Vereniging Nederlandse Gemeenten

NOTA MOBILITEIT; MEDEOVERHEDEN WILLEN FLEXIBELE INVESTERINGEN

Een flexibele inzet van de middelen uit het fonds voor infrastructuur (MIT) is een belangrijke voorwaarde voor een geslaagde uitvoering van de Nota Mobiliteit. Gemeenten, kaderwetgebieden en provincies moeten samen met het rijk kunnen bepalen hoeveel, wanneer en in welke wegen geïnvesteerd wordt, zo vinden het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Samenwerkende Kaderwetgebieden (SKVV). Knelpunten bestaan op het hele wegennet zowel bij Rijk, provincies als gemeenten. Zij reageren hiermee op de Nota Mobiliteit die verkeersminister Peijs vandaag presenteerde.

De netwerkbenadering in de nota vinden de drie koepels een goede beleidskeuze die hard nodig is. Zij onderschrijven van harte de hoofdlijnen van de nota en de visie van de minister. Ook waarderen zij de goede samenwerking met de minister bij de totstandkoming van de nota. Alleen, een betrouwbare reistijd van deur naar deur vraagt voor het hele wegennet niet alleen een samenhangende beleidsvisie, maar ook samenhangende investeringen. Daarover hebben de medeoverheden helaas nog geen volledige overeenstemming kunnen bereiken met het Kabinet.

Effectief
Het Kabinet en de Tweede Kamer willen nu al de MIT-gelden voor een lange periode vastleggen. IPO, SKVV en VNG vinden dat een verkeerde keuze. Een flexibel MIT is nodig voor een betere aanpak van de files. Een deel van de oplossing van files op snelwegen ligt op gemeentelijke en provinciale wegen. Dat vraagt om gerichte en samenhangende investeringen in de meest effectieve oplossing van het fileprobleem. Daarnaast wordt 40% van het reistijdverlies veroorzaakt door knelpunten op lokale en provinciale wegen zelf. Voor de oplossing daarvan moeten gemeenten, kaderwetgebieden en provincies over voldoende decentrale middelen beschikken. Zij willen daarom dat het Kabinet de zogenoemde brede doeluitkering (BDU) voor verkeer en vervoer verhoogt.

Kwaliteit leefomgeving
Zorgelijk vinden IPO, SKVV en VNG ook de kwaliteit van de leefomgeving in stedelijke gebieden. Het Rijk wil met zijn Nota Ruimte graag een verdere verdichting (meer bebouwing op minder m2) van het stedelijk gebied en optimaal gebruik van de infrastructuur. Hierdoor neemt de verkeersintensiteit in de steden nog verder toe. Nu al echter dreigen ruimtelijke ontwikkelingen in stedelijke gebieden - met name als gevolg van recente uitspraken van de Raad van State over luchtkwaliteit en geluidsoverlast - niet door te kunnen gaan of worden deze sterk beperkt. Dat betekent dat het verkeer nog schoner moet worden. Algemene maatregelen van het Rijk zijn daarvoor niet voldoende. Afzonderlijke, specifieke situaties vragen om een oplossing die op die situatie is toegesneden. IPO, SKVV en VNG willen daarom de mogelijkheid om meer maatwerk te kunnen leveren.

Openbaar vervoer
Zorgen hebben de drie koepels ook om de rol van het regionaal openbaar vervoer. De door alle overheden onderschreven netwerkbenadering is voor deze collectieve mobiliteitsvoorziening maar mager uitgewerkt in de Nota. Terwijl het openbaar vervoer in met name stedelijke gebieden tot 50 procent van alle verplaatsingen in de spits voor zijn rekening neemt maakt het Kabinet in de Nota Mobiliteit onvoldoende duidelijk welke rol het ziet voor het regionaal openbaar vervoer vanuit die netwerkbenadering. Daar komt bij dat de nieuwe beheer- en vervoersconcessies voor NS en ProRail voor het hoofdspoornet een gezonde exploitatie van regionaal openbaar vervoer vrijwel onmogelijk maken. In de nieuwe spoorconcessies voor beide bedrijven ontbreekt de basis van gelijkwaardigheid van NS en ProRail enerzijds en decentrale overheden anderzijds om goede afspraken te maken over bijvoorbeeld de dienstregeling, het wel of niet sluiten van bepaalde stations, de integratie van de verschillende reisbewijzen, onderhoud van spoor etc. Dat moet echt anders, zo hebben IPO, VNG en SKVV minister Peijs eerder al in een brief laten weten.

Prijsbeleid
Een aantal gemeenten, kaderwetgebieden en provincies wil kunnen experimenteren met prijsbeleid. Een ander systeem van betalen voor mobiliteit (bijvoorbeeld op basis van de werkelijk gereden kilometers) kan bijdragen aan de vermindering van het aantal files. Zeker als er in het prijsbeleid ook ruimte is voor differentiatie naar tijd en plaats. Zo wordt bijvoorbeeld een spitsheffing mogelijk die zorgt voor een verdere spreiding in tijd van verkeersbewegingen.

Verkeersveiligheid
De ambitieuze doelstellingen voor verkeersveiligheid in de nota zijn volgens de drie koepels alléén haalbaar bij een veel strengere handhaving van verkeersveiligheid. De decentrale overheden steunen de doelstelling van het Kabinet, maar politie en justitie kunnen onvoldoende prioriteit geven aan de handhaving van kleinere verkeersovertredingen op lokale en provinciale wegen. Dat geldt met name voor woon- en winkelgebieden, terwijl hier verreweg de meeste ongelukken gebeuren (85%). Zij willen daarom zelf kunnen optreden en bestuurlijke boetes kunnen opleggen.

geactualiseerd op: 30 september 2004