Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
83 Vraag van mw. N.D. van den Broek
(ingekomen 10 september 2004)


In Utrecht spelen veel parkeerkwesties. Zo ook in de Waterstraat in Wijk C. De bewoners worden hier namelijk niet gelijk behandeld als het gaat om het parkeren in hun buurt. Enkele groepen worden bevoorrecht zonder dat hiervoor een dringende en/of legitieme reden is. Zo is het verboden te parkeren op het terreintje rond de pomp aan de Waterstraat, maar is er toch een select groepje dat hiervoor een ontheffing van het parkeerbedrijf heeft gekregen.

Bewoners hebben het parkeerbedrijf op deze ongelijke behandeling aangesproken, waarop in oktober 2003 het parkeerbedrijf aan de bewoners te kennen heeft gegeven, dat de parkeerontheffingen voor het terrein rond de pomp aan de Waterstraat onterecht zijn verstrekt en zullen worden beëindigd.
Toch worden er in mei 2004 door het parkeerbedrijf nieuwe ontheffingen uitgereikt die geldig zijn tot 1 mei 2005.

In een brief aan het Wijk C - Komitee d.d. 5 juli 2004, erkend wethouder Van den Bergh dat er geen legitieme gronden zijn voor het verstrekken van parkeerontheffingen op het terreintje rond de pomp aan de Waterstraat. In dezelfde brief wordt dan ook toegezegd dat er per 1 september 2004 een einde komt aan het parkeren op het terreintje rond de pomp.

Op 31 augustus jongstleden ontvangt het Wijk - C komitee echter wederom een brief van de wethouder, waarin wordt medegedeeld dat deze belofte niet kan worden nagekomen. Als reden wordt gegeven dat er nieuwe ontheffingen zijn uitgegeven die niet meer ingetrokken kunnen worden. De VVD fractie en het Wijk - C komitee bevreemdt dit, aangezien dit feit al in juli bij de wethouder bekend moet zijn geweest. Gezien de brief van 5 juli is het Wijk-C komitee en ook de VVD fractie ervan uitgegaan dat deze zouden worden ingetrokken.


Dit brengt de VVD-fractie tot de volgende vragen:

1. Is het juist dat het parkeerbedrijf reeds in oktober 2003 heeft erkend dat de parkeerontheffingen voor het terrein rond de pomp aan de Waterstaat onterecht zijn verstrekt?
2. Zo ja, waarom verstrekt het parkeerbedrijf dan toch nog in mei 2004 nieuwe ontheffingen?
3. Waarom betreft het hier ontheffingen voor een jaar, terwijl het in Utrecht toch gebruikelijk is om parkeerontheffingen met een geldigheidsduur van een kwartaal te verstrekken?
4. Hoe kan het dat de wethouder de in juli toegezegde datum van 1 september niet haalt op grond van het feit dat er al nieuwe parkeerontheffingen zijn verstrekt, terwijl deze al in april zijn uitgegeven en dus bekend was?
5. Waarom worden de bewoners van Wijk C pas een dag voor de beloofde datum van het beëindigen van de ontheffingen op de hoogte gesteld van het feit dat de deadline niet kan worden gehaald?
6. Wat zijn de vervolgstappen van het college om de hiervoor genoemde ongelijkheid ongedaan te maken?

Ook heeft de gemeente in dezelfde brief aangegeven dat met ingang van 1 oktober, parkeren op het plein voor de Jacobikerk alleen is toegestaan op zon- en feestdagen t.b.v. mindervalide kerkgangers (maximaal tien). De VVD vraagt zich af hoe hard deze belofte nu nog is.

7. Heeft het door de wethouder in de brief van 5 juli toegezegde gesprek tussen de koster van de Jacobikerk en de politie - omtrent de ongebreidelde uitgifte van ontheffingen door de koster - plaatsgevonden?
8. Zullen de maatregelen rond het plein voor de Jacobikerk - maximaal tien ontheffingen t.b.v. mindervalide kerkgangers - wel, zoals beloofd, met ingang van 1 oktober worden geëffectueerd?


Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 28 september 2004)

Inleiding
Op het terreintje rond de pomp aan de Waterstraat dat wordt afgesloten met een neerklapbare paal mag sinds de jaren tachtig worden geparkeerd door de Zusters Augustinessen, de koster en de dominee van de Jacobikerk, die daarvoor toestemming hebben gekregen van de toenmalige Dienst Openbare Werken (totaal 4 auto's). Daarnaast heeft een bewoner van de Waterstraat in het verleden mondelinge toestemming gekregen van de gemeente om zijn auto op het betreffende terrein te parkeren. In 1998 heeft een huishouden aan de Oudegracht van de Dienst Stadsontwikkeling toestemming gekregen voor het parkeren van 2 auto's omdat hun garage na een verbouwing van een naastliggend pand niet meer bereikbaar was.

In maart 2002 is op het wijkspreekuur van de wijkwethouder Binnenstad door Het Wijk C Komitee aangegeven dat ook andere auto's werden geparkeerd op het terrein. Teneinde een juridisch juiste grondslag te hebben voor stringente handhaving, zijn op verzoek van het Parkeerbedrijf, in maart 2003 door de afdeling Verkeer en Vervoer van de Dienst Stadsontwikkeling aan bovengenoemde belanghebbenden op kenteken ontheffingen verleend van het parkeerverbod met een geldigheid tot 1 april 2004. Op het moment van uitgifte van deze ontheffingen is eveneens een nieuwe paal geplaatst en zijn nieuwe sleutels uitgegeven. Andere parkeerders uit Wijk C konden een reguliere parkeervergunning aanvragen. Het parkeren op het terrein aan de Waterstraat werd daarmee teruggebracht tot diegenen die oude rechten hebben.

