European Commission

IP/04/1152

Brussel, 29 september 2004

LIFE+: Commissie komt met voorstel voor nieuw gestroomlijnd financieringsprogramma voor het milieu

De Europese Commissie heeft een nieuw eenvoudig en gestroomlijnd financieringsprogramma voor het milieu voorgesteld. Dit programma treedt in werking in 2007 d.w.z. aan het begin van de nieuwe begrotingsperiode van de EU. Het nieuwe programma, dat de naam "LIFE+" (LIFE plus) draagt, is uitsluitend ten behoeve van het milieu bedoeld. LIFE+ zou nauw toegesneden moeten zijn op de prioriteiten van het 6^e Milieuactieprogramma (2002-2012) nl. het tegengaan van de klimaatverandering, de achteruitgang van de biodiversiteit tot staan brengen, de negatieve milieueffecten op de gezondheid van de mens tot een minimum beperken, en een duurzame benadering vinden van de problematiek van natuurlijke hulpbronnen en afval. Met dit nieuwe instrument, dat nauwer aansluit op de hedendaagse agenda voor de problemen rond milieu en duurzame ontwikkeling, wil de Commissie ten behoeve van de EU-burgers meer spoed achter de nagestreefde verbeteringen zetten. De Commissie heeft voorgesteld hiertoe, voor het tijdvak 2007-2013, een totaalbedrag van EUR2,19 miljard te reserveren.

"Ook al is geld op zich niet genoeg om de milieuproblemen te kunnen oplossen, helpen doet het stellig wel", aldus het Commissielid voor milieu, mevrouw Margot Wallström. "Dank zij LIFE plus zal de Commissie sneller en flexibeler steun voor milieuverbeteringen kunnen verlenen. Resultaten op het terrein - die voor ons allemaal zichtbaar en tastbaar zijn - zullen op deze manier sneller en doeltreffender tot stand komen. Ik denk dat dit tot een stuk echte vooruitgang zal leiden."

Wat is het doel van LIFE+?

LIFE+ is ontworpen als bijdrage aan de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van, het toezicht op, en de evaluatie van en informatie over het milieubeleid van de EU. De Commissie onderscheidt twee programmadelen: `tenuitvoerlegging en governance', om de kennisbasis te consolideren en de lidstaten te helpen om met de toepassing van het EU-milieubeleid betere en snelle resultaten te verkrijgen. Bij wijze van voorbeeld noemen wij hier steun voor de networking van beheerders van op natuurbehoud gerichte sites. Het tweede deel, `Informatie en communicatie' om de milieubewustheid te vergroten en het delen van beste praktijken te bevorderen, zou voorzien in steun voor evenementen als de succesvolle EU-mobiliteitsweek.

Het voorstel beoogt met name het stroomlijnen van procedures ter verkrijging van financiële middelen, waardoor de Commissie snel op nieuw rijzende problemen zou kunnen inspelen.

De financiering zal beschikbaar zijn voor overheidsinstanties op alle niveaus, NGO's, belanghebbenden op milieugebied en andere. Te zijner tijd zullen uitvoerige richtsnoeren worden gepubliceerd, waarin precies wordt uitgelegd hoe LIFE+ in de praktijk zal werken.

Zullen er in de periode 2007-2013 nog andere EU-middelen voor het milieu zijn?

LIFE+ zal andere op milieu-investeringen gerichte EU-financieringsprogramma's aanvullen. Zowel de plattelands- als de regionale ontwikkelingsfondsen zullen middelen voor milieudoelstellingen blijven verstrekken. Hieronder valt bijvoorbeeld een belangrijk stuk steunverlening voor het actieve beheer van het Natura 2000-netwerk van beschermde natuurgebieden, maar ook voor investeringen, bijvoorbeeld in projecten op het vlak van de behandeling van afvalwater. Middelen ter ondersteuning van milieu-innovatie zullen beschikbaar zijn uit hoofde van de nieuwe kaderprogramma's 'Innovatie en concurrentievermogen'. Bovendien zullen de uitgaven van de EU aan onderzoek ook middelen voor milieuzorg blijven omvatten, en verwacht wordt dat deze uitgaven nog zullen toenemen.

Achtergrond

Van de momenteel bestaande financieringsprogramma's voor het milieu is het LIFE-programma (LIFE Natuur, LIFE Milieu en LIFE Derde landen) het meest prominente. De begrotingstoewijzing voor deze programma's beloopt momenteel zo'n EUR240 miljoen per jaar. LIFE+ krijgt voor het tijdvak 2007-2013 een begroting van ca. EUR300 miljoen per jaar. Bij deze bescheiden toename is rekening gehouden met de uitbreiding van het programma tot de tien nieuwe lidstaten en met het feit dat bepaalde financieringsbehoeften uit hoofde van andere programma's zullen worden vervuld.