Ingezonden persbericht


Utrecht, 20 september 2004

Reactie Maatschappelijk Ondernemers Groep op Rijksbegroting

VWS investeert, maar Justitie bezuinigt op jeugdzorg

Terwijl staatssecretaris Ross investeert in de jeugdzorg, bezuinigt minister Donner. Kortingen op de justitiële jeugdzorg leiden ertoe dat juist de kwetsbaarste groep kinderen minder begeleiding krijgt. De voorgenomen bezuinigingen op de gezinsvoogdij en de justitiële jeugdinrichtingen moeten niet doorgaan. Dat vraagt de Maatschappelijk Ondernemers Groep (MOgroep) van de Tweede Kamer in een reactie op de Rijksbegroting. De MOgroep is de brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang.

Het plan van de staatssecretaris van VWS om 7 miljoen euro beschikbaar te stellen om gedragsgestoorde jongeren die in een JJI zijn opgenomen te kunnen behandelen, juicht de MOgroep van harte toe. Dit bevestigt de indruk dat het ministerie van VWS conform het hoofdlijnenakkoord investeert in de jeugdzorg. Het ministerie van Justitie daarentegen bezuinigt, in strijd met dit akkoord, fors op kinderen met dezelfde ernstige gedragsproblemen.

Perscontacten:
Onno Hoorn, persvoorlichter, telefoon 030 - 298 35 61 of 06 - 21 84 73 72 -----------------------


---- --
Embargo tot 21 september 2004, 15.15 uur

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Referentie: 04/03684
Contactpersoon: mw. drs. J.M. Kranenburg
Betreft: Reactie Rijksbegroting

Utrecht, 20 september 2004

Geachte voorzitter,

De Maatschappelijk Ondernemers Groep (MOgroep), de brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang, geeft in deze brief een eerste reactie op de Rijksbegroting.

I. Investeren in jeugd loont

Jeugdzorg, Welzijn en Onderwijs: partners in jeugdbeleid

'Het kabinet beseft dat nu investeren in de jeugd het meeste rendement oplevert voor de democratische samenleving, de economie, de integratie: voor de toekomst.' Maatschappelijk ondernemers investeren in de jeugd. Zij bieden in samenwerking met het (speciaal) onderwijs en het bedrijfsleven de jongeren perspectieven en voorkomen daarmee ontsporing van jeugdigen. Hierbij is een integrale, onbelemmerde aanpak noodzakelijk. Operatie Jong richt zich met name op het wegnemen van belemmeringen als gevolg van verkokerde regelgeving. De MOgroep juicht dit van harte toe. Operatie Jong op zichzelf is echter niet zaligmakend. Ook financiële verkokering moet voorkomen worden. Bezuinigingen doen de effectiviteit van het jeugdbeleid teniet. Het is een gemiste kans dat er vanuit het ministerie van OC&W geen budget meer is voor lokaal welzijn om een bijdrage te leveren aan het onderwijsachterstandenbeleid.

Wederom bezuinigingen gezinsvoogdij

Minister Donner stelt - voor het derde achtereenvolgende jaar - bezuinigingen voor op de gezinsvoogdij. De MOgroep vindt deze voorstellen onverantwoord. De kerntaak van de gezinsvoogd is - met een juridische steun in de rug - het ondersteunen van het gezin en de betrokken jeugdige in het bijzonder, zodat deze weer op de rails komen en de ouders de opvoeding weer zelf op zich kunnen nemen. De voorgenomen bezuiniging van 8,1% op dit deel van de jeugdzorg heeft ingrijpende consequenties voor de gezinsvoogdij. Hierdoor komen veel gezinnen zonder adequate bescherming te zitten met alle gevolgen van dien. De MOgroep vraagt nadrukkelijk de voorgenomen bezuiniging niet te effectueren.

Bezuinigingsvoornemens justitiële jeugdinrichtingen (JJI)

Het kabinet vindt het buitengewoon belangrijk Nederland veiliger te maken, onder andere door het aantal recidivegevallen terug te dringen. De JJI's spelen hierbij een onmisbare rol omdat zij met pedagogisch harde hand de voorwaarden creëren waardoor jeugdigen weer volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. De JJI's moeten hun capaciteit met 600 plaatsen uitbreiden om de veiligheid van onze samenleving te vergroten. Tegelijkertijd heeft de minister van Justitie zich voorgenomen 16% te bezuinigen op de JJI's. Om dit te realiseren stelt hij onder andere voor om de dagbehandeling te verkorten en te experimenteren met meerdere kinderen op één cel. Dat maakt het onmogelijk de kwaliteit te leveren die voor het realiseren van de doelstelling van het Rijk nodig is. De MOgroep vraagt ook deze voorgenomen bezuiniging niet te effectueren. Het voornemen van de staatssecretaris van VWS om in 2004 zeven miljoen euro beschikbaar te stellen om gedragsgestoorde jongeren die in een JJI zijn opgenomen te behandelen, juicht de MOgroep van harte toe. Overigens bevestigt dit de indruk dat het ministerie van VWS conform het hoofdlijnenakkoord investeert in de Jeugdzorg en het ministerie van Justitie daarentegen, in strijd met dit akkoord, fors bezuinigt op kinderen met dezelfde ernstige gedragsproblemen.