Naar aanleiding van nieuwe klachten heeft in juni 2003 een gesprek plaatsgevonden tussen het Parkeerbedrijf en twee vertegenwoordigers van het Wijk C Komitee. Het betrof het parkeren op zon- en feestdagen door kerkgangers op het plein voor de Jacobikerk (voetgangersgebied) en opnieuw het parkeren door de ontheffinghouders op het terreintje bij de pomp aan de Waterstraat.

Het parkeren van kerkbezoekers op het plein bij de kerk vindt zijn 'legitimatie' in een oude afspraak tussen de toenmalige wijkagent en de koster van de kerk: kerkgangers die niet dan wel minder goed ter been zijn mogen, op vertoon van een door de koster ontworpen parkeerontheffing achter de voorruit van de auto, op het plein parkeren. In de praktijk is echter gebleken dat het aantal auto's dat met een door de koster uitgegeven ontheffing op het plein parkeert, in de loop der tijd sterk is toegenomen. Dit is een onwenselijke ontwikkeling die niet strookt met het gemeentelijk (parkeer)beleid.

Na aanhoudende klachten - er zou weer door 'derden' worden geparkeerd op het terreintje bij de pomp aan de Waterstraat - zijn in juli 2004 de zusters Augustinessen, de koster, de dominee en de bewoner van de Waterstraat aangeschreven met de mededeling dat het terreintje per 1 september 2004 zou worden afgesloten. Uit de reacties op deze brief bleek dat de belanghebbenden die bij de afdeling Verkeer en Vervoer van de Dienst Stadsontwikkeling een verlenging van de ontheffing hadden gevraagd deze inmiddels hadden gekregen. Deze nieuwe ontheffingen zijn geldig tot 1 mei 2005.

1. Nee dat is niet juist. Wel heeft het Parkeerbedrijf in 2003 erkend dat het kritisch zal kijken naar de wenselijkheid van verlenging van de ontheffingen. Helaas is daarbij verzuimd aan de afdeling Verkeer en Vervoer van Dienst Stadsontwikkeling te melden dat de ontheffingen niet automatisch verlengd mogen worden. Wij bieden u voor deze gang van zaken dan ook onze verontschuldigingen aan.

Pas in een later stadium (tweede helft augustus 2004) is door het Parkeerbedrijf onderkend dat de ontheffingen zijn verlengd met een geldigheidsduur tot 1 mei 2005. Door het hoofd van het Parkeerbedrijf is het Wijk C Komitee hierover vervolgens geïnformeerd.
2. De ontheffingen werden niet door het Parkeerbedrijf, maar door de afdeling Verkeer en Vervoer verstrekt (inmiddels is deze taak overgenomen door de Dienst Stadsbeheer). In het antwoord op vraag 1 is reeds aangegeven dat verzuimd is aan deze afdeling te melden dat de ontheffingen niet automatisch verlengd mogen worden.
3. De begrippen ontheffingen en vergunningen worden verward. Het betreft hier ontheffingen van een parkeerverbod die voor de periode van een jaar worden uitgegeven door de afdeling Verkeer en Vervoer (inmiddels door de Dienst Stadsbeheer). De parkeervergunning, waarmee op gefiscaliseerde parkeerplaatsen mag worden geparkeerd, wordt per kalenderkwartaal uitgegeven door het Parkeerbedrijf.
4. Zie ook het antwoord op vraag 1. De brief die de wethouder heeft verstuurd was gebaseerd op basis van de informatie van het Parkeerbedrijf. Pas in een later stadium (tweede helft augustus 2004) is door het Parkeerbedrijf onderkend dat de ontheffingen zijn verlengd met een geldigheidsduur tot 1 mei 2005.
5. Zie antwoord vraag 1 en 4.
6. Wij hebben vandaag besloten vanaf heden, voor het parkeren aan de Waterstraat (het terrein gelegen tussen de kerk, de pomp en de achterzijde van perceel 2) in het geheel geen ontheffingen van het parkeerverbod meer uit te geven en te verlengen. Met het niet meer uitgeven van ontheffingen wordt een einde gemaakt aan de rechtsongelijkheid ten opzichte van andere bewoners en bedrijven in Wijk C, die ieder kwartaal de parkeerbelasting dienen te voldoen. De belanghebbenden zullen hierover zo spoedig mogelijk per brief worden geïnformeerd. Zij worden in de gelegenheid gesteld ruim voor 1 mei 2005 - wanneer hun ontheffing afloopt - een aanvraag voor een parkeervergunning in te dienen.
7. Ja, dit gesprek heeft inmiddels plaatsgevonden. Er is afgesproken dat de koster de beschikking krijgt over tien door de politie uitgegeven ontheffingen voor het berijden van en het parkeren op het plein voor de duur van de kerkdienst. De ontheffingen worden door de koster uitgereikt aan kerkgangers die slecht ter been zijn, al dan niet in het bezit van een gehandicaptenkaart.

De politie zal toezien op een juist gebruik van de ontheffing. Op deze manier zal het aantal auto's dat gedurende de kerkdiensten op het plein rondom de Jacobikerk parkeert sterk afnemen en wordt tegelijkertijd een aantal kerkgangers gefaciliteerd. Alle overige kerkgangers dienen de auto op straat dan wel in één van de in de directe omgeving gelegen parkeergarages te parkeren. Bovenstaande maatregelen zullen met ingang van 1 oktober worden geëffectueerd.
8. Ja. De eerste twee zondagen zal de politie nog waarschuwend optreden, daarna zal er conform bovenstaande regeling regulier gehandhaafd worden. Tijdens betaald parkeertijden en op koopzondagen zal de parkeerpolitie handhaven; op overige tijdstippen neemt de regiopolitie de handhaving voor haar rekening.


---- --