Nederlandse Vereniging van journalisten

VOORSTELLENPAKKET NVJ
MINIMUM PENSIOEN CAO DBJ
(6 oktober 2004)


* Begeleidende brief
* Breng uw stem uit in het Stemlokaal

Toegestane soorten ouderdomspensioenregeling
De Minimum pensioen CAO DBJ 2004 regelt zowel de uitgangspunten voor een eindloonregeling als voor een middenloonregeling. Beide vormen zijn toegestaan.
Ook mengvormen van eindloonregelingen en middelloonregelingen zijn toegestaan. Deze regelingen dienen financieel gelijkwaardig te zijn. Voldaan moet worden aan de artikelen van onderhavige minimumpensioen CAO, de Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW), aan de eisen van de Pensioen- & Verzekeringskamer en de organen betrokken bij de uitvoering van de pensioenregeling (mede omvattend de Pensioenkamer NVJ/NDP)

Eindloon
De uitgangspunten voor de eindloonregeling zijn gelijk aan de in de volgende artikelen beschreven voorstellen voor een nieuw te vormen minimumpensioen CAO. De navolgende elementen worden bij toepassing van een eindloonregeling gewijzigd in:

- opbouwpercentage 1,75%

- franchise EUR 18.254

Deelname
Iedere werknemer wiens arbeidsovereenkomst ressorteert onder de CAO voor Dagbladjournalisten, wordt verplicht opgenomen in een pensioenregeling welke voldoet aan deze CAO. De werknemer wordt opgenomen in de pensioenregeling op de eerste dag van de maand waarin hij in dienst treedt.

Pensioendatum
Voor alle (gewezen) deelnemers is de pensioendatum de eerste dag van de maand waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt.

De mogelijkheid dient te worden geboden om de pensioendatum (actuarieel neutraal) flexibel te maken en varianten van hoog-laag-constructies aan te bieden. Hiermee kan tevens de mogelijkheid geboden worden om eventueel, mocht dit nodig blijken, (delen van) de prepensioen op termijn in de pensioenregeling op te nemen indien dit financieel aantrekkelijk is.

Vorm
De NVJ streeft er naar om een regeling tot stand te brengen die zo veel mogelijk waarborg biedt voor alle betrokkenen. Deze regeling heeft de status van een CAO.

Pensioengevend salaris
Het pensioengevend salaris is het jaarsalaris (= 12 x het maandsalaris van de deelnemer) verhoogd met de vakantietoeslag op jaarbasis en beloningselementen zoals omschreven in de CAO Dagbladjournalisten (hoogste schaalbedrag).

Middenloon
Franchise
De streeffranchise bedraagt EUR 13.630. Bij een overgang van eindloon naar middenloon in 2005 wordt de franchise tennminste bevroren. Pensioenfondsen worden geacht het franchiseniveau binnen uiterlijk 10 jaar te bereiken. In de afzonderlijke regelingen dient een stappenplan hiertoe te worden opgenomen.

Opbouwpercentage
Het ouderdomspensioen per jaar bedraagt tenminste 1,875% per deelnemersjaar van de in het berekeningsjaar vastgestelde pensioengrondslag

Pensioengrondslag
De pensioengrondslag is het verschil tussen het pensioengevend salaris en de franchise.

Nabestaandenpensioen
Nabestaandenpensioen wordt op spaarbasis verzekerd met de wettelijke mogelijkheid tot uitruil naar een hoger ouderdomspensioen op pensioengerechtigde leeftijd.

Wezenpensioen
Verzekering van een wezenpensioen is wettelijk verplicht. Het wezenpensioen bedraagt op basis van de geldende richtlijnen ingevolge de Wet Loonbelasting maximaal 14% (PNO 16%/ tijdschriften 20%) van het ouderdomspensioen voor elk kind van de (gewezen) deelnemer.
In dit artikel wordt onder kind verstaan: het wettige, gewettigde of geadopteerde kind van de werknemer tot de 18-jarige leeftijd danwel, indien en zolang het kind vanaf de 18-jarige leeftijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt in de zin van de Wet op de Studiefinanciering of de Algemene Kinderbijslagwet, uiterlijk tot en met de maand waarin het kind de 27-jarige leeftijd bereikt. Niet als kind worden aangemerkt zij die een uitkering genieten ingevolge de Wet Wajong.

Indexering pensioenen
o Uitgangspunt is volwaardige indexatie bij zowel eindloon als middenloon.
o Toepassing van loonindex bij actieven en prijsindex bij niet actieven.
o Bij onvoldoende middelen wordt niet toegekende indexatie op het moment dat de middelen weer toereikend zijn toegekend. o Bij beperkte middelen wordt de indexatie verdeeld over zowel actieven als niet actieven met een verhouding van respectievelijk 2/3
- 1/3

Rechten bij ontslag
a. Heeft bij tussentijds ontslag het deelnemerschap minder dan één jaar geduurd, dan ontvangt de deelnemer de door hem betaalde bijdragen terug en ontstaat geen recht op pensioen, behalve in het geval de pensioenaanspraken mede zijn ontleend aan de arbeidsovereenkomst met een vorige werkgever door toepassing van waarde-overdracht. b. Bij tussentijds ontslag na een deelnemerschap van één jaar of langer blijven de aanspraken op basis van de voorwaarden behouden, berekend naar de op de datum van ontslag verstreken deelnemersjaren.

