Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van de leden Timmer en Wolfsen (beiden PvdA) aan de ministers van Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over "aanbieden van nieren op Internet". (Ingezonden 31 augustus 2004)

1
Kent u het artikel "Nieren te koop via het web"? 1) 1
Ja.

2
Deelt u de mening dat een dergelijk actie tegen alle ethische normen ingaat, ook al stelt men dat de aanbieding belangeloos is? Of bent u van mening dat een dergelijke actie toegestaan moet worden om het tekort aan nierdonoren te bestrijden? 2
Het ­ via Internet of op andere wijze - (doen) aanbieden van organen ten behoeve van transplantatie bij een ander tegen een vergoeding die hoger is dan de kosten die met de transplantatie verband houden, gaat inderdaad in tegen de ethische normen zoals die in Nederland ten aanzien van orgaandonatie zijn geformaliseerd in de Wet op de orgaandonatie (WOD). Artikel 2 van die wet bepaalt dat ingeval van zo'n hogere vergoeding de verleende toestemming nietig is. Het toch uitnemen van een orgaan geschiedt dan in strijd met Hoofdstuk 2 van de wet.
Alleen indien wordt voldaan aan de voorwaarden van Hoofdstuk 2 van de WOD, is donatie bij leven van organen in ons land toegestaan. Zoals in het kabinetsstandpunt op het Gezondheidsraadadvies `Nieuwe wegen naar orgaandonatie' (Kamerstukken II, vergaderjaar 2003/2004, 28 140, nr. 13) is gesteld, geldt dat ook voor belangeloze donatie van een orgaan aan een ontvanger met wie de donor geen genetische of emotionele relatie heeft. Wanneer iemand zich daarvoor bij leven bij een transplantatiecentrum aanmeldt, zal het centrum vervolgens moeten beoordelen of de donor wel geschikt is. Bij het onderzoek naar geschiktheid en motieven van een potentiële donor moeten degenen die de gesprekken voeren ook alert te zijn op signalen die er op duiden dat er bij de beoogde donatie toch commercie aan de orde is. In het standpunt heeft het kabinet verder gesteld dat het naar zijn mening voor de hand ligt dat wanneer de donor geen beperkingen heeft gesteld ten aanzien van de toewijzing van het te doneren orgaan, de toewijzing geschiedt overeenkomstig de allocatieregels voortvloeiend uit artikel 18 van de WOD.

3
Waarom is hier geen sprake van (op z'n minst) een vermoeden van een strafbaar feit? 4
Wordt de handelwijze van deze aanbieders anderszins onderzocht en/of aangepakt? 3 en 4
Wanneer iemand openlijk in Nederland, bijvoorbeeld via een advertentie in een krant of op een Internetpagina, tegen een vergoeding hoger dan de kosten een orgaan aanbiedt, is er wel degelijk sprake van een strafbaar feit. Artikel 32 van de WOD bepaalt namelijk dat onder meer strafbaar is het zich openlijk tegen een hogere vergoeding dan de kosten, bedoeld in artikel 2, als donor aanbieden. De sanctie die daarop staat is een gevangenisstraf van maximaal een jaar.
Momenteel wordt door het Openbaar Ministerie onderzocht of er daadwerkelijk sprake is van strafbare feiten. Eerdergenoemd onderzoek is nog niet afgerond. Gelet hierop kan mijn ambtgenoot van Justitie geen inhoudelijke medeling doen over deze zaak. Indien het belang van de opsporing en vervolging zich hier niet meer tegen verzetten, zal mijn ambtgenoot u nader informeren. Op voorhand wordt opgemerkt dat over het algemeen terughoudendheid wordt betracht over het verstrekken van gedetailleerde informatie uit individuele strafzaken.

1) Het Parool, 18 augustus jl.


---- --