Buitenlands beleid in 2005
Geïntegreerde benadering
Nederland kiest voor een geïntegreerde benadering van internationale
vraagstukken. Vraagstukken op het gebied van vrede en veiligheid, goed
bestuur en mensenrechten, handel, armoede, milieu en migratie zijn
immers nauw met elkaar verbonden. Steeds wordt de beste combinatie van
instrumenten ingezet: diplomatiek, veiligheidspolitiek, militair,
economisch en ontwikkelingsgerelateerd.
Het Nederlandse pleidooi voor veiligheid als voorwaarde voor
ontwikkeling krijgt steeds meer bijval. De geïntegreerde aanpak
daarvan komt onder andere tot uitdrukking in de inzet van het
Nederlandse Stabiliteitsfonds en de Peace Facility van de Europese
Unie.
De geïntegreerde benadering wordt ook toegepast op
terrorismebestrijding, het versterken van de economische rechtsorde en
de armoedebestrijding. Succesvolle afronding van de
WTO-onderhandelingen - de Doha Development Agenda - blijft ook in 2005
een belangrijk streven. Nederland zal tijdens de WTO-conferentie
inzetten op versnelde afschaffing van handelsverstorende subsidies en
verbeterde markttoegang. Een sterke inzet op coördinatie, coherentie
en harmonisatie blijft voor wat betreft de armoedebestrijding ook in
2005 gehandhaafd.
Effectief multilateralisme
De tijd is rijp voor ingrijpende hervormingen van de Verenigde Naties.
Een functionerend en effectief multilateraal systeem, regionaal en
mondiaal, is over de hele linie van belang. Speciale aandacht gaat
daarbij uit naar landen die hun verantwoordelijkheden ten aanzien van
hun eigen bevolking, danwel hun verantwoordelijkheden in
internationaal verband, door onmacht of onwil ernstig verwaarlozen.
Voorkomen moet worden dat landen zich in de toekomst gedwongen zien
buiten dit systeem om te handelen, om het nakomen van
verantwoordelijkheden door andere landen af dwingen.
Daarom is versterking van het multilaterale stelsel dringend nodig,
onder meer door het ontwerpen van instrumenten die vroegtijdige,
snelle en krachtige actie mogelijk maken. Nederland speelt een actieve
rol bij het proces dat tot deze hervormingen moet leiden. Daarbij
wordt vooral aandacht gevraagd voor de verantwoordelijkheid van de
internationale gemeenschap om bijvoorbeeld bij ernstige schendingen
van de mensenrechten of genocide handelend op te treden.
Nederland zal zich in 2005 inspannen voor het uitvoeren van de
aanbevelingen gericht op het verbeteren van de effectiviteit en
legitimiteit van de VN.
Nederland steunt ook in 2005 het streven binnen de NAVO naar
verbetering van de inzetbaarheid van de bondgenootschappelijke
strijdkrachten. Ook is Nederland voorstander van goede samenwerking
tussen NAVO en EU, mede om duplicatie te vermijden.
De uitdagingen van deze tijd vragen om een gezamenlijke aanpak. Bij
het oplossen van de huidige complexe problemen blijft samenwerking met
de Verenigde Staten cruciaal, op hoofddossiers als het Midden-Oosten,
Irak, Iran, Afghanistan, de Balkan, Sudan, terrorismebestrijding,
non-proliferatie, VN-hervormingen, samenwerking EU-NAVO en WTO.
Versterking van het multilaterale systeem is alleen mogelijk samen met
de VS. Dit neemt niet weg dat zorgen over de opstelling van de VS op
een aantal terreinen, in het bijzonder ten aanzien van het
Internationaal Strafhof, bilateraal of in EU-verband uitdrukkelijk aan
de orde worden gesteld.
Een slagvaardige Europese Unie
Het zal nog even duren voordat de EU zich aan de uitbreiding heeft
aangepast: nieuwe patronen van vaste en wisselende coalities zullen
ontstaan. Voor Nederland betekent dat dat er sprake zal zijn van een
sterke bilaterale inzet. Dit is ook van groot belang bij de
onderhandelingen over de nieuwe meerjarenbegroting 2007-2013 van de
EU. Daarnaast hecht Nederland grote waarde aan een effectievere
implementatie van de Lissabon-strategie. Ook de kwaliteit en
effectiviteit van de Europese ontwikkelingssamenwerking moet beter. In
2005 zal bovendien een nieuwe fase aanbreken, gericht op de
ontwikkeling van een gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid en op
effectieve terrorismebestrijding.
