ChristenUnie


Omzien naar elkaar

Een christelijk-sociaal inkomensplan voor 2005

Den Haag, Prinsjesdag 2004
Tweede Kamerfractie ChristenUnie


1 Inleiding

De ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer ziet zich evenals de regeringspartijen geplaatst voor de opgave om het begrotingstekort terug te dringen en het economisch herstel te bevorderen. De toekomstige last van de vergrijzing vraagt om beheersing van de overheidsuitgaven en de opgelopen werkloosheid (van 396.000 in 2003 tot 565.000 in 2005) noodzaakt tot stimulering van economie en werkgelegenheid. Ingrijpende maatregelen zijn daarbij onvermijdelijk, met het oog op de lange termijn.

Sterkste schouders, zwaarste lasten
Toch staat de ChristenUnie-fractie kritisch ten opzichte van de keuzes en maatvoering die het kabinet van CDA, VVD en D66 bij de bezuinigingen hanteert. Allereerst gaat het de ChristenUnie er daarbij om dat bij deze noodzakelijke operatie de lasten eerlijk worden verdeeld. De sterkste schouders zullen de zwaarste lasten moeten dragen. Het is niet acceptabel, maar ook niet nodig dat de groepen in de samenleving die het meest kwetsbaar zijn in financieel, maar ook in ander opzicht (sociaal, medisch), een onevenredig zware rekening gepresenteerd krijgen ten opzichte van de hogere inkomensgroepen. Vorig jaar bleek na lang aandringen van de Tweede Kamer dat in het onderste segment van het inkomensgebouw door cumulatie van een aantal specifieke maatregelen een groot aantal burgers een koopkrachtverlies leden van zo'n 4%, met uitschieters tot 8% of nog hoger, terwijl inkomensgroepen met een bovenmodaal inkomen hooguit met 1% koopkrachtverlies werden geconfronteerd. Het kabinet heeft aangekondigd in haar plannen voor 2005 een meer evenwichtige benadering na te streven. In dit inkomensplan stelt de ChristenUnie maatregelen voor om ook de scheefgroei van de vorige bezuinigingsronde recht te trekken.

Zuinig op vrijwilligers, mantelzorg en gezinnen
Een tweede kritiekpunt van de ChristenUnie op het kabinetsbeleid is dat er een tegenstrijdig beroep wordt gedaan op mensen om zowel meer voor elkaar te zorgen als om meer te gaan werken. De ChristenUnie steunt de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van vrijwilligers, mantelzorgers en gezinnen. Maar als tegelijk op iedereen een hoge druk ligt om betaald werk te verrichten, brengt dat de samenleving in een spagaat: je kunt niet van mensen vragen om én fulltime te werken, én belangrijke zorgtaken voor bijvoorbeeld ouderen en minder validen over te nemen. In gezinnen komt daardoor bovendien de zorg voor de kinderen onder druk te staan. Uit een recent internationaal vergelijkend onderzoek bleek dat gezinnen in Nederland al relatief weinig overheidsondersteuning krijgen. Dat acht de ChristenUnie ongewenst, aangezien gezonde gezinnen een sleutelfunctie hebben met betrekking tot de overdracht van normen en waarden en de versterking van de sociale samenhang en de maatschappelijke draagkracht. Daarom doet de ChristenUnie voorstellen die een betere combinatie van werken en 'omzien naar elkaar' mogelijk moeten maken en welke gezinnen met kinderen financiëel tegemoet komen, de combinatiekorting Nieuwe Stijl en het kindgebonden budget.

Werkgelegenheid
Daarmee hangt samen dat de ChristenUnie het geen goede zaak vindt dat het kabinet in het kader van haar arbeidsmarktbeleid voorrang geeft aan het stimuleren van een tweede inkomen in een huishouden boven het stimuleren van een betaalde baan in een huishouden waar nog helemaal geen inkomen uit werk wordt verkregen. Dit doet het kabinet door tweeverdieners een fiscaal voordeel te geven boven kostwinners met de aanvullende combinatiekorting, en met de nieuwe tegemoetkoming in de kinderopvang. De ChristenUnie stelt voor om de prioriteit in werkgelegenheidsbevordering juist te leggen bij lager en middelbaar personeel en bij oudere werknemers.


