Ingezonden persbericht


29 juli 2004

Nachtelijke uitspattingen/Nocturnal Emissions

Het Groninger Museum presenteert van 25 september t/m 21 november 2004 de tentoonstelling Nachtelijke Uitspattingen/Nocturnal Emissions. De negen deelnemers aan de tentoonstelling zijn de kunstenaar assume vivid astro focus (Br/USA), het ontwerpersduo Ronan en Erwan Bouroullec (F), vormgever Maarten Baas (NL) en de kunstenaars Steven Gontarski (VS), Brian Griffiths (GB), Anthony Goicolea (VS), Lars Nilsson (S), Mark Titchner (GB) en Francesco Vezzoli (It). Het werk varieert van video, sculpturen van ruw schroothout, design, geënsceneerde foto s, ambachtelijk houtsnijwerk tot super glossy beelden van kunsthars. De tentoonstelling laat niet alleen de lichte kanten maar ook de zwaardere en melancholische kanten van het bestaan zien.

De kunstenaar avaf maakt werk dat zich kenmerkt door een grote diversiteit aan inspiratiebronnen die variëren van Renaissancistische stijl zoals onder andere de Franse Mille Fleurs tapijten, graffiti, Japanse ontwerpen en Flower Power motieven. Deze verschillende stijlen verwerkt avaf vervolgens tot muurvullende voorstellingen op prints. Deze beelden combineert hij soms met videobeelden die dan een aaneenschakeling van fragmenten, verwijzingen, citaten en abstracte patronen laten zien.

De broers Ronan en Erwan Bouroullec (1971,1976) zijn vormgevers. Ze maken functionele toepassingen als modulaire wandsystemen, verhuisbare keukens en volledige kantoorconstructies. Strakke geometrische en elegante vormen zijn belangrijk in hun ontwerptaal. Hun werk bevindt zich onder andere in de collectie van het Moma te New York en het Centre Pompidou te Parijs.

Maarten Baas (1978) studeerde af aan de Design Academy in Eindhoven. Bekendheid kreeg hij door zijn afstudeerproject Smoke. Dit werk bestaat uit meubelen die Baas met behulp van een gasbrander in brand stak en waarvan hij de verkoolde versie met transparante epoxy behandelde. De meubelen zijn zo in hun nieuwe staat weer bruikbaar. Voor de tentoonstelling in het Groninger Museum zal Baas een geheel nieuwe installatie maken die, in navolging van de serie Smoke, een nieuw licht zal laten schijnen op de begrippen schoonheid, waarde, conservering, hergebruik en ontzamelen.

De sculpturen van Steven Gontarski (1972) zijn gemaakt van glasvezel en bedekt met een laag hoogglans. Zijn beelden lijken bijna vloeibaar, surrealistisch en futuristisch. Ze zijn geïnspireerd op antieke en klassieke beelden en bustes. Net zoals vele klassieke beelden missen Gontarki s beelden lichaamsdelen. Vaak zijn hun ledematen vervormd en zijn de gelaatstrekken gemaskeerd. De sculpturen roepen met hun perfecte gladde oppervlakte sterke associaties op met erotiek, een lang vervlogen verleden en mystieke symboliek.

Anthony Goicolea (1971) maakt grote verhalende foto s waarin hij als een soort gedigitaliseerde meerling alle rollen vertolkt. Het zijn scènes die voornamelijk de kindertijd tot thema hebben maar die de gebruikelijke nostalgie ver achter zich laten. Voor zijn beelden maakt hij gebruik van rekwisieten en verschillende decors. Daarna bewerkt hij de beelden op de computer. Goicolea s beelden zijn surreëel van aard en ademen een sfeer van onderhuidse spanning en ingehouden agressie uit.

De uit Engeland afkomstige Brian Griffiths (1968) construeert installaties van gevonden materialen. Met deze materialen maakt hij tot de verbeelding sprekende assemblages zoals onder andere een ridder te paard, een ruimteschip opgetrokken uit karton en plastic bekertjes, een vikingschip en een circuskar. Feilloos is Griffiths gevoel als verhalenverteller.

Het oeuvre van Lars Nilsson (1956) bestaat uit sculpturen, video s en installaties. Lichamelijkheid is een van de centrale thema s in zijn werk. In het recente videowerk In Orgia wordt de kijker geconfronteerd met een romantisch tableau. Het tafereel is een commentaar op het hedendaagse leven waarin zelfs de meest intieme momenten gemarginaliseerd lijken.

Mark Titchner (1973) lijkt nog hoop te hebben om de wereld te verbeteren. Titchner gebruikt billboards om zijn eigen boodschappen over te brengen en stimuleert de kijker tot nadenken over actuele maatschappelijke thema s. Een voorbeeld uit 2003 is het kunstwerk Be Angry but don t stop Breathing. Dit werk is een installatie dat, naast het billboard, ook bestaat uit houten sculpturen. Het nodigt de kijker uit het uit te schreeuwen in een van de houten werken. Deze werken staan in verbinding met een bak met water die de trillingen opvangt.

Kenmerkend voor Francesco Vezzoli (1971) zijn de complexe videoproducties. In zijn werk verwijst hij vaak naar zijn voorliefde voor films waarmee hij vorm geeft aan zijn persoonlijke fascinatie en angsten. In elk videowerk staat een persoonlijkheid of een scène centraal. De film The End of Human Voice (2001) is nog niet eerder in Nederland vertoond en is geïnspireerd op een theatermonoloog van Jean Cocteau verfilmd door Roberto Rossellini. Bianca Jagger (ex-vrouw van Mick Jagger) speelt in deze film een radeloze vrouw, die verlaten is door haar minnaar.

De tentoonstelling Nachtelijke uitspattingen/Nocturnal Emissions staat in de traditie van Peiling (1995) en Stroomversnelling (2001) en laat werk zien van jonge, ditmaal internationale kunstenaars.

Noot aan de redactie

Tentoonstellingscoördinator: Sue-an van der Zijpp

Inrichter: Mark Wilson