Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)

Consultatiedocument NMa-agenda 2005

Nederlandse Mededingingsautoriteit
Postbus 16326
2500 BH Den Haag

Voorwoord...............................................................................................................................................................3
1 Inleiding.......................................................................................................................................................... 4
1.1 Doel van het consultatiedocument........................................................................................................ 4
1.2 Voorbereiding en opbouw...................................................................................................................... 4
1.3 Reacties en verdere procedure............................................................................................................... 4
2 Missie...............................................................................................................................................................5
3 Aandachtsvelden ............................................................................................................................................ 6
3.1 Mededingingswet................................................................................................................................... 6 3.2 Energiewetten......................................................................................................................................... 8 3.3 Vervoerswetten....................................................................................................................................... 9
4 Toezichtstrategie...........................................................................................................................................10
4.1 Criteria voor optreden ...........................................................................................................................10 4.2 Werkwijze...............................................................................................................................................10 4.3 Civiele handhaving ................................................................................................................................12


---

Voorwoord

De NMa wil haar plannen voor 2005 ter consultatie aan u voorleggen. Deze plannen hebben betrekking op de voorgenomen aandachtsvelden in 2005 en op de toezichtstrategie van de NMa. Belangrijk onderwerp in de strategie is de mogelijkheid van civiele handhaving. Ook op de "European Competition Day" staat civiele handhaving prominent op de agenda. Deze dag wordt op 22 oktober 2004 gehouden in Amsterdam in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de EU.

Graag nodig ik u uit uiterlijk 8 oktober 2004 te reageren aan de hand van de vragen in dit document. Uw reacties worden meegenomen bij het opstellen van de NMa-agenda 2005. Ik presenteer de NMa-agenda in januari 2005.

Ik hoop dat dit consultatiedocument voldoet aan uw verwachtingen en ik wacht uw bevindingen met belangstelling af.

Mr. P. Kalbfleisch
Directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit


---


1 Inleiding


1.1 Doel van het consultatiedocument
Met dit consultatiedocument informeert de NMa u over de voorgenomen aandachtsvelden in 2005 en haar toezichtstrategie. U wordt verzocht aan de hand van gerichte vragen hierop uw visie te geven op deze aandachtsvelden en toezichtstrategie. De reacties neemt de NMa mee bij het opstellen van de definitieve agenda, die januari 2005 verschijnt. De agenda geldt voor de gehele NMa, inclusief de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) en de Vervoerkamer.

Dit consultatiedocument bevat niet de concrete handhavingsplannen in de verschillende sectoren.


1.2 Voorbereiding en opbouw
In de NMa-agenda 2004 heeft de NMa haar plannen voor 2004 uiteengezet nadat hierover een consultatie had plaatsgevonden. Ook in 2005 stelt de NMa na consultatie haar agenda vast. Tijdens de consultatieperiode spreekt de NMa met verschillende belangengroepen waaronder organisaties uit de genoemde aandachtsvelden.

De opbouw van dit document is als volgt:
In hoofdstuk 2 leest u meer over de missie van de NMa. In hoofdstuk 3 presenteert de NMa haar aandachtsvelden voor 2005. Hoofdstuk 4 gaat in op de toezichtstrategie van de NMa. De consultatievragen staan in de hoofdstukken 3 en 4.


1.3 Reacties en verdere procedure
De NMa nodigt u uit te reageren op de vragen in de hoofdstukken 3 en 4 en verzoekt u uw antwoorden zoveel mogelijk te motiveren. Reacties op dit consultatiedocument kunt u vóór 8 oktober 2004 aanleveren. U kunt uw bijdrage per post sturen naar:

De Nederlandse Mededingingsautoriteit
T.a.v. de heer drs. H. van Wieren
Postbus 16326
2500 BH Den Haag

Of per e-mail naar: nma_consultatiedocument@nmanet.nl

De NMa publiceert alle schriftelijke reacties op haar websites1 tenzij u zelf aangeeft daarop geen prijs te stellen.


1 NMa: www.nmanet.nl, DTe: www.dte.nl

---


2 Missie

Markten laten werken. Dat is de missie van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Een concurrerende omgeving bevordert innovatie en bevordert de concurrentiekracht van Nederland. De NMa stimuleert marktwerking en ziet toe op effectieve concurrentie. De consument profiteert hiervan door lagere prijzen voor zijn producten, een betere kwaliteit en/of meer keuzemogelijkheden.