II. Maatschappelijke participatie centraal in WMO

Een sterk punt van de komende Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is de samenhang tussen brede maatschappelijke participatie van alle burgers en versterking van de zelfredzaamheid van kwetsbare burgers. De activiteiten van de ondernemers in de branche Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening richten zich op die samenhang en zijn cruciaal voor het slagen van de WMO. De voorstellen voor een beperkte WMO voor kwetsbare burgers en afzien van integratie met de huidige Welzijnswet wijst de MOgroep af. Integraal beleid vereist ook integrale financiering. Dit is mogelijk via het gemeentefonds of een brede doeluitkering voor de hele WMO. Een smalle doeluitkering belemmert brede maatschappelijke participatie. Het kabinet gaat ervan uit dat voor de uitvoering van de WMO vijf miljard euro beschikbaar is, waarvan drie miljard afkomstig uit het gemeentefonds voor Welzijn. Door kortingen op het gemeentefonds zijn in veel gemeenten forse bezuinigingen aangekondigd op het welzijnswerk, waardoor welzijnsdiensten die van cruciaal belang zijn voor het slagen van de WMO worden afgestoten. Ondernemers in welzijn kunnen alleen kwalitatief goede diensten aanbieden op de prestatievelden van de WMO, als hier een toereikend budget voor beschikbaar is en blijft.

III. Bevorderen ondernemersklimaat cruciaal

Deregulering en zelfregulering
De MOgroep is verheugd dat het kabinet werk maakt van deregulering en zelfregulering. Door de toegenomen verantwoordelijkheid van branches en hun klanten kan de dienstverlening meer worden toegespitst op de specifieke vraag (zie bijvoorbeeld de Wet kinderopvang en Arboconvenanten). Winst op het gebied van effectiviteit en motivatie is hiervan het gevolg. Tegelijkertijd constateert de MOgroep dat de overheid zich juist begeeft op het gebied van de (collectieve) arbeidsverhoudingen, een terrein dat naar de mening van de MOgroep voorbehouden is aan de werkgevers, werknemers en/of sociale partners (VUT, prepensioen, Algemeen Verbindend Verklaring van CAO's en ontslagvergoedingen). Dit is inconsequent ten opzichte van het ingezette overheidsbeleid met betrekking tot deregulering en zelfregulering. Het werkt demotiverend, is niet effectief en roept soms twijfels op over de betrouwbaarheid van de overheid. De MOgroep benadrukt dat de overheid het terrein van de (collectieve) arbeidsverhoudingen moet overlaten aan de werkgevers, werknemers en/of sociale partners.

Zelfregulering kinderopvang
De branche Kinderopvang laat zien de zelfregulering serieus te nemen. Meteen na het debat over de Wet kinderopvang heeft de MOgroep het initiatief genomen voor een convenant Kwaliteit met de klanten van de kinderopvang, de ouders. Het convenant ligt er nu en kan rekenen op een groot draagvlak. De MOgroep gaat er vanuit dat het kabinet de lijn van zelfregulering uit de Wet kinderopvang doortrekt en dit convenant als uitgangspunt neemt voor het toetsingskader.

Arbeidsparticipatie
De Wet kinderopvang moet ervoor zorgen dat de kinderopvang financieel toegankelijker wordt voor een grote groep ouders. De wet gaat ervan uit dat beide werkgevers gezamenlijk eenderde van de kosten voor hun rekening nemen. Per werkgever derhalve eenzesde. De wet laat de uitwerking hiervan over aan de CAO-partijen. Lang niet alle werkgevers en vakbonden pakken deze verantwoordelijkheid op in het CAO-overleg. Daardoor kunnen veel ouders geen gebruik maken van kinderopvang en zijn zij niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt. De MOgroep vraagt de overheid nadrukkelijk de noodzaak van CAO-afspraken over de financiering van de kinderopvang in het voor- en najaarsoverleg met de sociale partners te blijven benadrukken.

Vraagsturing voorwaarde voor efficiënt beleid VWS

VWS heeft voor de resterende kabinetsperiode (2005-2007) gemiddeld 110 miljoen euro per jaar beschikbaar voor projecten en opdrachten. Omdat dit bedrag aanzienlijk lager is dan in voorgaande jaren, wil het ministerie efficiencywinst behalen door gerichtere sturing en opdrachtverlening via programma's. Voorwaarde daarvoor is dat de programmalijnen aansluiten bij de uiteindelijke gebruikers in het veld. De MOgroep vindt het merkwaardig dat over de vastgestelde programmalijnen geen inspraak vanuit de branches is geweest. Er worden nauwelijks onderwerpen genoemd die betrekking hebben op het investeren in jeugd en in maatschappelijke participatie. De MOgroep pleit voor vraagsturing vanuit de praktijk. Niet de kennisinstituten maar de ondernemers uit de branches moeten met projectvoorstellen kunnen komen. De MOgroep vindt het een goede zaak dat VWS de kennisinfrastructuur wil herzien en tot een heldere opdrachtrelatie met de kennisinstituten wil komen. Directe invloed vanuit de branches van de MOgroep bij de vormgeving van de kennisinfrastructuur acht de MOgroep noodzakelijk.

De MOgroep doet een dringend beroep op u om deze reactie te betrekken bij de Algemene Beschouwingen over de Rijksbegroting 2005.

Met vriendelijke groet,

H. Strating
waarnemend directeur

-----------------------
Operatie Jong, Den Haag, 2004, citaat van Steven van Eijck, commissaris jeugd- en jongerenbeleid.

-----------------------


---- --