Openbaar Ministerie

Persberichten
Functioneel Parket, Den Haag, 30 september 2004

Beslissingen onderzoek Koninklijke Ahold N.V.

De FIOD-ECD heeft het omvangrijke onderzoek naar een aantal strafbare feiten en omstandigheden rondom Koninklijke Ahold N.V. (verder Ahold) afgerond. Na beoordeling van het proces-verbaal heeft het Functioneel Parket besloten een aantal natuurlijke personen te dagvaarden voor de meervoudige strafkamer van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam. Verder heeft het Functioneel Parket besloten de rechtspersoon Ahold op de voet van art. 74 van het Wetboek van Strafrecht een transactie aan te bieden van 8 miljoen euro. Ahold heeft het transactieaanbod geaccepteerd. Het transactiebedrag is even hoog als de maximale boete die door de rechter zou kunnen worden opgelegd.

De regiezitting

Op 13 en 14 oktober 2004 zal een eerste zitting in deze zaken plaatsvinden. Het betreft een zogeheten regiezitting, hetgeen inhoudt dat de zaken nog niet inhoudelijk zullen worden beoordeeld, maar dat de rechtbank zich zal buigen over een aantal mogelijke voorvragen en zal bezien of nadere onderzoekshandelingen, al dan niet door de rechter-commissaris, dienen te worden verricht.

Tot de zitting zullen geen nadere mededelingen worden gedaan over de te dagvaarden personen en de tegen hen bestaande verdenking.

De transactie

Na beoordeling van het proces-verbaal heeft het Functioneel Parket besloten Ahold op de voet van art. 74 van het Wetboek van Strafrecht een transactie aan te bieden van 8 miljoen euro. Ahold erkent zonder voorbehoud het onjuiste gebruik van side letters en heeft aanvaard dat de beslissing om de joint ventures met BomprecoPar, Velox, ICA Forbundet Invest AB en La Fragua S.A. volledig te consolideren niet had mogen worden genomen zonder rekening te houden met het bestaan van die side letters. Ahold heeft inmiddels de jaarstukken ten aanzien van de volledige consolidatie herzien.

Naar het oordeel van het Functioneel Parket heeft Ahold zich schuldig gemaakt aan het plegen van diverse strafbare feiten. Het betreft het valselijk opmaken van side letters (artikel 225 lid 1 Sr); het gebruikmaken van valse side letters (art. 225 lid 2 Sr); het publiceren van een onware balans (art. 336 Sr); de publieksmisleiding ter gelegenheid van een emissie (art. 47 Wet toezicht effectenverkeer 1995); de vervalsing van letters of representation (art. 225 lid 1 Sr); de vervalsing van zogeheten (SEC) 20-F formulieren (art. 225 lid
1 Sr); en de oplichting van de accountant (art. 326 Sr).

De volgende overwegingen hebben aan de transactie ten grondslag gelegen.

Ahold heeft vanaf het begin van het onderzoek haar volledige medewerking verleend. Het strafrechtelijke onderzoek is aangevangen nadat de vennootschap zelf diverse interne rapporten heeft overgedragen aan het Functioneel Parket. Ook nadien zijn op vrijwillige basis meerdere malen stukken verstrekt aan het Functioneel Parket door Ahold.

Ahold heeft een groot aantal herstelmaatregelen getroffen, mede om herhaling van strafbare feiten in de toekomst te voorkomen. In het bijzonder is het toezicht op de interne financiële verslaglegging versterkt. Daarmee is strafvervolging uit het oogpunt van preventie niet meer noodzakelijk.

De naar het oordeel van Ahold verantwoordelijke personen zijn teruggetreden, dan wel uit hun functies ontheven. Het Functioneel Parket heeft een aantal voormalige functionarissen van Ahold gedagvaard. Door het dagvaarden van deze natuurlijke personen wordt in deze zaak ten volle verantwoording afgelegd aan de rechter.

Het transactiebedrag is even hoog als de maximale boete die door de rechter zou kunnen worden opgelegd. Bij een rechtspersoon kan geen vrijheidsstraf worden opgelegd.

(In deze zaak zijn eerder persberichten verschenen op 7 juli 2003 en 26 maart 2004)