Ook in situaties waar geen of beperkte concurrentie mogelijk of wenselijk is, wil de NMa toch de voordelen van directe concurrentie tussen bedrijven bereiken en deze doorgeven aan de consument. De NMa doet dat door kunstmatig efficiëntieprikkels in te voeren en ervoor te zorgen dat eerlijke toegang bestaat tot netwerken zoals de railinfrastructuur en de elektriciteits- en gasnetten. Op grond van sectorspecifieke regelgeving houdt de NMa toezicht op de energie- en vervoersmarkten. Dit toezicht vindt plaats binnen de desbetreffende `kamers' van de NMa, de Vervoerkamer en DTe.

De strategie van de NMa is erop gericht markten te laten werken. Om dat te bewerkstelligen gaat de NMa pro-actief te werk en wacht bijvoorbeeld niet louter op klachten. Zij onderzoekt ook zelf aanwijzingen van overtredingen van de wetten. De NMa is daarbij steeds meer actief in een internationale omgeving. Zo werkt de NMa samen met de Europese Commissie en in toenemende mate met andere Europese mededingingsautoriteiten en markttoezichthouders.

De NMa richt zicht ieder jaar specifiek op een aantal complexe en maatschappelijk relevante sectoren en thema's ten behoeve van haar eigen inzicht. Dit inzicht kan uitmonden in bijvoorbeeld onderzoeken, adviezen en economische regulering. Hoofdstuk 3 gaat in op deze aandachtsvelden. Daarnaast stelt de NMa prioriteiten vast aan de hand van een viertal criteria. De NMa bepaalt zo welke vermoedelijke overtredingen worden aangepakt en welke klachten worden behandeld. Prioriteitstelling is nodig omdat capaciteit en middelen van de NMa beperkt zijn. In hoofdstuk 4 wordt deze toezichtstrategie nader toegelicht. De strategie beoogt het effect van het optreden van de NMa in de markt te optimaliseren.


---


3 Aandachtsvelden

De NMa houdt toezicht op naleving van de Mededingingswet in alle sectoren van de economie. Specifieke wetgeving bestaat voor markten waar nog geen of slechts beperkte concurrentie mogelijk of gewenst is, zoals in (delen van) de energie- en vervoersmarkten. De mogelijkheden om in te grijpen volgen uit de wettelijke taken en bevoegdheden van de NMa. Voor een overzicht van relevante wet- en regelgeving: zie de website van de NMa, DTe en Vervoerkamer.

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aandachtsvelden binnen respectievelijk de Mededingingswet, energiewetten en vervoerswetten. Aandachtsvelden zijn sectoren of thema's waarvoor de NMa volgend jaar specifiek belangstelling toont en waaraan zij prioriteit geeft. De selectie van aandachtsvelden gebeurt op basis van de marktstructuur en marktgedrag én het maatschappelijk belang. Voor sectoren die de NMa selecteert geldt niet dat deze a priori verdacht worden van het overtreden van de wetten maar wel dat zij bijvoorbeeld beschikken over een complexe marktstructuur die om nader onderzoek vraagt.

3.1 Mededingingswet
De Mededingingswet omvat

- het verbod op prijs- en andere mededingingsbeperkende afspraken;
- het verbod op misbruik van economische machtsposities;
- concentratietoezicht.
De Mededingingswet is in 2004 op een aantal punten gewijzigd als gevolg van de `modernisering' van de Europese mededingingsregels2. Zo is de nationale en Europese mogelijkheid voor het aanvragen van een ontheffing van het kartelverbod vervangen door een systeem waarin de bedrijven zelf beoordelen of hun afspraken en gedragingen verenigbaar zijn met de nationale en Europese wetgeving (`self assessment').
Ook is er naar aanleiding van de modernisering een nieuwe taak ontstaan voor de NMa: de `amicus curiae'-interventies. De NMa kan zelfstandig besluiten om in een bepaalde gerechtelijke procedure antwoord te geven op specifieke rechtsvragen. De rechter kan bovendien de NMa verzoeken tot een amicus curiae-interventie in een kort geding-procedure. De bevoegdheid om als amicus curiae op te treden is beperkt tot zaken waarin het gaat om de toepassing van de Europese mededingingsregels. Het doel van een dergelijke interventie is dat de wet consistent en coherent wordt toegepast in een rechterlijk vonnis. Deze interventies worden openbaar gemaakt. De NMa heeft onlangs over deze interventies richtsnoeren gepubliceerd.
De NMa heeft op grond van de nieuwe Europese verordening en de evaluatie van de Mededingingswet enkele nieuwe bevoegdheden gekregen om effectiever te kunnen handhaven. Deze zijn:
- Bevoegdheid om woningen te betreden ter ondersteuning van inspecties door de Europese Commissie;


2 Zie www.nmanet.nl onder Over de NMa >> internationaal
---


- Bevoegdheid om een hogere boete (van EUR 4500 naar EUR 450.000 ) op te leggen voor niet-

medewerking aan onderzoeken. Van de boete van EUR 4500 ging onvoldoende afschrikwekkende werking uit.

De NMa heeft de afgelopen jaren in het kader van het concentratietoezicht niet alleen meldingen van fusies en overnames behandeld maar heeft ook meer in het algemeen haar visie gegeven op concentraties, bijvoorbeeld in de energiemarkten en met betrekking tot ziekenhuizen. Ook zijn onlangs de Spelregels bij concentratiezaken gepubliceerd. Eerder bracht de NMa Richtsnoeren voor remedies bij concentratiezaken naar buiten. De NMa investeert ook in 2004 in de verdere verfijning van haar beoordelingskader en in het geven van inzicht daarin.

De aandachtsvelden voor 2005 komen grotendeels overeen met die van 2004 vanwege de doorlooptijden van onderzoeken in sectoren en analyses van markten. Zo hebben de bouwonderzoeken de hoogste prioriteit gekregen en zij vergen dit en volgend jaar een groot deel van de onderzoekscapaciteit. De NMa wil met deze intensivering ervoor zorgen dat de bouwonderzoeken in 2005 zo veel mogelijk kunnen worden afgerond. Dit betekent dat de ruimte beperkt is om in 2005 verschuivingen aan te brengen in de aandachtsvelden omdat de toedeling van capaciteit deels al vastligt. Voor 2005 stelt de NMa daarom de volgende aandachtsvelden voor:

· Bouw
· Vrije Beroepen
· Financiële sector
· Zorgsector

Bouw:
De bouwsector kreeg in 2004 binnen het aandachtsveld aanbestedingen al bijzondere aandacht. Dit blijft zo in 2005. De NMa wil in 2005 de lopende bouwonderzoeken grotendeels afronden. Gezien de omvang en complexiteit van deze onderzoeken, vraagt dit aandachtsveld ook volgend jaar veel inzet en capaciteit van de NMa-organisatie.

Vrije beroepen:
De NMa is dit jaar mede naar aanleiding van verzoeken vanuit de Europese Commissie en de OESO begonnen met onderzoek naar de noodzaak en wenselijkheid van zelfregulering van vier vrije beroepen (accountants, architecten, notarissen en advocaten). Tegen deze zelfregulering kan wegens de bijkomende effecten op de mededinging bezwaar staan. In september 2004 publiceert de NMa de eerste resultaten in de vorm van een inventarisatie van deze beperkingen met het verzoek hierop te reageren. Dit onderzoek kan zich volgend jaar uitbreiden naar andere beroepsgroepen.

Financiële sector:
De financiële sector blijft in de aandacht van de NMa staan. In 2005 gaat de NMa verder met het analyseren en onderzoeken van deze sector. Deze onderzoeken richten zich met name op de deelmarkten met betrekking tot banken, effecten en verzekeringen.

Zorg:
In de zorgsector vindt een voorzichtige introductie van gereguleerde marktwerking plaats. De Zorgautoriteit in oprichting speelt daarbij een belangrijke rol. Voor die deelsectoren waar marktpartijen
---

onderling kunnen concurreren is de Mededingingswet van toepassing en houdt de NMa toezicht op

naleving. Belangrijk is dat het optreden van de NMa en de Zorgautoriteit in oprichting elkaar aanvullen en versterken.

Consultatievragen:

1. Via bijvoorbeeld richtsnoeren geeft de NMa inzicht in de beoordelingskaders voor fusies en overnames. Welke sectoren of thema's vragen om deze benadering?
2. Wat is uw mening over de gekozen sectoren als aandachtsveld? Welke mist u en welke kan de NMa volgens u weglaten gegeven de beperkte capaciteit?
3. Zijn er binnen de genoemde sectoren onderwerpen waaraan de NMa volgens u met name aandacht moet geven?