Vrijstelling van deelnemersbijdrage
Onder voorbehoud van wijzigingen in wet- en regelgeving. Voor de deelnemer, die tijdens zijn deelnemerschap arbeidsongeschikt wordt in de zin van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, dient de pensioenvoorziening gedurende drie jaar volledig te worden voortgezet. Bovendien dient - met inachtneming van de daarvoor geldende voorwaarden van verzekering c.q. bij pensioenfondsen in eigen beheer de daarvoor geldende regels- tijdens de duur van de arbeidsongeschiktheid afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid gehele of gedeeltelijke vrijstelling van premiebetaling te worden verleend, gecombineerd met een dienovereenkomstige voortzetting van de toekomstige pensioenopbouw op basis van de bij ingang van de vrijstelling geldende pensioengrondslag. Het percentage van de premievrijstelling c.q. voortzetting van de pensioenopbouw bedraagt:
Bij een arbeidsongeschiktheid van: Percentage
65% of meer 100%
45-65% 50%
25-45% 25%
0-25% 0%

De verplichting tot gedeeltelijke vrijstelling geldt niet voor deelnemers, van wie de arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO vóór
1 januari 1989 is ingetreden.

Premie en premieverdeling
Per onderneming zal voor de pensioenregeling een premie beschikbaar worden gesteld van maximaal 25% van het pensioengevend salaris boven de franchise zoals die voor de werknemers vallend onder deze CAO kan worden vastgesteld.
Pensioenfondsen zouden tevens in de gelegenheid moeten worden gesteld om tijdelijk een hogere premie vast te stellen in het kader van reparatie van niet nagekomen verplichtingen uit het verleden. De premiebepaling en premieafdracht kan op maandbasis geschieden. Het aandeel van de deelnemers zal maximaal 33 % van de totaal verschuldigde pensioenpremie bedragen en worden uitgedrukt als percentage van de pensioengrondslag.

Voorwaarden voor premieverlaging
Een lagere premie dan 25% kan slechts worden toegestaan als: o alle pensioenafspraken van alle deelnemers conform onderhavige minimum pensioen CAO volledig gehonoreerd zijn
o alle pensioenafspraken van alle deelnemers op basis van alle in het verleden toegekende regelingen gehonoreerd zijn (o.m. backservice, indexatie)
o het streefniveau van de franchise is bereikt
o aan de eisen van de PVK is voldaan en tenminste 5% vrije ruimte boven een dekkingsgraad van x% binnen het fonds is gecreëerd. o de overgangsafspraken volledig zijn ingevuld
o besluitvorming binnen de afzonderlijke fondsen heeft plaatsgevonden over het al dan niet overgaan van pensioenuitkeringen op basis van het laatst verdiende salaris

Overgaan van bedrijfspensioenfondsen in een mediafonds De NVJ wil bevorderen dat de afzonderlijke pensioenfondsen in de dagbladsector opgaan in een gezamenlijk fonds zodat mobiliteit tussen de bedrijven en sectoren voor journalisten makkelijker wordt. In dit fonds moeten journalisten hun eigen regeling kunnen hebben.

Aanpassingstermijn
De ondernemingen zullen voor 1 januari 2006 de bestaande pensioenregeling waar nodig aanpassen.

Toezicht, naleving en behandeling geschillen (Pensioenkamer)
1. Het toezicht op de getrouwe naleving van de minimum-pensioenregeling wordt opgedragen aan een Pensioenkamer van de Raad van Uitvoering CAO voor Dagbladjournalisten, bestaande uit twee leden, waarvan één lid wordt aangewezen door de NDP en één lid door de NVJ en twee plaatsvervangende leden. Aan de Pensioenkamer wordt een secretaris van de NDP en de NVJ toegevoegd.


2. De taken en bevoegdheden van de Pensioenkamer zullen door Raad van Uitvoering CAO voor Dagbladjournalisten nader worden gereglementeerd. De Pensioenkamer zal bij de uitvoering van haar werkzaamheden, welke haar bij of krachtens deze cao zijn opgedragen, mede het bepaalde in de hierna volgende leden in acht nemen.

.3. Voor de uitoefening van het toezicht op de uitvoering van de minimumpensioenregeling zijn de ondernemingen verplicht bescheiden (waaronder reglementen) aan de Pensioenkamer overleggen, waarin wordt aangetoond dat aan het bepaalde van deze CAO wordt voldaan. De Pensioenkamer stelt daartoe nadere voorwaarden vast. Bij de toetsing van regelingen zal de Pensioenkamer zich doen bijstaan door (een) pensioendeskundige (n), aan te wijzen door de NDP en de NVJ. De Pensioenkamer is zowel een klachtencommissie als een toetsingscommissie en kan zowel op verzoek als op eigen initiatief te werk gaan.


3. Indien niet wordt voldaan aan deze CAO is de Pensioenkamer gerechtigd om nakoming te eisen danwel nadere voorwaarden te stellen bij het geven van dispensatie.


4. In alle geschillen naar aanleiding van de bepalingen van deze overeenkomst ontstaan en/of aangelegenheden ter zake van de uitlegging en/of toepassing van een bij een onderneming geldende pensioenregeling, alsmede over de vraag of een zodanige regeling ten minste gelijkwaardig is aan alle artikelen van de in deze cao voorgeschreven regeling, beslist de Pensioenkamer na, indien deze dit de harer voorlichting behoeft, advies te hebben ingewonnen bij één of zo nodig meer door haar aan te wijzen pensioendeskundige(n).

Duur overeenkomst
Deze overeenkomst eindigt op 31 december 2009.