Gemeente Heerenveen

Als lid van landelijk Platform: B en W van Heerenveen bepleiten rol middelgrote gemeenten bij Tweede Kamer

21/09/2004

Als lid van het Platform Middelgrote Gemeenten hebben burgemeester en wethouders van Heerenveen een brief ondertekend en vervolgens verstuurd naar de leden van de Tweede Kamer. Rondom Prinsjesdag vertolkt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten het standpunt van de gemeenten ten aanzien van de kabinetsplannen. De VNG neemt daarbij het voortouw maar de gemeenten wordt gevraagd dat te ondersteunen. Het Platform Middelgrote Gemeenten heeft daarom de aangesloten leden gevraagd zich rechtsreeks te richten tot de leden van de Tweede Kamer. De brief luidt als volgt:

"De aanbieding van de Rijksbegroting voor het jaar 2005 geeft ons aanleiding om ons tot u te wenden met een aantal kanttekeningen betreffende de positie van de middelgrote gemeenten in de kabinetsplannen. De middelgrote gemeenten vormen een onmisbare schakel tussen grote stad en platteland. Deze gemeenten vervullen als centrumgemeente een belangrijke functie voor het omliggende gebied en leveren als zodanig een bijdrage aan het leefbaar houden van het platteland, zowel met betrekking tot het wonen, de werkgelegenheid als een veelheid aan voorzieningen. De middelgrote gemeenten vullen de grote steden aan, vangen een deel van de overloopproblematiek van de grote steden op én vervullen een zelfstandige regiofunctie voor het achterland.

De afgelopen jaren zijn veel taken van het rijk overgedragen aan de gemeenten. Voorbeelden daarvan zijn taken op het gebied van de Wet werk en inkomen en de Wet op de jeugdzorg. Ook in de komende jaren zullen nog taken volgen, bijvoorbeeld voortvloeiend uit de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De gemeenten zijn bereid en in staat om deze taken op zich te nemen, mits zij de middelen die daarbij horen tot hun beschikking krijgen. Het gaat daarbij niet alleen om financiële middelen. Dat lichten wij toe aan de hand van een drietal voorbeelden waar met name de middelgrote gemeenten mee worden geconfronteerd.

Veiligheid. Vergroten van de veiligheid is een van de kernthema's uit de Rijksbegroting. Ook de gemeenten willen zich hiervoor inspannen. Echter, hiervoor worden ze onvoldoende geëquipeerd. Juridische en ook financiële middelen schieten tekort. Ter illustratie: Het primaat van de urgente aanpak van probleembuurten en/of probleemgroepen en/of typen overlast ligt bij de gemeente. De burgemeester kan met het Openbaar Ministerie en de politie overleggen op welke wijze de urgente aanpak vorm krijgt. Deze driehoek is echter slechts een deel van de veiligheidsketen. Ook jeugdzorg, maatschappelijk- en welzijnswerk maken er deel van uit. Het ontbreekt de gemeenten aan het gereedschap om alle benodigde schakels die van belang zijn voor de veiligheidsketen, aan elkaar te smeden. Noch in de driehoek, noch met andere betrokken instanties.

Wet Maatschappelijke ondersteuning. De middelgrote gemeenten zijn van mening dat zij, vanuit hun publieke verantwoordelijkheid, de natuurlijke partij zijn om de regierol in de maatschappelijke ondersteuning te vervullen. In de ontwerpwet WMO wordt aan de gemeenten dan ook een zware regierol toegekend. Onduidelijk is echter welke middelen de gemeente ter beschikking krijgt om de regierol ook op een goede, efficiënte en doeltreffende wijze op te pakken. Daarbij gaat het niet alleen over voldoende financiële middelen, maar ook over de mate van doorzettingsmacht.

Leefbaarheid. Het grotestedenbeleid richt zich met name op dertig steden. Dat is een te beperkte focus want ook middelgrote steden kampen met leefbaarheidsproblemen. Slechts bij het zorgvuldig afwegen en toedelen van middelen, zijn ook de middelgrote gemeenten in staat om de stedelijke problemen op te lossen en daardoor hun functies te blijven vervullen. Ons verzoek aan u is: er bij de behandeling van de begrotingshoofdstukken op toe te zien, dat de middelgrote gemeenten voldoende mogelijkheden krijgen om hun regisserende rol op een goede manier te kunnen vervullen. Daarnaast vragen wij het stedenbeleid niet alleen te beperken tot beleid dat gericht is op de bekende dertig gemeenten, maar uit te breiden met middelgrote gemeenten."