ST. RECLASSERING NEDERLAND
Opvang en reïntegratie justitiabelen kan beter!
Reclassering Nederland werkt sinds januari 2004 alleen nog in opdracht
van het Openbaar Ministerie, de rechter of het gevangeniswezen. Een
zogenaamde justitiële titel. Dit brengt in het justitiële proces
knelpunten met zich mee die sterk afbreuk doen aan zowel de
effectiviteit als de productiviteit van het reclasseringswerk. Niet
alleen aan het begin van het traject dat een dader doorloopt is winst
te halen in gedragsbeïnvloeding, maar ook bij terugkeer in de
maatschappij.
Reclassering Nederland is onlosmakelijk verbonden aan de
strafrechtketen. Zij neemt in het strafrechtelijke traject een unieke
positie in en is van politiecel tot en met het uitzitten van de straf
in meer of mindere mate betrokken bij de strafrechtspleging. .Nu wij
moeten wachten op een officiële opdracht gaat vaak kostbare tijd
verloren., aldus Sjef van Gennip, algemeen directeur Reclassering
Nederland. .Je ziet het op meerdere fronten mis gaan. Bijvoorbeeld in
de vroeghulp, het eerste contact dat plaatsvindt met de verdachte op
het politiebureau. Een snelle en directe aanpak biedt de meeste kans
op succes, de verdachte is vaak dan gemotiveerd om zijn gedrag te
veranderen. Wacht je weken of zelfs maanden, dan is het moment weg en
de kans op recidive levensgroot aanwezig..
Na het opstellen van een voorlichtingsrapport kan het maanden duren
voordat iemand opgeroepen wordt om ter zitting te verschijnen.
Gedragsbeïnvloeding door middel van training en begeleiding door de
reclassering is al die tijd uitgesloten. Ook de tijd die verstrijkt
tussen het uitspreken van een vonnis en het daadwerkelijk beschikken
over het vonnis, de justitiële opdracht, kan oplopen tot zeven maanden
of meer.
Aan het einde van de detentie is, ondanks toezeggingen daarover, de
reïntegratie van ex-gedetineerden niet geregeld. Sjef van Gennip:
.Minister Donner vindt dit geen justitie taak, maar een
maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat is een keuze die door de
politiek gemaakt is. Wat ik onbegrijpelijk vind, is dat de overdracht
van gevangenis naar maatschappij nog steeds niet geregeld is. We
spreken wel over meer dan 20.000 mensen die jaarlijks de gevangenis
verlaten. Reclassering Nederland, wiens taak dit van oudsher was, wil
hier graag een aanbod op maat voor ontwikkelen om de overdracht zo
soepel mogelijk te laten verlopen. Helaas is nog steeds niet duidelijk
wie uiteindelijk verantwoordelijk is en dus tot wie wij ons met dit
aanbod moeten wenden..