Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
14 september 2004 SV/A&L/04/65072
nr. 2030421200
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Bussemaker 4 oktober 2004
./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over het met 10
miljard euro duurder worden van de WAO als gevolg van de privatisering.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
Nr. 2030421200
1. Vraag
Kunt u het bericht bevestigen dat de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) als
gevolg van de vrije markt met 10 miljard euro duurder kan worden?1
2. Vraag
Waarom hebt u hier zelf aan meegewerkt door met de verzekeraars een akkoord te sluiten waarin
staat dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) een extra hoge premie gaat
vragen om er zo voor te zorgen dat commerciële verzekeraars de concurrentie met het publieke
uitvoeringsinstituut UWV aankunnen?
3. Vraag
Komt deze premieverhoging overeen met uw ideeën over privatisering en de werking van de vrije
markt? Denkt u ook dat er zo daadwerkelijk concurrentie zal ontstaan?
4. Vraag
Denkt u dat door een verhoging van de premies meer mensen aan het werk worden geholpen? Zo
ja, op basis van welke gegevens denkt u dat?
1/2/3/4. Antwoord
Ik heb kennis genomen van het genoemde bericht. De inhoud daarvan kan ik niet bevestigen.
Hieronder zal ik dat toelichten.
In het kader van de door de door de regering aangekondigde wijziging van het stelsel van
arbeidsongeschiktheidsregelingen, is bezien in welk systeem de werkgever het meest geprikkeld
wordt tot preventie en reïntegratie. Volgens de regering is dat het geval in een systeem waarin
werkgevers ervoor kunnen kiezen de uitkeringslasten tijdelijk zelf te dragen, privaat te verzekeren,
dan wel bij het UWV verzekerd te laten. Een dergelijk systeem zet werkgevers aan tot beheersing
van de instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen en bevordering van de uitstroom, in hun
eigen financiële belang. Met een systeem van eigenrisicodragen en premiedifferentiatie acht de
regering prikkels ingebouwd die werkgevers aanzetten tot preventie en reïntegratie, in hun eigen
financiële belang. Daarnaast geldt als één van de uitgangspunten van de in het regeerakkoord
aangekondigde stelselwijziging dat werken ook voor de werknemer financieel aantrekkelijker moet
zijn dan niet werken, en meer werken aantrekkelijker dan minder werken. Voor werknemers zal
aan genoemd uitgangspunt invulling worden gegeven in de vormgeving van de uitkeringsregeling
voor werknemers die nog tot werkhervatting in staat zijn, de Regeling werkhervatting gedeeltelijk
arbeidsgeschikten, WGA. De regering is ervan overtuigd dat het nieuwe stelsel meer activerend zal
werken.
Evident verschil tussen publieke en private verzekering is, dat verzekeraars op grond van de Wet
toezicht verzekeringsbedrijf 1993 verplicht zijn private arbeidsongeschiktheidsverzekeringen te
financieren op basis van rentedekking. Het gaat hier immers om mogelijk langlopende
verplichtingen. Bij aanvang van de verzekering wordt de premie vastgesteld op basis van de in de
1 De Volkskrant, 9 september jl.
3
toekomst verwachte lasten, waardoor de premie vanaf de aanvang op het structurele niveau zal
liggen.
Het UWV financiert de uitkeringen op basis van een omslagstelsel. De verwachte lasten in een
bepaald jaar worden omgeslagen over de verzekerde bedrijven. In het omslagstelsel zal bij een
nieuwe regeling de premie aanvankelijk dus laag zijn en geleidelijk stijgen tot het structurele niveau
is bereikt.
In de aanvangsjaren van een nieuwe regeling is de premie bij rentedekking dus hoger dan in een
omslagstelsel. De extra lasten bij private verzekering zullen zich met name voordoen in de
aanvangsjaren, wanneer het verschil tussen de rentedekkingspremie en de omslagpremie het
grootst is.
Het verschil in de aanvangsjaren tussen de premielasten bij rentedekking (private verzekering) en in
een omslagstelsel (publieke verzekering) wordt de rentehobbel genoemd.
Het verschil in financieringswijze leidt voor de werkgever die eigenrisicodrager wil worden en
vervolgens een private verzekering wil sluiten, tijdelijk tot hogere kosten dan in het geval de
werkgever bij het UWV verzekerd zou blijven. Dit doorkruist het streven naar een zo gelijk
mogelijk speelveld en vormt in principe een belemmering voor eigenrisicodragen. De regering heeft
toegezegd de effecten van de rentehobbel te willen mitigeren (Kamerstukken II, 2003-04, 28 333,
nr. 19). Het streven van de regering is erop gericht de premiestelling in geval van publieke
verzekering ook in de aanvangsjaren in redelijke mate in overeenstemming te brengen met die van
verzekeraars, opdat ook in de aanvangsjaren sprake is van een gelijk speelveld. Uiteindelijk zullen
de premies bij publieke en private verzekering ceteris paribus gelijk zijn.
