Surfende senioren horen er weer bij
Ouderen die internetten, hebben vaak het gevoel "er weer bij te
horen". Steeds meer ouderen zijn online, maar er is nog steeds een
grote achterstand. Niet alleen voor het gevoel mee te blijven tellen
is het belangrijk dat ouderen kennis maken met de computer en
internet, maar ook om de arbeidspositie van oudere werknemers te
verbeteren. Daarnaast kan ICT een bijdrage leveren aan de
levenskwaliteit van senioren.
· Ouderen zijn steeds beter vertegenwoordigd op het internet.
Vooral onder de 55-64-jarigen steeg de internettoegang snel: van 9% in
1998 naar 64% in 2003. Het percentage 65-74 jarigen dat thuis een
internetaansluiting heeft, steeg van 3% in 1998 naar 31% in 2003. Ook
75-plussers zijn vaker online: 1% in 1998 tegen 14% in 2003.
· Toch hebben ouderen nog altijd de grootste achterstand in de
informatiesamenleving. In 2003 was 90% van de 12-17-jarigen online, 78
% van de 25-34-jarigen, 82% van de 45-54-jarigen en 64% van de
55-64-jarigen.
· Op het werk verzwakt de computer de positie van 50-64-jarige
werknemers. Zij gebruiken minder vaak een computer, vooral als het om
meer complexe toepassingen gaat, en zij hebben meer problemen als ze
deze toepassingen wel gebruiken.
· ict kan een zinvolle bijdrage leveren aan de kwaliteit van
leven van ouderen door bij te dragen aan bijvoorbeeld langer
zelfstandig wonen, aan medische zorg op afstand of aan het verkrijgen
van passende overheidsinformatie.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit Surfende Senioren; kansen en
bedreigingen van ICT voor ouderen dat op 22 september 2004 verschijnt
bij Academic Service. Het boek is een gezamenlijke publicatie van het
Sociaal en Cultureel Planbureau, SeniorWeb en Fontys Hogescholen en is
tot stand gekomen onder redactie van dr. Jos de Haan, drs. Oene
Klumper en dr. Jan Steyaert. Het gebruik van ICT door ouderen in
verleden, heden en toekomst passeert de revue. Er wordt ingegaan op
achtergronden van gebruik en niet-gebruik van ict in verschillende
situaties. Ook beleidsmaatregelen die van ouderen digitaal vaardige
burgers zouden moeten maken worden besproken.
Meer ouderen online, maar nog steeds achterop
Hoewel ouderen steeds vaker thuis een pc met internettoegang hebben,
blijven zij een groep met een achterstand in het bezit en gebruik van
moderne ict-producten. Als ouderen een internetverbinding hebben,
maken zij veelal gebruik van een inbelverbinding, terwijl jongeren
relatief vaak een breedbandverbinding hebben. Ouderen met een hoog
opleidingsniveau, een hoog inkomen en levend in een
meerpersoonshuishouden hebben vaker een pc met internetaansluiting dan
hun leeftijdgenoten met een laag opleidingsniveau en een laag inkomen
die alleen wonen. Gebrek aan interesse is de belangrijkste reden die
ouderen zelf opgeven om geen internet te hebben. Als tweede reden
geven zij aan dat zij te oud zijn of dat zij geen geschikte pc hebben.
Computer verzwakt positie oudere werknemer
Oudere werknemers in de grafische industrie en de groothandel blijken
minder vaak computertoepassingen op hun werk gebruiken en zeker minder
vaak de meer complexe toepassingen. Zij hebben ook meer problemen als
ze deze toepassingen wel gebruiken. Dit alles werkt minder gunstig
door in hun algehele functioneren. Vanuit zowel het bedrijf als de
overheid bestaan er echter mogelijkheden om de positie van ouderen op
dit terrein te verbeteren.
Door internet `er weer bij horen'
Het merendeel van de ouderen maakt geen gebruik van internet. Zij
vinden internet niet nuttig, niet noodzakelijk en te moeilijk. Veel
ouderen hebben een gebrekkig beeld van wat internet is en beschikken
niet over digitale vaardigheden. Ook beperkingen als vergeetachtigheid
of slechte ogen kunnen een belemmering vormen. Het onpersoonlijke
aspect van internet, het `beeldschermstaren' en een mogelijke
verslaving worden eveneens genoemd als redenen om er niet aan te
beginnen.Ouderen die wel internetten noemen praktische redenen zoals
e-mailen met kinderen of kleinkinderen vooral wanneer deze in het
buitenland verblijven. Ook het gevoel `er weer bij te horen' en het
mee te kunnen praten vormen een belangrijke motivatie om zich in
internet te verdiepen.
Een betere toekomst door ICT?
Ouderen verwachten in de toekomst een verhoging van de levenskwaliteit
door ICT, bijvoorbeeld doordat zij langer zelfstandig kunnen blijven
wonen of langer gezond te blijven leven. In ruim 1000 woningen van
dertig woonprojecten in de ouderenhuisvesting wordt inmiddels
woninggebonden technologie toegepast. Deze technologie blijkt een
bijdrage te leveren aan het langer zelfstandig kunnen blijven wonen.
Vooral veiligheidsfuncties zijn daarbij van belang. Voorwaarde is dat
er meer ingespeeld wordt op de vraag van ouderen dan tot nu toe in de
praktijk wordt gedaan en dat de techniek zo gebruiksvriendelijk
mogelijk wordt vormgegeven. Oudere bewoners moeten kunnen kiezen
tussen diverse pakketten woontechnologie.
Ouderen vinden echter dat de inzet van ICT niet ten koste mag gaan van
menselijke contacten en van niet-technologische alternatieven. ICT
moet bovendien goed toegankelijk zijn voor ouderen (financieel,
cognitief en fysiek), mag geen sociale kloof veroorzaken, en mag geen
inbreuk vormen op de privacy.
ICT biedt de overheid kansen om zich meer op ouderen richten
Door ICT kan de overheid beter inspelen op wat burgers willen en
belangrijk vinden. De lage verspreiding van ICT onder ouderen maakt
het moeilijk om deze groep via internet en e-mail te bereiken.
Aangepaste technologie biedt voorlopig meer mogelijkheden. Om de
drempel naar meer interactieve diensten te verlagen kan de zogenoemde
`top-box plus' bovenop de televisie met afstandsbediening gebruikt
worden. Beginnende surfende senioren kunnen met een PC en Internet
vanuit eigen huis deelnemer worden van een `Internetpanel'; zo vindt
tegelijkertijd training en opiniepeiling plaats. Voor digitaal
vertrouwde ouderen kan de weg open liggen naar een `persoonlijk
webfolio' met (beschermd) toegankelijke overheidsinformatie. Het
verleiden van oudere burgers tot het gebruik van nieuwe technologie
vraagt vooral om het bekend maken van duidelijke toepassingen en het
uitbouwen van ondersteuning.
Ouderen hechten relatief sterk aan traditionele kanalen van
communicatie en informatieoverdracht, zoals telefoon en loketdiensten.
Het technologiebeleid zou zich niet alleen moeten richten op het
invoeren van nieuwe technologie, maar ook beleid formuleren op het
behoud van oude technologie.
Aanbieding eerste exemplaar aan Frans de Jong, visionair, op 22
september 2004
Het eerste exemplaar van Surfende Senioren wordt op 22 september 2004
aangeboden aan Frans de Jong, visionair en initiatiefnemer van
SeniorWeb. SeniorWeb is in 1996 opgericht om de deelname van ouderen
aan de ICT maatschappij te stimuleren.
De aanbieding vindt plaats tijdens het seminar Surfende Senioren op
woensdag van 9.30-13.00 uur in de Jaarbeurs Utrecht. Tijdens de
bijeenkomst wordt onder voorzitterschap van Paul Schnabel (directeur
SCP) gesproken over de invloed van ICT op het leven van ouderen nu en
in de toekomst.
Surfende Senioren; kansen en bedreigingen van ICT voor ouderen, Jos de
Haan, Oene Klumper en Jan Steyaert (red.).
Den Haag: Academic Service, september 2004, ISBN 90 395 2326 6 NUR
980, 155 p., prijs 19,95.
Sociaal en Cultureel Planbureau