3.2 Energiewetten

Naar aanleiding van de evaluatie van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn met de inwerkingtreding van de Interventie- en Implementatiewet (I&I-wet) belangrijke wijzigingen aangebracht in de taken en bevoegdheden van DTe. Zo krijgt DTe tot taak de geliberaliseerde energiemarkt te monitoren en de bevoegdheid boetes op te leggen. In de tariefregulering van de elektriciteitsnetten zijn prikkels ingebouwd om de kwaliteit ervan te verbeteren.

In 2005 stelt DTe voor om aan de volgende thema's prioriteit te geven: · Consumentenbelang;
· Kwaliteitsregulering van de elektriciteitsnetten; · Import- en exportcapaciteit van elektriciteit;
· Toetreding gasmarkt.

In 2005 staat het belang van de consument voorop. Voor het slagen van de liberalisering van de levering van elektriciteit en gas is het belangrijk dat consumenten over voldoende informatie beschikken om de aanbiedingen van leveranciers te kunnen beoordelen. Voorts is belangrijk dat het overstappen naar een andere leverancier probleemloos verloopt. DTe treedt in het belang van de consumenten op daar waar de markt niet goed blijkt te werken.

De kwaliteitsregulering met betrekking tot de elektriciteitsnetten treedt in 2005 in werking. Hiermee beoogt DTe dat er niet alleen prikkels bestaan voor het zo efficiënt mogelijk functioneren van netbeheerders, maar dat er tevens voldoende prikkels bestaan om te blijven investeren in de kwaliteit van de netten. DTe streeft hierbij naar een stabiel reguleringskader dat bijdraagt aan een gezond investeringsklimaat voor de netten.

DTe wil in 2005 zo veel mogelijk duidelijkheid verkrijgen over de import- en exportcapaciteit van elektriciteit. Hierbij zal tevens aandacht worden besteed aan de vraag hoe de samenwerking tussen TenneT en de TSO's (Transmission System Operators) van de ons direct omliggende landen verder kan worden verbeterd. Dit om middels een voortdurende optimale inzet van de netten de import- en exportmogelijkheden te maximaliseren.


---

DTe zal komend jaar de nodige aandacht geven aan de toetreding tot de gasmarkt. DTe wil de toegang

tot flexibiliteitsdiensten, importcapaciteit en kwaliteitsconversie-faciliteiten verbeteren. De marktwerking kan hierdoor verder worden versterkt.

Vanuit de Mededingingswet is er ook aandacht voor de energieleveranciers. Het is voor het succes van de liberalisering van groot belang dat de marktspelers geen afspraken maken over prijzen en marktverdeling en dat de toetreding van nieuwe leveranciers niet wordt gefrustreerd.

Consultatievragen (vervolg):

4. Wat vindt u van de genoemde thema's met betrekking tot de energiewetten? Welke mist u en welke kan de NMa/DTe volgens u weglaten?

3.3 Vervoerwetten

De Vervoerkamer van de NMa breidt in 2005 haar toezicht uit op de vervoermarkten. Naar verwachting treedt de Concessiewet personenvervoer per trein op 1 januari 2005 in werking. Voor het personenvervoer geldt een aanbestedingsplicht met uitzondering van het hoofdrailnet waarop de NS tot 2015 haar exclusieve positie behoudt. De Vervoerkamer controleert of de NS haar wettelijke plicht nakomt en geen misbruik maakt van haar exclusieve positie.

De Spoorwegwet treedt naar verwachting op 1 januari 2005 in werking. Het toezicht hier zal gericht zijn op de nieuwe verhoudingen tussen de beheerder van de railinfrastructuur (ProRail) en de vervoerders op het spoor. De Vervoerkamer richt de aandacht daarbij vooral op de wijze waarop de ProRail zijn taken vervult. De taakuitoefening dient onafhankelijk, transparant en non-discriminatoir te zijn. De Vervoerkamer richt zich in 2005 specifiek op: · de capaciteitsverdeling;
· de gebruiksvergoeding;
· de bijkomende diensten en voorzieningen.

De Vervoerkamer gaat ook toezicht houden op de tarieven die de Luchthaven Schiphol in rekening brengt voor de luchtvaart en die het Loodswezen rekent voor het loodsen van zeeschepen. In 2005 staat de totstandkoming van de daartoe benodigde wet- en regelgeving centraal. De Vervoerkamer heeft daarbij een adviserende rol.

