Ingezonden persbericht

Warenwetbesluit liften ondoorzichtig: discutabele uitwerking

Arboveiligheid liften slaat door

SASSENHEIM, 20040924 -- Eigenaren van één of meer liften in Nederland worden sinds januari 2004 geconfronteerd met de gevolgen die de invoering van het Warenwetbesluit liften (september 2003) met zich meebrengt. Mogelijke gevolgen: - Bewustwording verantwoordelijkheden eigenaar - Waslijsten verbeterpunten - Onduidelijkheid over de noodzaak - Ondoorzichtigheid prijsopbouw geboden oplossingen - "Hoe nu verder" gevoel


Het is inmiddels wel duidelijk dat de invoering van de gewijzigde wetgeving een groot grijs gebied heeft veroorzaakt. Een gebied dat is afgebakend door de toegepaste zgn. "arbo-checklist" en de interpretaties daarvan. Vervolgens worden er door de branche voorstellen gemaakt die in ieder geval makkelijk werkbaar zijn voor de uitvoerende partijen. Echter de kosten die daarmee gemoeid gaan worden nogal eens overdreven.

Aanbiedingen van partijen die in een totaalprijs oplossingen bieden is niet meer van deze tijd. In veel gevallen leidt de opmerkingen van een keurende instelling tot discussie. Lifteigenaren zijn verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden (ook van derden), echter daar waar de kosten onevenredig hoog zijn ten opzichte van het risico (=kans op letsel x vorm van letsel) lijkt er geen keuze te zijn.

Voor andere arbo zaken, dan voor liften, dient een eigenaar van arbeidsrisico's een risico-inventarisatie en evaluatie op te stellen. Hiermee legt een eigenaar vast hoe hij de risico's opheft, vermindert of accepteert. De "arbo-checklist" is een lijst met een norm voor bepaalde zaken, aan de hand waarvan een keurende instelling controleert of de omstandigheden voldoen aan de voorwaarden of niet. Dit is zwart-wit te noemen en niet grijs.

Grijs is het wanneer er nuchter en met gezond verstand gekeken wordt naar de bestaande situaties. Enkele praktijkvoorbeelden:
► De ladder in de schachtput voldoet niet aan de norm wanneer afstand vanaf het hart van de trede minder dan 15 cm is tot aan een achterliggende muur:

Ladder kan niet verder van de muur verplaatst worden want dan loopt de cabine er tegenaan. De teenruimte bedraagt 12 cm. Wat nu? Direct vervangen voor een los exemplaar dat eigenlijk niet zo goed vast te zetten is vanwege het ontbreken van een dorpel met sleuven van automatische deuren? Of krijgt dit risico een lagere prioriteit om op te heffen?
______________________

► Er is een grotere ruimte naast de liftcabine waardoor er valgevaar is:
De ruimte is groter dan de norm. Er zijn separatiebalken in de schacht. Een hekwerk aan de schachtconstructie is niet mogelijk want er loopt een tegengewicht door de schacht. De cabine is niet breder te maken want dan loopt de cabine tegen constructiedelen in de schacht. Een hekwerk is slechts mogelijk op de cabine zij het met een zeer beperkte hoogte. Voor een beweegbaar hekwerk is te weinig ruimte beschikbaar. De uitloop van de cabine boven in de schacht is ook zeer beperkt. Wanneer hier een hekwerk wordt geplaatst dan wordt het valgevaar verminderd, maar neemt het gevaar van beknelling vanwege de beperkte uitloop toe. Hier zou men kunnen spreken van een oplossing die schijnveiligheid veroorzaakt. Wat nu? Hoe groot is het risico?
______________________

► Nu staan er een groot aantal opmerkingen op het rapport van de keurende instelling en het pand waar de lift in zit wordt binnen 5 jaar gesloopt.
Moeten alle punten wel opgelost worden om een certificaat van goedkeuring te behouden? Het pand waar de lift in zit wordt binnen 5 jaar gesloopt; hoe prioriteiten stellen? Wat nu?
______________________

► Twee identieke liften zijn gekeurd door verschillende inspecteurs, en daarmee zijn er ook verschillende opmerkingen gemaakt.
Hier is sprake van een interpretatie verschil van de toegepaste checklist. In de eerste maanden van het gebruik van de checklist zijn er in de praktijk al diverse zaken gewijzigd aan de interpretatie ervan. Dit heeft tot gevolg dat er bepaalde zaken niet meer van toepassing zijn en dat er dan ook kritisch gekeken moet worden naar de opmerkingen uit die periode. Ook hier is duidelijk sprake van een grijs gebied. Wat nu? Wat wel doen en wat kan er later gedaan worden?
______________________

Deze praktijkvoorbeelden zijn voor vele eigenaren wel herkenbaar. Door de invoering van het Warenwetbesluit Liften is er voor de ministeries voldaan aan de vermindering van het aantal regels en daarmee kostenreductie voor het overheidsapparaat. De opgestelde arbochecklist is overhaast in het leven geroepen om te voldoen aan de nieuwe wetgeving. Dat er inmiddels ook duidelijk een gebrek aan draagvlak is bij de "grotere" lifteigenaren over deze handelwijze is een logisch gevolg. Want de kosten rijzen de pan uit, wat niet in alle gevallen in verhouding staat tot het risico.

Het orgaan dat hier sturing aan moet geven, het SBCL (Stichting Beheer Certificatie Liften) zou wellicht een sterkere vertegenwoordiging van lifteigenaren moeten hebben om hier verandering in te kunnen brengen. Het zou zinvol zijn wanneer er een goede vertegenwoordiging namens de woningcorporaties zou aansluiten. Hierdoor ontstaat er een betere balans in de verhoudingen tussen de betrokken belanghebbenden.

De liftonderhoudsbedrijven hebben als gevolg van de invoering van het Warenwetbesluit liften een handvat gekregen om een extra omzet van 245 miljoen euro te genereren.(70.000 liften in Nederland x ongeveer ¤ 3.500,- in 3 jaar). Het probleem om concurrerende prijsstellingen te krijgen is echter ernstig beperkt. Door de contracten die er met de eigenaren en de onderhoudspartijen zijn of worden afgesloten staat de opdrachtnemer vaak al vast. Aanbesteden van het oplossen van arbeidsomstandigheden loont bij grotere liftaantallen zeker de moeite, echter wordt ook door de lopende onderhoudscontracten bemoeilijkt.

Hoe nu verder? Er is inmiddels toch behoorlijk wat commotie over de hele materie. Om een realistischer beeld te scheppen hoe de praktijksituaties zijn is het zeer raadzaam de risico's per situatie door een onafhankelijke deskundige te laten valideren op hun ernst. Daarmee zijn eenvoudiger prioriteiten te stellen. Lifteigenaren moeten op hun hoede blijven en zich ervan gewissen dat zij de verantwoordelijkheden dragen, maar ook de bevoegdheden hebben om keuzes te maken. Want de (financiële) middelen komen tenslotte ook van de eigenaar die ze eventueel verrekent in de huurprijs aan zijn huurders.

Dit bericht is opgesteld door:

P. van Stralen (dir. Péron Liftadvies / www.peron.nl)



Ingezonden persbericht