft een deelspecialisme en beziet de traumapatiënt niet als geheel. Terwijl ze daar wel recht op hebben, zo betoogt Brink.

Traumatologie wordt volgens Brink nog teveel gezien als een aandachtsgebied dat naast de algemene praktijk uitgevoerd kan worden en pleit voor een speciale traumatologie opleiding in de toekomst die tot doel heeft het opleiden van artsen die zich exclusief bezig gaan houden met de behandeling van slachtoffers van geweld. Brink benadrukt dat het met name in de kleinere ziekenhuizen niet mogelijk is om, ten alle tijden een traumatoloog dienst te laten doen. Daarnaast oppert hij de mogelijkheid om een deel van de traumatologie uit te besteden aan physician assistants. Dit zijn nieuw op te leiden verpleegkundigen die na een driejarige mastersopleiding een deel van de minder complexe traumatologie zelfstandig over kunnen nemen, voornamelijk op de Eerste Spoed Eisende Hulp Afdeling.

Traumahelikopter

Brink twijfelt aan de noodzaak van artsen op straat. Dure en schaarse specialisten worden uit hun werkzaamheden van het ziekenhuis onttrokken en al dan niet met behulp van een helikopter naar de plaats van het ongeval gebracht. De introductie van de traumateams met helivoorziening heeft geleid tot een aanzienlijk aantal inzetten in Nederland. Voorstanders willen liefst nog zes maal vaker uitrukken naar een ongeval dan nu het geval is. Uit onderzoek is onvoldoende aangetoond dat het verrichten van medische handelingen ter plaatse door een arts altijd een meerwaarde zou hebben. Hij illustreert dit met het voorbeeld van de Traumahelikopter waar in Zuid-Limburg al dertig jaar gebruik van wordt gemaakt. De kosten om deze voorziening in de lucht te houden lopen op tot 4,5 miljoen euro per jaar, en daar komt nog bij dat deze service slechts tussen zonsopgang en zonsondergang gegarandeerd is. De speciaal geschoolde artsen zitten te wachten voor een inzet met een gemiddelde van 1 tot 3 per dag, waarbij geen ander patiëntcontact mogelijk is, omdat de arts acuut paraat moet blijven. Te vaak komen de artsen in situaties die geen specifieke medische behandeling vereisen, of die door anderen uitgevoerd hadden kunnen worden. Het ook daar inzetten van speciaal opgeleide physician assistants (ambulancehulpverleners met extra scholing en mogelijkheid om meer met medicatie te werken) zou in dit geval uitkomst kunnen bieden. Via webcamtechnologie kan in speciale gevallen on-line contact bestaan tussen de werkers in het veld en de specialist in het ziekenhuis. Er zijn volgens Brink zelfs mogelijkheden om deze physician assistants ook bij andere onderdelen van acute zorg in te zetten, zoals bij hartinfarcten en beroertes. De tijd lijkt rijp voor een tweedeling in de ambulancezorg waarbij acuut en besteld vervoer gesplitst gaan worden.

Kostenbeheersing zonder verlies van kwaliteit, daar gaat het om, en het is daarom noodzakelijk om binnen een bepaald budget optimale zorg te verlenen in plaats van maximale zorg. Brink is van mening dat de traumatoloog weldegelijk de deur uit moet wanneer het gaat over de inrichting van een eigen specialisme en opleiding, in samenwerking met in traumatologie geïnteresseerde orthopedisch chirurgen. Daarentegen pleit Brink er voor dat de medisch specialist de deur niet hoeft uit te gaan om bij ieder ongeval waarbij assistentie wordt gevraagd ook daadwerkelijk medische bijstand te verlenen. Dit kan zou heel goed uitbesteed kunnen worden aan de speciaal opgeleide physician assistants zonder dat de kwaliteit aangetast wordt. Onderzoek in die richting lijkt gewenst.

Noot voor de pers:

De inaugurele rede van prof. dr. Brink vindt plaats op vrijdag 17 september 2004, om 16.30 uur in de aula van de Universiteit Maastricht, Minderbroedersberg 4-6.

Prof. Brink is vrijdag 17 september tussen 11:30 en 12:30 voor de pers bereikbaar op 043-3875491

De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 3882044. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 21275612, pers@bu.unimaas.nl

De persberichten van de Universiteit Maastricht staan op internet: http://www.pers.unimaas.nl/