Ook vanuit de Mededingingswet is er aandacht voor de vervoermarkten. De NMa kan met haar toezichtstaak vanuit de Mededingingswet de Vervoerkamer ondersteunen bij haar sectorspecifieke toezicht.

Consultatievragen (vervolg):

5. Wat vindt u van de genoemde thema's met betrekking tot de vervoerwetten? Welke mist u en welke kan de NMa/Vervoerkamer volgens u weglaten?
---

4 Toezichtstrategie

4.1 Criteria voor optreden
Deze paragraaf gaat in op de criteria die de NMa hanteert om te bepalen wanneer in een markt wordt opgetreden. De Europese dimensie daarbij is, als gevolg van de `modernisering van de Europese regels, belangrijker geworden. De criteria zijn gelijk aan die uit de NMa-agenda 2004:
1. Wat is het economisch belang?

2. Wat is het consumentenbelang?

3. Wat is de ernst van de overtreding?

4. Is optreden van de NMa doelmatig en doeltreffend?

Het economisch belang wordt bepaald door de omvang van de markt vast te stellen, evenals de impact van de overtreding in die markt. Dit kunnen indicaties zijn van de directe economische schade die de overtreding veroorzaakt.

Het consumentenbelang wordt meegewogen om vast te stellen of optreden van de NMa zich naar verwachting `uitbetaalt' in de vorm van bijvoorbeeld lagere prijzen, betere kwaliteit of verruiming en/of verduidelijking van de keuzemogelijkheden voor de consument.

De ernst van de overtreding wordt bepaald door de aard van de overtreding. `Hardcore' kartels, zoals prijs- en marktverdelingsafspraken, zijn voorbeelden van ernstige overtredingen.

De NMa beoordeelt of zij met haar optreden haar doel kan bereiken (doeltreffendheid). Bij doelmatigheid gaat het erom of de inzet van middelen in verhouding staat tot de opbrengsten. Belangrijke vragen hierbij zijn: heeft de zaak een belangrijke signaalfunctie naar andere marktspelers en markten, zijn andere overheidsinstanties beter toegerust of is wellicht een civiele procedure hier opportuun, en in hoeverre beschikt de NMa over concrete aanwijzingen? Aanwijzingen kunnen voortkomen uit klachten en eigen onderzoek. Ook kunnen ondernemingen zelf informatie geven; voor karteldeelnemers die willen `uitstappen' heeft de NMa een clementieregeling opgesteld.

4.2 Werkwijze

De werkwijze van de NMa en haar kamers is gericht op de naleving van de Mededingingswet en enkele sectorspecifieke wetten.

De communicatiepraktijk van de NMa is vastgelegd in de Werkwijze communicatie. De NMa informeert consumenten, bedrijven en overheidsorganen over de inhoud en het doel van deze wetten. Burgers en bedrijven kunnen de NMa informeren als zij een concreet vermoeden hebben van mogelijke wetsovertredingen in de markt.

Het naleven van de wet is uiteraard de verantwoordelijkheid van ondernemingen zelf. De NMa ondersteunt de naleving door middel van voorlichting en door het stimuleren van bijvoorbeeld
10

`compliance' regelingen, die de kans op spontane naleving vergroten. De NMa benadrukt dat met name

brancheorganisaties tot taak hebben hun leden hierover voor te lichten en te adviseren. Met MKB- Nederland en VNO-NCW gaat de NMa na welke sectoren bij voorrang ondersteuning van de NMa moeten krijgen. De brancheorganisaties in die sectoren worden vervolgens door de NMa benaderd.

De NMa kan richtsnoeren opstellen waarin zij duidelijk maakt hoe de wetgeving geïnterpreteerd dient te worden. Zo werkt de NMa aan nieuwe `Richtsnoeren Samenwerking Bedrijven', die naar verwachting eind 2004 zullen verschijnen.

De NMa geeft in beginsel geen `informele zienswijze' over de concrete toepassing van het kartelverbod of het verbod op misbruik van economische machtsposities. Dit kan anders zijn indien sprake is van een specifieke zaak die juridisch gezien nieuw is en een groot maatschappelijk belang vertegenwoordigt. De informele zienswijze maakt dan duidelijk hoe de NMa tegen de zaak aankijkt.

De NMa ziet toe op naleving van wetgeving en is verantwoordelijk voor het opsporen, beëindigen en eventueel sanctioneren van schendingen van deze wetgeving. Bij sterke vermoedens dat een wet is overtreden, kan de NMa op verschillende manieren optreden, afhankelijk van de aard, ernst en duur van de vermoedelijke overtreding. Zware wetsovertredingen leiden in het algemeen tot een sanctie, dat wil zeggen een bestuurlijke boete en/of een last onder dwangsom. Maar sanctionering is niet de enige maatregel die de NMa ter beschikking heeft. Onder bepaalde omstandigheden kan het efficiënter en effectiever zijn om alternatieve maatregelen te nemen, waarbij onmiddellijke beëindiging van de overtreding steeds het uitgangspunt is. Een alternatieve maatregel kan bijvoorbeeld een waarschuwingsbrief zijn of een anderszins afgedwongen gedragsverandering. De NMa weegt daarbij het rendement en de kosten (voor de NMa, de sector en de consument) van haar optreden. Een kostenpost is bijvoorbeeld ook de doorlooptijd van een sanctietraject. De NMa zorgt ervoor dat een alternatieve maatregel niet strijdig is met algemene beginselen als rechtsgelijkheid.

De NMa is zich bewust van de verschillende toezichtstijlen die tot haar beschikking staan. Voor een effectief optreden is de wijze van toezicht van grote invloed. De stijl is bijvoorbeeld meer directief en controlerend in situaties waarbij een duidelijke norm door een bedrijf bewust wordt overtreden. De toezichtstijl kan en zal een meer communicatief en op overleg gericht karakter krijgen als de norm kennelijk niet eenduidig vastligt en het bedrijf constructief meewerkt met de toezichthouder. Verschillende situaties vragen ook meestal om verschillende (combinaties van) toezichtstijlen.

Consultatievragen (vervolg):

6. Welke categorieën van zaken komen naar uw mening het meest in aanmerking om (ondanks overtredingen) mogelijkerwijs af te zien van sancties?
7. Met welke te nemen `alternatieve maatregelen' kan de NMa naar uw oordeel deze zaken afdoen?
8. Welke informatie hebben brancheorganisaties van de NMa naar uw mening nodig voor de advisering van en voorlichting aan hun leden? Hoe en waar kan de NMa de bedrijven direct van dienst zijn in het kader van `self assessment'?

9. Welke toezichtstijl herkent u het meest bij de NMa en DTe en welke past in uw ogen het best bij de NMa en DTe?

10. Welke toezichtstijl zou naar uw oordeel meer gewicht kunnen krijgen binnen de NMa en DTe, in welke gevallen en waarom?


---

4.3 Civiele handhaving

De Mededingingswet kent een systeem van bestuursrechtelijke handhaving (door de NMa) en van civielrechtelijke handhaving. Een ondernemer of consument die in zijn belang is getroffen, kan bij de NMa aankloppen maar ook een civiele procedure beginnen. Hij kan stellen dat de concurrentieregels zijn overtreden en dat hij hierdoor schade heeft geleden. In Nederland starten klagers naar verwachting in toenemende mate een civiele procedure om bepaald gedrag van de wederpartij te verbieden of juist af te dwingen. Uitkomst van het geding kan bijvoorbeeld zijn de plicht tot levering of tot vergoeding van schade.

Ook in Europees verband staat civiele handhaving in de belangstelling. Tijdens de "European Competition Day" op 22 oktober 20043 staat het onderwerp civiele handhaving, en de mogelijkheden om het gebruik hiervan te vergroten, op de agenda.

De NMa ziet het belang van civiele handhaving. De NMa bepaalt in 2005 haar positie over de manier waarop zij hiermee in concrete praktijksituaties zal omgaan. De mogelijke rol van amicus curiae is hier belangrijk; de NMa kan besluiten in civiele gedingen te interveniëren.

Consultatievragen (vervolg):
11. Welke mogelijkheden en belemmeringen ziet u in de toepassing van civiele procedures bij vermoedelijke overtredingen van de voor de NMa relevante wetgeving?
12. Welke categorieën van zaken komen naar uw mening het meest in aanmerking voor een civiele procedure (in plaats van een interventie van de NMa)?


13. Tot slot:
De NMa wil met de genoemde aandachtsvelden en toezichtstrategie het belang van de consument dienen. Is de in dit document toegelichte strategie voldoende of dient de NMa haar strategie op een aantal punten aan te passen? Kunt u in dat geval aangeven op welke punten de NMa haar strategie zodanig zou kunnen aanpassen dat het consumentenbelang beter wordt gediend?

3 zie www.consumerandcompetition.nl


12


---- --