In 2005 zal in de verschillende lidstaten verder worden gewerkt aan
ratificatie van het Grondwettelijk Verdrag. In Nederland zal, net als
in een aantal andere lidstaten, hierover een referendum worden
gehouden. Het Verdrag zal weliswaar op z'n vroegst eind 2006 in
werking treden, maar de voorbereidingen voor de inwerkingtreding
zullen meteen na ondertekening in gang gezet moeten worden, zodat de
nieuwe structuren na inwerkingtreding van het Verdrag operationeel
zijn.
In december 2004 zullen tijdens de Europese Raad onder Nederlands
voorzitterschap besluiten worden genomen over de afronding van de
onderhandelingen over toetreding van Bulgarije en Roemenië, over een
mogelijke start van onderhandelingen met Turkije en over het mandaat
van de toetredingsonderhandelingen met Kroatië in 2005.
Samenhangend regionaal beleid
Nederland kiest ook voor een geïntegreerde aanpak binnen de regionale
benadering. Speciale aandacht is er voor de Westelijke Balkan, de
Hoorn van Afrika, de Grote Merenregio, Afghanistan, Irak, het
Midden-Oosten, het Israelisch-Palestijns conflict, het
verzoeningsproces Ethiopië-Eritrea, Rusland, en Azië.
Met steun van Nederland zal in 2005 een conferentie van de VN en de
Afrikaanse Unie plaatsvinden om te komen tot een actieplan voor vrede,
veiligheid en stabiliteit en ontwikkeling in de regio.
Millennium ontwikkelingsdoelstellingen (MDGs)
2005 staat in het teken van tussentijdse evaluatie van de realisatie
van de Millenniumdoelen in 2015 en van het verhogen van de kwaliteit
en effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking. Met de notitie Aan
Elkaar Verplicht zijn de prioriteiten helder: onderwijs, HIV/AIDS,
reproductieve gezondheidszorg en -rechten, milieu en water. De focus
van de hulpinspanningen zal daarnaast gericht zijn op sub-Sahara
Afrika. Dit moet zich vertalen in de volgende concrete resultaten:
- verdubbeling van het budget voor HIV/AIDS, tbc en malaria tot 270
miljoen euro in 2007;
- 0,1 procent van het BNP uiterlijk in 2007 besteed aan water en
milieu;
- 15 procent van het ODA-budget uiterlijk in 2007 besteed aan
onderwijs
- 50 procent van het bilaterale ODA-budget naar sub-Sahara Afrika.
Ontwikkelingssamenwerking is geen zaak van de overheid alleen. Ook
burgers, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke
organisaties leveren een belangrijke bijdrage. De bilaterale
samenwerking met 36 partnerlanden wordt voortgezet, ook als het gaat
om verbetering van het ondernemingsklimaat in deze landen. Knelpunten
op het gebied van economisch bestuur, marktwerking en markttoegang, de
financiële sector, de fysieke infrastructuur en capaciteit moeten
worden weggenomen.
Meer aandacht voor de rol van het bedrijfsleven bij duurzame
armoedebestrijding vertaalt zich onder meer in het uitbreiden van PSOM
en ORET/MILIEV naar alle partnerlanden.
Verder wordt er gewerkt aan coherentie op beleidsterreinen die van
belang zijn voor ontwikkelingslanden: landbouw, vooral
EU-suikerhervorming en katoensubsidies in WTO-kader,
productstandaarden en visserijakkoorden.
In het belang van een leefbare toekomst, ook voor volgende generaties,
zal in het ontwikkelingsbeleid consequent gekeken worden naar sociale,
economische en milieuaspecten. Het Actieprogramma Duurzame Daadkracht
wordt in 2005 verder uitgevoerd.
Staat van de Unie
Op Prinsjesdag wordt - net als in voorgaande jaren - de "Staat van de
Europese Unie" aangeboden aan de Staten-Generaal. De "Staat" geeft een
overzicht van de actuele situatie in de Europese Unie, gezien vanuit
Nederlands perspectief. In de "Staat" is aandacht voor de Europese
agenda op hoofdlijnen, de financiën van de Unie en de agenda's van de
verschillende Raadsformaties voor het komende jaar.
Drie onderwerpen worden dit jaar uitgelicht: de Unie bevindt zich na
de toetreding van tien nieuwe lidstaten op een scharnierpunt in de
tijd. Wat is de plaats van Nederland in deze nieuwe Unie? Hoe verloopt
de samenwerking op het terrein van justitie en binnenlandse zaken
(JBZ)? Tot slot wordt onder de titel "van Marrakech tot Moermansk
revisited" ingegaan op de relatie van de Europese Unie met haar buren.
Ministerie van Buitenlandse Zaken