CDA Rotterdam


Actueel

Rotterdam, 30 september 2004
Inzet van Dienst Stadstoezicht van belang voor slagen beleid

Raadslid Karen Duys bezocht enige tijd geleden in Nesselande de pilot van het nieuwe hondenpoep beleid. Tijdens dit bezoek heeft zij een aantal zorgwekkende signalen opgevangen over de Dienst Stadstoezicht. Zij stelde het college hierover daarom de volgende schriftelijke vragen:

Geacht College,

Onlangs heb ik een bezoek gebracht aan de pilot van het nieuwe hondenpoepbeleid in Nesselande. Tot mijn tevredenheid heb ik hier kunnen zien hoe het College de uitvoering van de motie-Duys Rotterdam hondenpoepvrij oppakt. Tegelijkertijd maak ik mij zorgen over de rol van Dienst Stadstoezicht in de nieuwe aanpak. Tijdens dit bezoek heb ik een aantal zorgwekkende signalen opgevangen, waarover ik het College graag uitleg vraag.

Bij mijn bezoek aan Nesselande bleek Dienst Stadstoezicht de pilot slechts één uur per week te bezoeken. Daarop heb ik bekeken wat de inzet van Dienst Stadstoezicht in andere deelgemeenten is. Wat opvalt, is dat in vrijwel alle deelgemeenten een daling van de aanwezigheid van controleurs is waar te nemen. Een enkele uitzondering daargelaten, maar in die uitzonderingssituaties ligt duidelijk een link met de aanwezigheid van stadsmariniers. Ik heb kunnen constateren dat een stadsmarinier in enkele gevallen extra ftes inkoopt, om in te zetten in hotspotgebieden.

Natuurlijk hebben de deelgemeenten een belangrijke eigen verantwoordelijkheid bij de inkoop van diensten, maar de inzet van de Dienst dient toch zeker wel een stedelijk belang.

In dit licht stel ik het College onderstaande vragen:


1.De CDA-fractie meent dat nieuw beleid samen moet gaan met een duidelijk signaal naar de burger. Ik ben ervan overtuigd dat ook dit College vindt dat je beleid serieus moet nemen en dat ook moet willen uitstralen. Inzet van 1 uur controle per week op het nieuwe hondenpoepbeleid in Nesselande kan voor het College toch niet het gewenste signaal zijn?


2.Beschikt Dienst Stadstoezicht over voldoende capaciteit om te voldoen aan de vraag van zowel deelgemeenten, gemeente als Stadsmariniers? Zo nee, hoe groot is het tekort?


3.Een aantal deelgemeenten heeft laten zien dat een deel van de ingekochte uren niet kan worden ingevuld als gevolg van ziekteverzuim en als gevolg van backoffice problemen.

a.Erkent het College de problemen met ziekteverzuim en met de backoffice?

b.Zo ja, kan het College deze problemen toelichten met cijfers?

c.Zo ja, kan het College aangeven hoe zij in de toekomst denkt te voorkomen dat door deelgemeenten ingekochte uren niet kunnen worden ingevuld?


4.Ook heb ik kunnen constateren dat, hoewel budgetten gelijk zijn gebleven of zijn gestegen ten opzichte van vorig jaar, de inzet van controleurs niet navenant is gestegen. Ik concludeer daaruit dat de tarieven zijn gestegen, maar constateer ook dat een aantal deelgemeenten niet de keuze heeft gemaakt de budgetten te verhogen.

a.Kan het College verklaren wat de achtergrond van de tariefstijging is?

b.Kan het College aangeven of de tariefstijging ook stedelijk gevolgen heeft gehad, in het bijzonder: of stedelijk een keuze is gemaakt voor het uitbreiden van de budgetten, of juist voor het inperken van de inzet van Dienst Stadstoezicht?

c.Kan het College aangeven of dit gevolgen heeft of gaat krijgen voor de handhaving van gemeentelijk beleid?

Karen Duys