Gemeente Amsterdam

Marktwerking in welzijnsland bestaat niet
29 september 2004 - Djoe Lan Tan
Een werkgroep van stadsdeelraad Zeeburg heeft dinsdag 28 september haar onderzoeksrapport gepresenteerd over het faillissement van de Stichting Welzijn Zeeburg in 2003 en van de welzijnskoepel Alcides. Het rapport werd in ontvangst genomen door voorzitter van de raad Nico Papineau Salm.

In het rapport doet de werkgroep kritische aanbevelingen over het te voeren beleid ten aanzien van welzijnsorganisaties in de toekomst. Een belangrijke les is dat marktwerking in welzijnsland, zoals de afgelopen jaren in Zeeburg werd gedacht, niet bestaat. Daarentegen bestaat wel zakelijkheid en betrokkenheid! En deze zal moeten worden vormgegeven.

Wat ging er mis en wat kan er beter?

Uit het onderzoek naar de financiële planning en controle is gebleken dat het Dagelijks Bestuur van Zeeburg niet alle afspraken uit de subsidieverordening voldoende heeft nageleefd. Stichting Welzijn Zeeburg heeft daarentegen de financiële documenten niet tijdig overlegd aan het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur had op zijn beurt de raad moeten inlichten over de niet verstrekte gegevens opdat één van beide eerder had kunnen ingrijpen. Daarom beveelt de werkgroep aan dat extra zaken met betrekking tot de financiële relatie met een nieuwe organisatie moeten worden vastgelegd en dat het Dagelijks Bestuur de controlerende taak van de raad serieus moet nemen.

Onzichtbare verliezen kinderopvang

Volgens de werkgroep was het Dagelijks Bestuur zich onvoldoende bewust van de effecten van een minder adequate bedrijfsvoering in de kinderopvang. De berekende tarieven en de feitelijke bezettingsgraad binnen de kinderopvang leverden bijvoorbeeld te weinig inkomsten op. Stichting Welzijn Zeeburg heeft jarenlang verlies geleden op de kinderopvang zonder dat zichtbaar te maken. In het vervolg kan het Dagelijks Bestuur beter sturen op zowel output als input. Hierbij kan worden gedacht aan het opstellen van een code voor de leden van het bestuur van de welzijnsorganisatie.

Daarnaast kan het Dagelijks Bestuur de welzijnsorganisatie in staat stellen een eigen bedrijfsvoering te regelen door een klein eigen vermogen toe te staan waardoor het voor de welzijnsorganisatie makkelijker wordt om op onverwachte ontwikkelingen in te spelen. Ook moet het Dagelijks Bestuur, als opdrachtgever, in de subsidieverordening vastleggen dat het stadsdeel te allen tijde zelfstandig en rechtstreeks boekenonderzoek kan doen.

Afspraken gekoppeld aan raadsperiode

Met betrekking tot de inhoudelijke sturing heeft het Dagelijks Bestuur te laat een samenhangend welzijnsbeleid geformuleerd. De raad en het Dagelijks Bestuur hebben beide te weinig aandacht besteed aan de beoordeling van inhoudelijke resultaten van de welzijnsorganisatie. Daarom kunnen er in de toekomst beter afspraken worden gemaakt voor een periode van vier jaar, gekoppeld aan de raadsperiode. Daarnaast kunnen de doelstellingen en resultaten voor de welzijnstichting voortaan scherper en concreter geformuleerd worden.

Informatie halen en geven

In de informatievoorziening heeft de raad wel incidenteel geluiden opgevangen die zij vervolgens niet goed heeft opgepakt. De raad heeft hierbij onvoldoende doorgevraagd op het moment dat zij de situatie niet vertrouwde. Het Dagelijks Bestuur heeft niet op alle momenten voldoende gerichte invulling gegeven aan zijn actieve informatieplicht aan de raad. Voor de toekomst is het zaak dat het Dagelijks bestuur dit wel gaat doen.

Aanbevelingen voor een inhoudelijke discussie

De voorzitter van de raad Nico Papineau Salm zegt blij te zijn met het eerste onderzoek van de raad. "De aanbevelingen die de werkgroep doet zijn een goede aanzet voor een inhoudelijke discussie in de raad. Op naar een heldere stadsdeelkoers en een verbetering in de zakelijke en inhoudelijke relatie tussen stadsdeel en welzijnsorganisatie".

Toekomstige welzijnsinstellingen

Op basis van de bevindingen zal de raad een standpunt bepalen ten aanzien van de gewenste organisatie van de toekomstige welzijnsinstellingen in Zeeburg. Het onderzoek naar het faillissement van de twee welzijnsstichtingen zal in de commissie Publiek op 11 oktober en in de raad van 26 oktober 2004 worden behandeld.

© Gemeente Amsterdam