2 Doel 'Omzien naar elkaar'

Met deze notitie doet de ChristenUnie voorstellen om het kabinetsbeleid op de in de inleiding genoemde punten te corrigeren. Bij de gepresenteerde voorstellen worden nieuwe uitgaven en lastenverlichtingen zoveel mogelijk gedekt uit nieuwe bezuinigingen en lastenverzwaringen. De drie belangrijkste doelen van dit inkomensplan zijn:
vergroten van de bijdrage van de hogere inkomensgroepen ('de sterkste schouders') aan de bezuinigingsoperatie ter verlichting van de lasten voor de lagere inkomensgroepen, in het bijzonder de chronisch zieken en gehandicapten.
meer steun aan gezinnen en een meer gelijke fiscale behandeling van kostwinner- en tweeverdienerssituaties, zodat ouders die hun kinderen zelf verzorgen of naar informele vormen van opvang sturen in financieel opzicht niet slechter af zijn dan ouders die hun kinderen in de formele kinderopvang brengen.
Bevorderen werkgelegenheid onder 'moeilijke' groepen (oudere werknemers, laagbetaalden)


3 Voorgestelde maatregelen

Onderstaande tabel toont een overzicht van de in deze notitie voorgestelde maatregelen met hun budgettair beslag. Intensiveringen en lastenverlichtingen zijn maatregelen die geld kosten; de bedragen zijn daarom met een '-' teken aangeduid. Alle bedragen zijn in miljoenen euro.

Tabel 1 (bedragen in E mln)
|Intensiveringen/lastenverlichtingen                  |uitgaven|lasten|
|A1. Zelfzorgmedicijnen vergoeden                     |-45     |      |
|A2. Zittend ziekenvervoer verruimen                  |-50     |      |
|A3. Halveren eigen bijdrage thuiszorg cz/geh.        |-50     |      |
|A4. Verlagen ZFW-premie met E 36                     |        |-210  |
|A5. Fysiotherapie voor cz/gh terug in ZFW-pakket     |        |-90   |
|B1. Indiceren kinderbijslag en                       |-70     |      |
|gezinsgroottesystematiek                             |        |      |
|B2. Samenvoegen WBK en kinderkorting tot kindgebonden|        |-1301 |
|budget                                               |        |      |
|B3. Combinatiekorting Nieuwe Stijl                   |        |-610  |
|C1. Creëren 10.000 banen                             |-240    |      |
|C2. Verhogen en aanpassen arbeidskorting             |        |-300  |
|C3. Loonkostenvermindering oudere werknemers (SPOK)  |        |-390  |
|D1. Verlagen eigenwoningforfait starters             |        |-50   |
|D2. Herstel WVA kinderopvang                         |        |-245  |
|Doorwerking gf/pf                                    |40      |      |
|TOTAAL                                               |-495    |-3196 |
|Bezuinigingen/lastenverzwaringen                     |uitgaven|lasten|
|E1. Aftoppen hypotheekrenteaftrek                    |        |110   |
|E2. Invoeren progressieve vermogensbelasting         |        |170   |
|E3. AWBZ-premieheffing verlengen naar 3e en 4e       |        |100   |
|belastingschijf                                      |        |      |
|E4. Introductie vaarbelasting plezierjachten         |        |30    |
|E5. Schrappen voordeelregelingen topambtenaren       |11      |      |
|F1. Afschaffen MRB-vrijstelling oldtimers            |        |90    |
|F2. schrappen (aanvullende) combinatiekorting en     |        |1710  |
|kinderkorting                                        |        |      |
|F3. omzetten WBK in kindgebonden budget              |        |796   |
|G1. Inning alimentatie via werkgevers                |50      |      |
|G2. Afschaffen subsidies (BEW, cultuur, ruimtev.)    |75      |      |
|G3. 1 vakantiedag inleveren ('solidariteitsdag')     |0       |      |
|G4. Normeren PGB-mantelzorgers                       |25      |      |
|G5. Afschaffen herhaalrecepten                       |50      |      |
|G6. Beperken groei Infrafonds                        |50      |      |
|doorwerking gf/pf                                    |20      |      |
|TOTAAL                                               |281     |3006  |
|                                                     |        |      |
|EMU-saldo (+ = verbetering) na uitverdieneffecten    |
Uit doorrekening van het CPB blijkt dat de voorstellen voor nieuwe uitgaven
en lastenverlichtingen enerzijds en bezuinigingen en lastenverzwaringen
anderzijds leiden tot een geringe verslechtering van het EMU-saldo kleiner
dan -0,1%BBP. Het EMU-saldo blijft daarmee op -2,6%BBP, even groot als het
kabinet en binnen de begrotingsregels van het Europese Stabiliteits- en
Groeipact.


4 Toelichting op de voorstellen

A. Uitgaven/lastenverlichting die vooral chronisch zieken en gehandicapten ten goede komen:
A1. Zelfzorgmedicijnen voor chronisch zieken vergoeden Het kabinet heeft bij het schrappen van de medicijnknaak als alternatief de zelfzorgmedicijnen voor chronisch zieken en gehandicapten uit het ZFW- pakket gehaald. Omdat deze maatregel veel patiënten op hoge kosten jaagt, draaien we deze maatregel terug. (Minister Hoogervorst heeft overigens al aangekondigd deze maatregel te heroverwegen.) Wij voeren bovendien een nieuw fraudebestendiger criterium in voor de zelfzorgmedicijnen op recept, n.l. het vermelden van de aandoening op het recept (voorstel KNMP).

A2. Zittend ziekenvervoer verruimen
De inperking van de vergoedingsregeling voor zittend ziekenvervoer leidt tot veel problemen. De regeling wordt verruimd en, door middel van indicering door de verzekeraar ipv de arts en volgens een protocol, doelmatiger gemaakt.

A3. Halveren eigen bijdrage thuiszorg chronisch zieken/gehandicapten. Chronisch zieken en gehandicapten kunnen veelal niet zonder thuiszorg. Verhoging van de eigen bijdrage voor deze groep draagt dan ook niet bij aan het terugdringen van de consumptie. Tegelijk is het niet onredelijk om aan huishoudelijke en persoonlijke hulp zelf mee te betalen. Halvering van de eigen bijdrage beoogt rekening te houden met hun inkomenssituatie.

A4. Verlaging ZFW-premies
De kosten voor medische uitgaven zijn voor veel mensen (met name ziekenfondsverzekerden) sterk gestegen. Met de invoering van de no- claimkorting volgend jaar stijgt de premie opnieuw met 67 euro. De premie wordt met in dit inkomensplan 36 euro verlaagd.

A5. Fysiotherapie voor chronisch zieken en gehandicapten terug in pakket Chronisch zieken en gehandicapten hebben gewoonlijk geen keus in het al of niet volgens van fysiotherapie. Zij zullen door het zelf te moeten betalen dan ook niet minder gebruik maken van fysiotherapie. Daarom moet fysiotherapie voor hen weer worden vergoed.

B. Uitgaven/lastenverlichtingen die vooral gezinnen en kinderen ten goede komen:
B1. Indiceren kinderbijslag en aanpassen systematiek gezinsgrootte Het kabinet bezuinigt op de kinderbijslag door deze niet langer te indiceren met de inflatie. Deze maatregel wordt ongedaan gemaakt. Daarnaast houdt de kinderbijslag sinds 1995 geen rekening meer met de gezinsgrootte. Toch lopen de kosten voor grotere gezinnen vaak snel op met ieder kind extra. Het standaardbedrag voor kinderbijslag dekt immers niet de volledige kosten per kind, zodat een steeds groter beroep wordt gedaan op het algemene huishoudbudget. Deze maatregel laat het k.b.-bedrag oplopen met max. E15 per extra kind, gedifferentieerd naar de bestaande leeftijdsklassen.

