Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk

25 augustus AV/PB/04/61084 (nr. 2030419880)
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Van Gent 24 september 2004

./. Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Financiën, de antwoorden op de vragen van het lid Van Gent (GroenLinks) over het Raad van State Advies over VUT en prepensioen

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Vraag 1
Kloppen de berichten dat de Raad van State forse kritiek heeft op de kabinetsplannen voor de afschaffing van de fiscale regelingen voor VUT en prepensioen?1) Antwoord 1
Ja.

Vraag 2


2

Bent u van mening dat de afschaffing van VUT en prepensioen "gelegenheidswetgeving" is/ Zo neen, waarom niet?

Vraag 3
Bent u overtuigd door de Raad van State dat een dubbele fiscale heffing op het prepensioen een ondoordacht voorstel is dat dus ingetrokken dient te worden? Zo neen, waarom niet? Antwoord 2 en 3
Het wetsvoorstel is op 16 september ingediend bij het parlement. In het bijgevoegde Nader Rapport wordt aangegeven hoe het kabinet de kritiek, die de Raad van State op het wetsvoorstel heeft gegeven, beoordeeld. Voor een nadere toelichting bij de kabinetskeuze om na een overgangsperiode zowel premies als uitkeringen te belasten verwijzen wij kortheidshalve naar dit Nader Rapport.

Vraag 4
Bent u bereid om bedoeld advies voor te leggen aan de sociale partners en met hen het "Voorjaarsoverleg" voort te zetten?
Antwoord 4
Nee

Vraag 5
Heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inderdaad 2) gezegd dat hij niet overtuigd is door de Raad van State en dat hij niet méér zal doen dan een overgangsregeling opstellen? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 5
Ik heb gezegd goed overgangsrecht belangrijker te vinden dan de fiscale leer; ik heb daarmee bedoeld dat ik fiscaal-juridisch-technische argumenten tegen de voorgestelde systematiek minder zwaarwegend vind dan de (financiële) gevolgen van die systematiek voor bepaalde groepen mensen. In het wetsvoorstel is om die reden meer ruimte gecreëerd voor overgangsrecht dan oorspronkelijk voorzien, maar met in standhouding van de gekozen systematiek.


1) Zie onder meer NOS-Teletekst en de Volkskrant, 8 augustus jl
2) ANP, 18 augustus jl.