Gemeente Groningen


dinsdag 28 september:
Groninger Museum en Bibliotheek gaan samen voor uitdagende oostzijde Grote Markt

Onder de werktitel Huis van Informatie & Geschiedenis Groningen hebben het Groninger Museum, het Noordelijk Scheepvaartmuseum en de Openbare Bibliotheek de handen ineengeslagen. Gezamenlijk zoeken zij naar een nieuwe, uitdagende bestemming voor de oostzijde Grote Markt. Zij willen daarbij samenwerken met andere organisaties en instellingen in de stad. Begin november presenteren Rob Pronk (directeur Biblionet, het netwerk van bibliotheken in stad en provincie) en Kees van Twist (directeur Groninger Museum) hun plan aan het college van burgemeester en wethouders.

In het vroege voorjaar van 2004 presenteerden Bert van Meggelen, Reyn van der Lugt en Jacques van Veen hun advies voor een culturele invulling van de oostzijde Grote Markt. Dit advies behelsde zeer in het kort om een functie te onderzoeken die in het teken staat van kennis en informatie. De verplaatsing van het cultuurcentrum De Oosterpoort werd afgeraden. Het Grote Markt Forum kon zich in grote lijnen in dit advies vinden en de gemeenteraad gaf eind april groen licht voor een verdere uitwerking.

In het voorjaar en in de zomer van dit jaar is veelal onder leiding van Bert van Meggelen een groot aantal gesprekken gevoerd met organisaties en instellingen over de concretisering van het advies. Zo zijn ondermeer het Groninger Museum, Openbare Bibliotheek Groningen, de Rijksuniversiteit en de Hanzehogeschool benaderd en gepolst welke bijdrage zij zouden willen leveren aan het in het advies genoemde thema kennis en informatie. Het advies bleek stimulerend, want er is door de organisaties en instellingen coöperatief en enthousiast gereageerd. Zo enthousiast dat aan het eind van de zomer de bibliotheek en de twee musea besloten nauw samen te werken.

Zij zijn inmiddels druk bezig met het uitwerken van het plan.. In een later stadium worden andere instellingen gevraagd te participeren.. Dit plan moet een cultureel programma voor de oostzijde bevatten, een stedenbouwkundige vertaling van dat programma en het moet inzicht geven in de financiële consequenties. Zoals gezegd, wordt het plan begin november verwacht.