Remkes: politieonderwijs wordt verder verbeterd
4 oktober 2004
Het nieuwe politieonderwijs dat in 2002 is gestart, wordt verder
verbeterd. De Politieacademie werkt aan verbetering van de organisatie
van het onderwijs, aan verdere professionalisering van de docenten,
aan betere begeleiding van de studenten en aan het beter benutten van
ict-voorzieningen voor digitaal leren. Ook wordt bekeken hoe meer
maatwerk mogelijk is voor studenten die vrijstellingen kunnen krijgen
op basis van eerdere opleiding of ervaring. Hiermee wil de
Politieacademie knelpunten oplossen die de Inspectie Openbare Orde en
Veiligheid (IOOV) eind 2003/begin 2004 signaleerde. In die tijd was
sprake van een teruglopende instroom van studenten en daarmee van het
beëindigen van detacheringen van ruim 100 docenten uit korpsen,
eenderde van het docentenkorps. De uitvoering van het politieonderwijs
heeft daaronder geleden.
---
Dit schrijft minister Remkes aan de Tweede Kamer. De minister heeft
ook het rapport van de Inspectie naar de Kamer gestuurd.
De Inspectie bekeek het onderwijs op drie niveaus: de opleiding tot
assistent-politiemedewerker (mbo niveau 2), die tot politiemedewerker
(mbo niveau 3) en die tot allround-politiemedewerker (mbo niveau 4).
Het nieuwe politieonderwijs is een combinatie van leren op school en
werken in de praktijk. De studenten zijn als aspirant in dienst van
een politiekorps, en gaan steeds wisselend drie maanden naar de
Politieacademie gevolgd door drie maanden werken in de praktijk bij
het korps.
Uitgangspunt is dat de studenten naarmate zij verder in hun opleiding
komen, steeds zelfstandiger kunnen leren en werken. Nog te vaak vinden
studenten echter dat zij aan het begin van hun opleiding te weinig
begeleiding krijgen en 'in het diepe gegooid worden'. De
Politieacademie heeft inmiddels actie ondernomen om de begeleiding van
studenten te verbeteren, zowel tijdens de periodes op de academie als
tijdens de periodes bij de korpsen. Ook wordt meer aandacht gegeven
aan het niveau van de vakkennis die de studenten moeten opdoen.
Voor docenten en managers is een plan voor verdere professionalisering
gemaakt, waardoor zij vakinhoudelijk en onderwijskundig beter in staat
zijn de studenten te begeleiden. Voor de start van het nieuwe
onderwijs waren alle docenten bijgeschoold; zij hebben allemaal een
pedagogisch-didactische aantekening behaald.
Vanaf de start van het nieuwe politieonderwijs is sterk de nadruk
gelegd op een elektronische leeromgeving. De Politieacademie bekijkt
hoe de mogelijkheden van het academiebreed gebruikte programma
"E-campus" breder benut kunnen worden door studenten en docenten. De
aansluiting op Politiekennisnet is inmiddels gerealiseerd.
De Politieacademie pakt verder de logistieke knelpunten aan waarmee de
opleidingen in het begin te kampen hadden, zoals de tijdige
beschikbaarheid van studieroosters en studiemateriaal, de planning en
spreiding van de studielast over de opleiding en de roostering van het
onderwijs. In het verbeterprogramma zit ook het bijhouden van de
studievoortgang van de studenten.
Dat de Politieacademie nog weinig maatwerk in de opleidingen aan
studenten biedt, komt doordat het nieuwe onderwijs nog maar twee jaar
geleden van start is gegaan, terwijl het gaat om drie- en vierjarige
opleidingen. Pas in 2006 zijn alle opleidingen op mbo-niveau één keer
geheel doorlopen. Bovendien is het aanvragen van vrijstellingen voor
studenten op grond van hun eerdere kennis en ervaring een zaak voor de
korpsen. Wel zal de Politieacademie zich in haar advisering van
korpsen en studenten hierover actiever opstellen.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties