Ministerie van Economische Zaken


http://www.minez.nl

MINEZ: Vragen over de belading van een El Al-vlucht

Ministerie van Economische Zaken
Persbericht
Datum: 29-09-2004

Vragen over de belading van een El Al-vlucht gesteld door het lid Karimi (GL) d.d. 26 augustus 2004 onder nummer 2030420110.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Ir. C.E.G. van Gennip en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Drs. M.H. Schultz hebben deze vragen als volgt beantwoord.

Vraag 1
Heeft u het artikel Rescue team thwarts environmental disaster at airport gelezen?

Antwoord
Ja.
De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft op donderdagavond 19 augustus 2004 direct gereageerd op berichtgeving rondom het incident op de luchthaven Ben-Goerion te Tel-Aviv door een administratief onderzoek te starten naar de belading.

Vraag 2
Klopt het dat de El Al vlucht met levensgevaarlijke ontvlambare en explosieve lading, waar in het artikel over gesproken wordt, uit Amsterdam afkomstig was?

Antwoord:
De bedoelde El Al vlucht, LY 0810, is inderdaad vertrokken vanaf Amsterdam Airport Schiphol. In tegenstelling tot de alarmerende berichtgeving in genoemd artikel, is door de Inspectie Verkeer en Waterstaat, op basis van de analyse van de documentatie , vastgesteld dat er sprake is geweest van vervoer van uitsluitend wettelijk toegestane en juist geclassificeerde gevaarlijke stoffen van verschillende gevarenklassen.
Voorts betrof het hier niet bijzonder gelimiteerde of aan bijzondere vergunningplicht onderworpen geclassificeerde gevaarlijke stoffen.

Vraag 3
Heeft El Al op enige manier aan de Nederlandse autoriteiten gemeld dat er zich gevaarlijke stoffen aan boord van dit toestel bevonden? Waaruit bestond de lading van deze vlucht? Betrof het een vrachtvlucht of een gecombineerde vracht/passagiersvlucht? Wat is de procedure voor de im- en export en doorvoer van gevaarlijke stoffen (anders dan wapendoorvoer) over Nederlands grondgebied?

Antwoord
Er is geen sprake van een algehele meldplicht voor het ten vervoer aanbieden van gevaarlijke stoffen. Een meldplicht geldt uitsluitend voor die gevaarlijke stoffen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is. De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft op basis van het administratief onderzoek vastgesteld dat geen van de vervoerde gevaarlijke stoffen aan boord van de El Al vlucht LY 0810 onder deze vergunnings- of ontheffingsplicht vielen te rangschikken. Dientengevolge gold voor El Al - geheel conform vigerende internationale en nationale wetgeving - geen meldplicht voor de onderhavige gevaarlijke stoffen. El Al heeft een dergelijke melding ook niet gedaan.

De lading van de El Al vlucht LY 0810 bestond, naast algemene lading, uit wettelijk tot het vervoer toegelaten geclassificeerde gevaarlijke stoffen van o.a. de volgende gevarenklassen:

Klasse 2 : Gassen (w.o. aerosolen, brandblusapparaten) Klasse 3 : Brandbare vloeistoffen (w.o. propanol, parfums) Klasse 8 : Bijtende stoffen (w.o. zoutzuur, logen) Klasse 9 : Andere gevaarlijke stoffen en voorwerpen (niet in te delen in klasse 1 t/m 8)
(zoals Airbags, Magnetisch materiaal)

Vanwege het incident was de aandacht m.n. gericht op de navolgende zendingen:


- 24 kg verpakt in 3 dozen à 8 kg van de geclassificeerde stof van de gevaren klasse 1 explosieven , subklasse 1.4; stoffen en voorwerpen die slechts een gering ontploffingsgevaar opleveren, compatibiliteitgroep G pyrotechnische artikelen;


- 10.000 liter n-propanol, verpakt in 16 stalen drums van 60 ltr , 174 plastic drums van 60 ltr en 1 plastic drum van 40 ltr (geclassificeerde stof van de gevarenklasse 3 brandbare vloeistoffen).

De El Al vlucht LY 0810 is uitgevoerd als vrachtvlucht.

De douane controleert de reguliere im- en export en doorvoer van alle goederen over Nederlands grondgebied.

Vraag 4
Hebben de daartoe bevoegde autoriteiten de lading van de betreffende El Al vlucht gecontroleerd? Zo ja, waarom is dan toch toestemming verleend om op te stijgen terwijl het evident was dat een dergelijke explosieve lading niet bij elkaar vervoerd mag worden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Nee, de aan boord van betreffende El Al vlucht LY 0810 vervoerde gevaarlijke stoffen betroffen een reguliere verzending van tot het vervoer door de lucht toegelaten gevaarlijke stoffen. Voor een dergelijke verzending is geen toestemming tot opstijging per vlucht voorgeschreven.

Vraag 5
Bent u zich ervan bewust dat een dergelijke ramp waarvoor bij de luchthaven Ben-Goerion gevreesd werd, ook in Nederland kan gebeuren? Welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat dergelijke explosieve ladingen voortaan in vliegtuigen over Nederlands/Europees grondgebied vervoerd zullen worden?

Antwoord
Het valt helaas niet geheel uit te sluiten dat rampen en/of ernstige calamiteiten zich kunnen voordoen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Alle van kracht zijnde maatregelen in internationaal en nationaal verband zijn er echter op gericht om de kans op een ramp of ernstige calamiteit tot het minimum te beperken. De noodzaak om verdere maatregelen te treffen acht ik gezien het reeds beschikbare instrumentarium voorshands niet aanwezig.

Vraag 6
Herinnert u zich mijn vragen van 16 juni 2004? Waarom is daar tot op heden nog geen antwoord op gekomen?

Antwoord
Ja. De antwoorden op de vragen zijn op 31 augustus 2004 naar de Kamer gestuurd.

Vraag 7
Wat is de reden dat vragen over de positie van El Al op Schiphol en de lading die deze maatschappij vervoert, stelselmatig te laat worden beantwoord?

Antwoord
Zoals in de beantwoording van de vragen van 16 juni 2004 is uitgelegd hadden de vragen van 16 juni 2004 betrekking op gegevens van de Wet wapens en munitie (WWM), waarvoor de Minister van Justitie de eerste verantwoordelijkheid draagt. Vanwege de complexiteit van de materie was enige tijd gemoeid met het verzamelen van deze gegevens.

Vraag 8
Herinnert u zich vragen 5 uit de serie van 16 juni 2004 2) waarin naar een overzicht van de aard en de omvang van de El Al-zendingen voor de periode 21.07.03-21.04.04 wordt gevraagd? Wilt u deze periode uitbreiden tot 23.08.2004?

Antwoord
Ja. Het gevraagde overzicht is aan de Kamer gestuurd. Zoals per brief van 31 augustus jl. is aangegeven, is er geen melding gemaakt van doorvoer van of naar Israël van goederen die vallen onder de meldplicht bij doorvoer op grond van het In- en Uitvoerbesluit Strategische goederen. De Minister van Justitie heeft de Kamer op 6 september jl. een overzicht ter vertrouwelijke inzage ter beschikking gesteld van zendingen van en naar Israël die op basis van de Wet Wapens en Munitie zijn gemeld in de periode 21.07.03-23.08.04.

Vraag 9
Wilt u de vragen van 16 juni 2004 met spoed beantwoorden?

Antwoord:
Zie antwoord op vraag 6.

Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon 0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl. Voor journalisten: Paula de Jonge, persvoorlichter, telefoon (070) 379 75 52, e-mail: A.T.M.deJonge@minez.nl

30 sep 04 10:03