Vrije Universiteit Amsterdam

Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam. 20/09/2004


---

Internationaal congres over vreemdelingenrecht: ´Gendered Borders´ Migrantenvrouwen: ondernemend of onderdrukt?

Bij de vormgeving en harmonisering van het Europese vreemdelingenrecht wordt te veel uitgegaan van migrantenvrouwen als willoze slachtoffers. De repressieve maatregelen van Europa, bedoeld om deze ´slachtoffers´ te beschermen, hebben onbedoeld negatieve effecten, want Europa ontkent of marginaliseert zo het vermogen en het recht van deze vrouwen om zelf, vanuit economische of politieke motieven, voor migratie te kiezen. Bovendien wordt het politieke debat gedomineerd door angst voor ´vreemde´ culturen, waarmee de migranten in het algemeen als ongeciviliseerde ´outsiders´ worden neergezet en hun bewegings- en handelingsvrijheid nog meer in de knel dreigt te komen.

Dit stelt de Indiase rechtsgeleerde Ratna Kapur, een van de hoofdspreeksters op het congres Gendered Borders dat de afdeling Migratierecht van de Vrije Universiteit Amsterdam organiseert van 30 september tot 2 oktober. Het congres moet nieuwe perspectieven openen op de positie van vrouwen in het vreemdelingenrecht. Een andere hoofdspreekster is de vermaarde juriste/aciviste Jacqueline Bhabha verbonden aan Harvard University. Bhabha zal er tijdens het congres op wijzen dat migrantenvrouwen er ook juist baat bij kunnen hebben om als slachtoffer te worden afgebeeld als ze daarmee sympathie winnen en op grond daarvan recht op verblijf krijgen, bijvoorbeeld.

Lange tijd gingen discussies over migratie impliciet over mannen mannen uit verre oorden die naar het rijke westen waren gekomen op zoek naar werk, of die in opstand waren gekomen tegen repressieve regimes en toevlucht zochten. De laatste jaren staan juist migrantenvrouwen in de brandpunt van de belangstelling. Maar nu niet als avontuurlijke werknemers of zelfbewuste burgers, maar vooral als slachtoffers: slachtoffers van vrouwenhandel; van huiselijk geweld; van uithuwelijkende ouders; van de Islam.

Publieke discussies en politieke voorstellen ter verbetering van de positie van migrantenvrouwen gaan allemaal in de richting van repressie: hardere maatregelen tegen vrouwenhandel; het ontmoedigen van huwelijksmigratie; meer controle op Islamitische instellingen; aparte strafbepalingen tegen eerwraak en gedwongen huwelijken; het verbieden van hoofddoekjes. Repressieve maatregelen zullen deze vrouwen niet beschermen, zegt Ratna Kapur, maar hun handelingsvrijheid nog verder inperken: "Vrouwen zullen nog meer kosten moeten maken en gevaren moeten trotseren om grenzen te kunnen overschrijden. Die vrouwen die daar wel in slagen zullen vervolgens de clandestiniteit in moeten duiken, willen zij kunnen blijven. Vrouwen die legaal verblijven worden alsnog beperkt in hun vrijheid van partnerkeuze en ga zo maar door."

Kapur mag dan heel stellig zijn over wat zij de ´victim trap´ noemt, collega-wetenschappers en ook vrouwenactivisten zijn er nog niet uit met welke benadering - ´ondernemend´ of ´onderdrukt´ - de migrantenvrouw nu beter af is. Sarah van Walsum van de afdeling Migratierecht van de VU: "Binnen de vrouwenbeweging is sprake van een voortdurende richtingenstrijd. Dat is jammer want zo houdt zij weinig energie over om politieke besluitvormingsprocessen te beïnvloeden. Dit congres biedt een kans om de prioriteiten van migrantenvrouwen nu eens duidelijk op een rijtje te krijgen."

Over Ratna Kapur

Ratna Kapur is hoofd van een feministisch onderzoekscentrum in Nieuw Delhi, docent internationaal recht aan de New York University School of Law en verricht momenteel onderzoek op uitnodiging van de International Institute for Graduate Studies in Genève.

Over Jacqueline Bhabha

Jacqueline Bhabha is docent Rechten van de mens en asielrecht aan de Harvard Law School en uitvoerend hoofd (executive director) van de University Committee on Human Rights Studies van Harvard University. In het verleden heeft zij als advocaat gepleit voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Tijdens het congres zal zij onder meer ingaan op de spanning tussen de economische drijfveren achter arbeidsmigratie door vrouwen zowel in de Derde Wereld als in de meer welvarende landen en de politieke afkeer tegen migratie in het algemeen.