Speech van staatssecretaris Van Geel, uitgesproken door de heer Von
Meijenfeldt, bij de opening van het educatieschip De Watervlo in
Amsterdam, 28 september 2004.
Dames en heren, jongens en meisjes,
Wat een enorme eer om dit mooie schip De Watervlo, namens de
staatssecretaris, officieel te mogen openen. Het schip is nu gereed om
officieel in de vaart te nemen. Ik ben ontzettend benieuwd wat alle
toekomstige, jeugdige bezoekers ervan zullen vinden. En bovenal, wat
zij en misschien zelfs hun ouders, zoal zullen opsteken over water.
Het schip draagt eigenlijk een heel toepasselijke naam. Een watervlo,
het beestje dus, heeft bij uitstek schoon water nodig om in te leven.
Het is een eerste levensbehoefte voor dit waterorganisme. Maar ook
mensen hebben natuurlijk schoon water nodig, bijvoorbeeld om te
drinken en om in te zwemmen. Schoon water is daarnaast ook
noodzakelijk voor een gezond watermilieu en voor een goede
natuurontwikkeling.
Schoon water is helaas niet vanzelfsprekend. Het kan namelijk vervuild
worden door bijvoorbeeld chemische stoffen, meststoffen en
bestrijdingsmiddelen. Die stoffen kunnen op allerlei manieren in het
grondwater of oppervlaktewater terechtkomen. Dat proberen wij
natuurlijk te voorkomen. Daar maken wij in Nederland regels voor en
daar doen wij ook samen met andere Europese landen van alles aan.
Ik zal twee voorbeelden noemen van hoe wij, dit kabinet dus,
oppervlaktewater schoner willen maken.
Het kabinet wil dat eigenaren van plezierboten hun toiletwater niet in
het water lozen. Geen drollen in het water, zoals het, naar ik in de
wandelgangen heb vernomen, ook wel wordt gezegd. De staatssecretaris
van Verkeer en Waterstaat en onze eigen staatssecretaris Van Geel
hebben hierover met allerlei partijen afspraken gemaakt (onder meer
met: HISWA, Watersportverbond, ANWB, IPO, Unie van Waterschappen en
natuurlijk de Stichting Reinwater). En eigenlijk is iedereen het met
elkaar eens. Toiletwater mag binnenkort niet meer over boord worden
gegooid. Natuurlijk omdat het oppervlaktewater hierdoor vervuilt, maar
vooral ook omdat zwemmers hierdoor nare besmettingen op kunnen lopen.
Nieuwe boten mogen daarom vanaf 2006 geen toiletwater mee lozen in het
water. Voor bestaande boten gaat dit verbod in 2009 in. Op die manier
kan Nederland overigens ook netjes voldoen aan Europese normen.
Een ander voorbeeld. Wat gebeurt er met regenwater, bijvoorbeeld na
een hele natte zomer. Nu wordt het meeste regenwater, samen met
afvalwater, via de riolering afgevoerd naar zogeheten
rioolwaterzuiveringsinrichtingen. Maar ons klimaat verandert, en
daardoor zal het in de toekomst meer en harder gaan regenen. Wij
moeten daarom anders omgaan met het regenwater.
Om wateroverlast te voorkomen en tegelijkertijd duurzaam met
regenwater om te gaan, moeten wij het regenwater allereerst proberen
vast te houden, bijvoorbeeld in de bodem. Waar mogelijk moeten wij het
regenwater bergen (en vervolgens nuttig gebruiken). In de laatste
plaats wordt het water afgevoerd. Zo kunnen de
rioolwaterzuiveringsinrichtingen worden gebruikt waar ze voor bedoeld
zijn.
Ik denk dat ik het hierbij moet laten. Ik kan vanzelfsprekend nog uren
vertellen, maar wil De Watervlo graag voor zich laten spreken. Ik ben
blij dat er met dit schip voor de jeugd een schat aan informatie
beschikbaar is over schoon water. Niet alleen in Nederland, maar in de
hele wereld. Ik wens De Watervlo dan ook een leerzame vaart toe.
Dank
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer