Ministerie van Algemene Zaken

17 september 2004

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van de leden van de Tweede Kamer Van Bommel en Vergeer (beiden SP), mij toegezonden op 9 september 2004.

De MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken

Mr.dr. J.P. Balkenende

Antwoorden op de vragen van de leden van de Tweede Kamer Van Bommel en Vergeer (beiden SP) aan de Minister-President, minister van Algemene Zaken over "gegevens van de Kamer van Koophandel Gooi en Eemland" (ingezonden 9 september 2004).


1.
Is het u bekend dat u volgens het uitreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandelvoor Gooi en Eemland* , sinds 1998 penningmeester bent van stichting Schuttersweg, te Hilversum?

Antwoord:
Neen, althans niet totdat u mij daarop wees. Ik vervulde tussen 1987 en 2001 diverse bestuursfuncties bij de NCRV, maar toen ik in het najaar van 2001 fractievoorzitter van het CDA werd, heb ik die allemaal beëindigd. De NCRV heeft echter vergeten aan de Kamer van Koophandel te melden dat ik geen penningmeester meer ben van de Stichting Schuttersweg.


2.
Waarom heeft u deze functie niet neergelegd overeenkomstig de door u vastgestelde procedure ten aanzien van kandidaat-ministers en ­staatssecretarissen van 20 december 2002?

Antwoord:
Deze functie was mijns inziens derhalve reeds neergelegd.


3.
Heeft u, gelet op het feit dat uit de statuten blijkt dat u als penningmeester van de stichting Schuttersweg wordt geacht de jaarrekening op te maken, tijdens uw ambtstermijn nog jaarrekeningen of andere officiële stukken of brieven ondertekend voor deze stichting? Zo ja, welke stukken?

Antwoord:
Neen.


4.
Hebt u zich na uw aantreden als minister-president nog op enige wijze ingezet voor deze stichting? Kunt u een overzicht geven van alle activiteiten die u in het kader van uw bestuurslidmaatschap sinds 1998 voor de stichting Schuttersweg hebt verricht?

Antwoord:
Neen.


5.
Deelt u de mening dat het handelen in strijd met de regels betreffende nevenfuncties schadelijk is voor het onpartijdige imago dat u als minister-president behoort te bezitten? Zo ja, op welke wijze denkt u dat beeld van belangenverstrengeling weg te kunnen nemen? Zo neen, waarom niet? Pagina

2/3

Antwoord:
Ja. Er is in casus geen sprake (geweest) van een nevenfunctie gedurende mijn ambtsperiode.
De NCRV heeft erkend dat zij de uitschrijving van mijn naam uit de registers van de Kamer van Koophandel had moeten verzorgen. Inmiddels is dit ook gedaan.


* Verkregen op 20 juli 2004

Pagina

3/3