B2. Samenvoegen Wet Basisvoorziening Kinderopvang en kinderkorting tot kindgebonden budget
Een oude wens van de ChristenUnie: niet alleen ouders die hun kind naar de kinderopvang brengen hebben recht op een tegemoetkoming in de kosten, ook ouders die beslissen hun kinderen thuis te verzorgen maken kosten doordat zij inkomsten derven. Daarom worden de WBK en de kinderkorting samengevoegd tot één kindgebonden budget, dat per kind wordt uitgekeerd in de vorm van een heffingskorting op de inkomstenbelasting.

B4. Combinatiekorting Nieuwe Stijl
De huidige combinatiekorting (E224) wordt uitgekeerd aan iedere belastingbetalende die werkt en kinderen heeft, als tegemoetkoming voor het combineren van arbeid en zorgtaken. De aanvullende combinatiekorting doet daar sinds 2004 nog een schepje bovenop door de minstverdienende partner nog een extra heffingskorting (E290) toe te kennen. Hierdoor hebben tweeverdieners een extra fiscaal voordeel ten opzichte van eenverdieners. De ChristenUnie stelt hier de combinatiekorting Nieuwe Stijl tegenover: een heffingskorting ter grootte van ca.E350,-- voor de minst- of niet- verdienende partner mits de fiscale partners gezamenlijk niet meer dan 56 uur werken. Hiermee komt het karakter van een tegemoetkoming voor het combineren van arbeid en zorg beter tot uitdrukking: mensen die minder werken teneinde de zorg voor kinderen op zich te kunnen nemen derven inkomsten. Partners die meer dan 56 uur werken kunnen de kosten voor kinderopvang betalen uit hun hogere verdiensten.

C. Uitgaven/lastenverlichtingen die werkgelegenheid van 'moeilijke' groepen bevorderen:
C1. Creëren 10.000 banen publieke sector
Omdat er hoge werkloosheid is en behoefte aan verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening in publieke sectoren worden er 10.000 banen gecreëerd.

C2. Verhogen en aanpassen arbeidskorting
De arbeidskorting wordt verhoogd voor het onderste segment van het inkomensgebouw, oplopend tot iets boven het minimumloon, zodat de armoedeval wordt verkleind. Bovendien wordt de 'knik' uit het segment onder het minimumloon gehaald: in de huidige vormgeving van de arbeidskorting ontvangen mensen met 'kleine' banen, waarbij zij onder het minimumloon verdienen een zeer lage arbeidskorting. Werken wordt dus pas gestimuleerd als het om een grotere baan gaat, terwijl de realiteit is dat veel vrouwen de zorg voor kinderen graag willen combineren met enkele dagen werk en geen lange werkweek.

C3. Loonkostenvermindering oudere werknemers (SPOK): Ouderen worden aangespoord langer door te werken, maar werkgevers zien hen vaak als kostenpost. Om de loonkosten te drukken wordt een afdrachtvermindering voor oudere werknemers ingevoerd van maximaal E 2000 per werknemer per jaar, bij een voltijds contract.

D. Overige uitgaven/lastenverlichtingen
D1. Verlagen eigenwoningforfait starters
Bij aftopping van de hypotheekrenteaftrek hoort een verlaging van het eigenwoningforfait. In verband met de verstoringen op de woningmarkt en de moeilijkheden die starters ervaren bij de financiering van een eerste woning wordt voorgesteld deze verlaging in het bijzonder ten goede te laten komen aan starters op de woningmarkt. Zij krijgen op den duur een korting ter grootte van 1% van de koopsom (tot maximaal 200.000).

D3. Herstel WVA kinderopvang
De afschaffing van de WBK moet er niet toe leiden dat kinderopvanginstellingen abrupt in de problemen komen. Daarom wordt de oude faciliteit van afdrachtvermindering voorlopig hersteld.

E. Lastenverzwaringen die vooral hogere inkomens treffen: E1. Aftoppen hypotheekrenteaftrek
Het wordt hoe langer hoe meer onvermijdelijk om de hypotheekrenteaftrek aan te pakken. Ook de Nederlandse Vereniging van Banken bepleitte onlangs een gefaseerde afbouw. Het voorstel om de aftrek te maximeren op een hypotheek van E 250.000 past hierin.

E2. Invoeren progressieve vermogensbelasting
In tegenstelling tot de inkomstenbelasting is de vermogensbelasting niet progressief vormgegeven. Gelet op het beperkte tarief (30% over 4% forfaitair rendement = 1,2%) kan een verhoging bij grotere vermogens zonder problemen worden ingevoerd. Het tarief wordt dan voor vermogens tussen 1,25 mln en 2,5 mln euro met 0,1% verhoogd, en met nog eens 0,1% voor vermogens boven de 2,5 mln euro.

E3. AWBZ-premieheffing verlengen naar 3e en 4e belastingschijf Een meer solidaire vormgeving van de premieheffing voor de AWBZ- volksverzekering leidt ertoe dat hogere inkomens meer bijdragen aan deze hoge kostenpost voor de samenleving.

E4. Introductie vaarbelasting plezierjachten
Op plezierjachten wordt geen belasting geheven. Een studie hiernaar ligt al heel lang in de ijskast. Een bescheiden heffing is een welkome bijdrage aan de kosten voor het waterbeheer en het onderhoud van de oevers e.d.

E5. Schrappen voordeelregelingen topambtenaren
Zo'n 600 topambtenaren blijken meer te verdienen dan hun minister. Wanneer zij en het segment onder hen een aantal voordeelregelingen zouden indienen ter grootte van ca. E8000 per jaar, dan levert dit een rechtvaardiger beloningsstructuur op en een besparing van 11 miljoen.

F. Overige lastenverzwaringen (m.n. op milieugebied): F1. Afschaffen MRB-vrijstelling oldtimers
De vrijstelling voor 25 jaar oude auto's van motorrijtuigenbelasting is in verband met de toegenomen rijwaardigheid van deze auto's niet langer gerechtvaardigd en bovendien strijdig met het milieubeleid.

F2. schrappen (aanvullende) combinatiekorting en kinderkorting Deze maatregel hangt samen met B4.

F3. omzetten WBK in kindgebonden budget
Deze maatregel hangt samen met B3.

G. Overige uitgavenbeperkingen:
G1. Inning alimentatie via werkgevers
Een besparing op de bijstandsuitgaven kan worden bereikt door de partneralimentatie te innen via de werkgever.

G2. Afschaffen subsidies (BEW, cultuur, ruimtev.)
Enkele subsudieregelingen kunnen worden geschrapt, zoals Bevordering Eigen Woningbezit, of worden verlaagd, zoals cultuur, ruimtevaart en topsport.

G3.Eén vakantiedag inleveren uit solidariteit
Het inleveren van één vakantiedag per jaar zal door weinigen in de publieke sector als een probleem worden ervaren. De maatregel draagt bij aan de grotere kwaliteit van de publieke voorzieningen zonder dat er extra geld voor hoeft te worden uitgetrokken. In die zin komt er meer geld vrij voor sociale voorzieningen.

G4. Normeren PGB-mantelzorgers
Mantelzorgers hebben recht op een tegemoetkoming uit het PGB van degene uit hun familiekring die zij verzorgen. Hiervoor zijn echter geen normen vastgesteld, wat in sommige gevallen leidt tot zeer hoge tarieven. Het voorstel is om de salariëring van alfahulpen als uitgangspunt te nemen.

G5. Afschaffen herhaalrecepten
Veel geld kan worden bespaard door bij langdurig medicijngebruik niet telkens een doktersrecept te hoeven uitschrijven, maar in één keer voor langere tijd een dosis medicijnen aan te schaffen via de apotheek.

G6. Beperken groei Infrafonds
Het Infrafonds mag -als enige begrotingsonderdeel- jaarlijks automatisch groeien met 2,8%. Dit is een ongefundeerde uitzondering op de (VBTB)-regel dat uitgavenverhogingen alleen worden toegekend op basis van een onderbouwde claim. Deze maatregel gaat uit van een beperking van de groei tot 1,4% (voorstel uit formatiedossier).