Ministerie van Economische Zaken


http://www.minez.nl

MINEZ: Kamervragen van de leden Depla (PVDA) en Atsma (CDA)

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door de leden Depla (PvdA) en Atsma (CDA) over strijdigheid van nieuwe aanbestedingsregelingen voor de bouw met Europees recht en nationaal (bestuurs-)recht. De vragen zijn mij toegestuurd per brief van 18 augustus 2004 onder nummer 2030419700.


1. Hebt u kennisgenomen van de uitspraken van de heer A. Doggen, directeur van het Adviescentrum Aanbesteding Burgerlijke en Utiliteitsbouw, dat het Aanbestedingsreglement Werken 2004 (ARW 2004) dat 15 augustus van kracht wordt in strijd is met het Europese recht?
Ja.


2. Is het waar dat EU-lidstaten volgens het Europese Hof een wettelijk kader moeten hebben bij de implementatie van Europese regelgeving, met name als het gaat om de beroepsmogelijkheden tegen besluiten van overheden? Is aan deze verplichting voldaan bij het nieuwe ARW 2004?

Het nieuwe ARW 2004 betreft niet de implementatie van de aanbestedings- of rechtsmiddelenrichtlijnen. De implementatie of omzetting van Europese regelgeving moet inderdaad geschieden bij of krachtens wet. Bij de richtlijnen inzake overheidsopdrachten is dit de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen en het daarop gebaseerde Besluit overheidsaanbestedingen en het Besluit aanbestedingen nutssector.

Het ARW 2004 bevat slechts procedureregels die de vier aanbestedende rijksdiensten met betrekking tot het uitvoeren van werken (de Ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Verkeer en Waterstaat, van Defensie en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) op grond van de Beleidsregels aanbesteding werken 2004 verplicht zijn toe te passen.

Wat betreft de beroepsmogelijkheden eist richtlijn nr.89/665/EEG (toepassing beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten) dat tegen door aanbestedende diensten genomen besluiten doeltreffend en zo snel mogelijk beroep kan worden ingesteld. Beroepsinstanties in de lidstaten moeten dienaangaande de bevoegdheid hebben om zo snel mogelijk in kort geding voorlopige maatregelen te treffen of te voorkomen dat de betrokken belangen verder worden geschaad dan wel om onwettige besluiten nietig te verklaren. Wat de implementatie van deze richtlijn in het Nederlandse recht betreft, heeft de Nederlandse regering tot nu toe het standpunt gehuldigd dat het Nederlandse rechtsstelsel voldoet aan de eisen zoals die voortvloeien uit deze richtlijn.

Gelet op de uitspraak van het Europese Hof van Justitie in het zogenaamde Alcatel-arrest van 28 oktober 1998 (zaak C-81/98) is de Europese Commissie van mening dat het Nederlandse rechtsstelsel thans niet voldoet aan de eisen van bovenvermelde rechtsmiddelenrichtlijn. De Europese Commissie heeft om die reden recent een met redenen omkleed advies uitgebracht waarin Nederland gevraagd wordt alsnog te voorzien in een beroepsprocedure op grond waarvan gepasseerde inschrijvers de nietigverklaring van een onwettig gunningsbesluit kunnen verkrijgen vóór de ondertekening van de overeenkomst. Op dit moment wordt bezien of en op welke wijze hieraan gevolg moet worden gegeven.


3. Deelt u de mening van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer dat de beleidsregel uit de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) een voldoende alternatief is voor een apart wettelijk kader? Zo ja, kunt u dit motiveren tegen de achtergrond van het feit dat de AWB slechts kaders aangeeft waaraan beleidsregels moeten voldoen en niet zelfstandig een bevoegdheidsgrondslag vormt voor het formuleren van een beleidsregel?

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft nooit gesteld dat de Beleidsregels aanbesteding van werken 2004 een voldoende alternatief zouden zijn voor een apart wettelijk kader en dat zijn deze Beleidsregels om redenen als vermeld in mijn antwoord op vraag 2 - ook niet.


4. Is het ARW 2004 al in de Staatscourant gepubliceerd? Zijn het Besluit invoering ARW 2004 en de Beleidsregels aanbesteding van werken wel gepubliceerd, maar het ARW 2004 zelf nog niet? Zo ja, wat is hiervoor de reden geweest? Is dat conform de AWB?

Het ARW 2004 is vervat in de bijlage bij het Besluit invoering ARW 2004. Het Besluit invoering ARW 2004 en de Beleidsregels aanbesteding van werken 2004 zijn in de Staatscourant nr. 126 van 6 juli 2004 gepubliceerd. Het ARW 2004 zelf is vanwege de omvang niet in de Staatscourant geplaatst, maar in een supplement bij deze Staatscourant waarnaar in de Staatscourant van 6 juli 2004 wordt verwezen. Abonnees van de Staatscourant kunnen het ARW 2004 via een bestelbon gratis verkrijgen. Een en ander is in overeenstemming met artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.


5. Op welke manier is de implementatie van het nieuwe aanbestedingsreglement vormgegeven om opdrachtgevers en opdrachtnemers op een adequate manier voor te lichten over de nieuwe aanbestedingsregels? Bent u van mening dat opdrachtgevers en opdrachtnemers door u goed en tijdig zijn voorgelicht over de nieuwe aanbestedingsregels? Kunt u dit motiveren?

Doordat naast de vier bouwdepartementen en mijn ministerie ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en enkele grote gemeenten nauw betrokken waren bij het opstellen van het ARW 2004, was een groot aantal aanbestedende diensten direct of indirect hiervan op de hoogte. Het IPO en de UvW hebben hun leden geadviseerd om het ARW 2004 toe te gaan passen.

Een aantal malen is het bouwbedrijfsleven op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van het ARW 2004 zodat de bouw al kennis kon nemen van de inhoud ruim voor de publicatie in de Staatscourant.

Door tussenkomst van de Sdu is het ARW 2004 in een speciale uitgave met een voorwoord van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) begin augustus 2004 op de markt verschenen. Van deze uitgave waren eind augustus 2004 al meer dan 1300 exemplaren verkocht. Sinds 15 augustus 2005 is het ARW 2004 ook via de website van het Ministerie van VROM beschikbaar gekomen.

Vanuit de vier bouwdepartementen zijn o.a. voor aanbestedende diensten van de rijksoverheid, de gemeenten en de waterschappen voorlichtings- en discussiemiddagen gehouden over het ARW 2004.


6. Is met de bouwsector overleg gevoerd over het nieuwe ARW 2004? Zo ja, in welke vorm? Zo neen, waarom niet? Hoe verhoudt zich dat tot uw uitspraken tijdens het Algemeen Overleg van 30 juni 2004? Wat is uw motivatie geweest om de motie-Atsma c.s. waarin expliciet gevraagd is naar het horen van de sector, niet uit te voeren?

Ja, conform de motie Atsma c.s heeft het Ministerie van VROM in december 2003 de bouwsector, i.c. het Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB) gehoord, waarbij vertegenwoordigers van de vier bouwdepartementen en het IPO aanwezig waren. Tijdens deze bijeenkomst zijn de algemene uitgangspunten van het AVBB ten aanzien van een aanbestedingsreglement uitvoerig besproken evenals hun commentaar op de concepttekst van het ARW 2004. Deze bijeenkomst heeft ertoe geleid dat het ARW 2004 op een aantal punten is aangepast c.q. bijgesteld.

Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon 0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl. Voor journalisten: mevr. J. Thompson-Sepmeijer, persvoorlichter, telefoon (070) 379 6174, e-mail:
C.J.Thompson-Sepmeijer@minez.nl

28 sep 04 09:26