De regering is voornemens de mitigering van de rentehobbel vorm te geven door een opslag op de
publieke gedifferentieerde WGA-premie. Deze opslag zal via een verlaging van de IVA-/WAO-
basispremie volledig terugvloeien naar alle werkgevers.
De omvang van de extra lasten in het gecombineerde publiek en privaat systeem is afhankelijk van
de mate waarin werkgevers overstappen naar private verzekeraars. Privaat verzekeren leidt
namelijk tot extra lasten vanwege de premie op basis van rentedekking. Daarentegen leidt de
premieopslag bij publiek verzekeren macro gezien niet tot een lastenverzwaring, omdat de extra
lasten volledig in mindering worden gebracht op de IVA-/WAO-basispremie. De macro omvang
van de opslag op de publieke gedifferentieerde premie is daarbij gelijk aan de macro omvang van
de korting op de IVA-/WAO-basispremie.
Op voorhand is niet aan te geven welk deel van de werkgevers over zal stappen naar private
verzekeraars. Daarnaast wordt het in het nieuwe stelsel tevens mogelijk volledig eigen risico drager
te worden. De extra lasten vanwege rentedekking zullen lager worden wanneer een deel van de
werkgevers kiest voor volledig eigen risico dragen in plaats van voor privaat verzekeren, omdat zij
immers geen rentedekkingspremie verschuldigd zijn.
5. Vraag
Deelt u de mening dat dit geld beter besteed kan worden aan reïntegratie-instrumenten en concrete
afspraken met werkgevers om mensen zo daadwerkelijk weer terug te leiden naar de
arbeidsmarkt?
4
5. Antwoord
De mening dat de extra premies beter besteed kunnen worden aan andere doelen, deel ik niet.
Zoals boven gesteld zal de premie-opslag om de rentehobbel te mitigeren, terugvloeien naar
werkgevers. De regering is ervan overtuigd dat het nieuwe stelsel meer zal aanzetten tot werk.
Werkhervatting is immers in het belang van zowel werkgevers als werknemers.
6. Vraag
Wat is de stand van zaken rond het overleg met het Midden- en kleinbedrijf over een mogelijk
convenant om mensen die uit de WAO komen weer aan de slag te helpen? Over welke andere
alternatieven beschikt u om mensen daadwerkelijk weer aan de slag te krijgen?
6. Antwoord
In mijn brief aan de Tweede Kamer van 29 juni 2004 (Kamerstukken II, 2003-04, 29 498, nr.
14) heb ik u geïnformeerd over mijn overleg met de voorzitters van de drie centrale
werkgeversorganisaties. Ik heb met hen gesproken over de mogelijkheden van reïntegratie, de
door werkgevers ervaren knelpunten daarbij, onbekendheid van bestaande reïntegratie-
instrumenten en de noodzaak dit instrumentarium optimaal te benutten. De centrale
werkgeversorganisaties onderschrijven de noodzaak van reïntegratie van (gedeeltelijk)
arbeidsgeschikten. Ik heb daarom met hen afgesproken gedurende de herbeoordelingsoperatie een
periodiek overleg te beleggen. In het overleg participeren VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-
Nederland, UWV, CWI en de Commissie het Werkend Perspectief (CWP). Gedurende de gehele
herbeoordelingsoperatie adviseren en waar mogelijk ondersteunen deze partijen mij met
betrekking tot het vergroten van de kansen op werkhervatting van herbeoordeelde (gedeeltelijk)
arbeidsgeschikten. De in boven aangehaalde brief van 29 juni 2004 toegezegde nadere informatie
over de uitgewerkte agenda inzake de reïntegratie van herbeoordeelde arbeidsgeschikten, zal u
separaat worden toegezonden. Hierin wordt ook ingegaan op beschikbare instrumenten voor
reïntegratie.
7. Vraag
Kunt u de complete berekeningen van de kosten van de verschillende varianten van zowel het
UWV als de verzekeraars en uw analyse daarbij naar de Kamer sturen?
7. Antwoord
In mijn antwoord op de vragen 1 tot en met 4 ben ik beknopt ingegaan op de berekeningen van de
lasten in geval van publieke dan wel private verzekering. Nadere gegevens met betrekking tot deze
berekeningen zal ik de Kamer doen toekomen met de indiening van het voorstel van Wet werk en
inkomen naar arbeidsvermogen en de bijbehorende Invoeringswet.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid