Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Azough, Van Gent en Tonkens over het verdwijnen van speeltuinen. (2030420670)

1
Heeft u kennisgenomen van de dreigende sluiting van 62 speeltuinen en 27 `Duimdroppen' (speelgoeduitleen) in Rotterdam? 1)

1
Ja. Ik heb er tevens kennis van genomen dat het College van Burgemeester en Wethouders te Rotterdam inmiddels heeft besloten om de gesubsidieerde banen niet af te schaffen maar het stelsel van gesubsidieerde banen te herzien en dat het totaal aantal werknemers met een gesubsidieerde baan bij speeltuinen en Duimdropprojecten intact blijft.

2
Kent u de Rotterdamse Duimdropprojecten? Vindt u dit een waardevol initiatief?

2
Ja.

3
Deelt u de mening dat speelruimte voor kinderen belangrijk is in verband met de gezondheid en het welzijn van opgroeiende kinderen, en een positieve bijdrage levert aan het woon- en leefklimaat van de stad?

3
Ja.

4
Deelt u de mening dat deskundig toezicht op en begeleiding van spelende kinderen belangrijk is? Deelt u het standpunt dat vrijwilligerswerk alleen speeltuinen en Duimdropcontainers niet in stand kan houden, mede omdat vrijwilligers in het algemeen al zwaar belast worden? Zo neen, waarom niet?

4
Ik deel uw mening dat toezicht en begeleiding belangrijk zijn. Ouders zijn primair verantwoordelijk om te voorzien in toezicht en begeleiding. De speelvoorzieningen in een wijk behoren tot de verantwoordelijkheid van het lokale niveau. Afhankelijk van de lokale, politieke, situatie wordt hier vorm aan gegeven.

5
Bent u geschrokken van de bezuiniging op de toezichthouders in de speeltuinen door de gemeente Rotterdam? Kunt u inzichtelijk maken in hoeverre deze bezuiniging een gevolg is van de kortingen op het gemeentelijke reïntegratiebudget, voorheen de middelen voor ID- banen?

5
Per 1 januari 2004 is het budget voor ID-banen overgeheveld naar het reïntegratiebudget (werkdeel) van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Gemeenten hebben volledige verantwoordelijkheid en beleidsvrijheid ten aanzien van de inzet van dit budget gekregen en kunnen zelf bepalen of, hoeveel en in welke sectoren zij vormen van gesubsidieerde arbeid inzetten. Het is daarmee volledig aan de gemeente Rotterdam om te bepalen of en hoeveel gesubsidieerde banen in de vorm van toezichthouders zij wenst in te zetten bij de speeltuinen.

Inmiddels heeft de gemeente Rotterdam besloten het aantal werknemers op gesubsidieerde banen bij speeltuinen en Duimdropprojecten intact te laten (zie ook vraag 1).

6
Kunt u een landelijke inventarisatie geven van het aantal mensen dat tot en met 2003 vanuit een gesubsidieerde baan -ID of WIW- actief was in het speeltuin- en buurtwerk? Kunt u daarbij aangeven hoeveel van deze werkplekken met opheffing worden bedreigd?

6
Ik heb geen gegevens over aantallen gesubsidieerde banen in het kader van de ID en de Wiw in het speeltuin- en buurtwerk. De gegevens die ik verzamel over de Wiw en ID-banen naar sector liggen op een hoger aggregatieniveau. Zo vallen toezichthouders in speeltuin- en buurtwerk onder de sector "beheer publieke ruimten".

7
Deelt u de mening dat voorkómen moet worden dat de speeltuinen en de Duimdroppen in Rotterdam, als gevolg van de enorme bezuinigingen op de gesubsidieerde arbeid zullen sluiten? Zo neen, waarom niet?

7
Zie het antwoord bij vraag 1. Daar wil ik aan toe voegen dat - afhankelijk van de lokale situatie - speeltuinen behoren tot de verantwoordelijkheid van verenigingen of van gemeenten. De keuze om speeltuinen al dan niet te sluiten is dus niet aan de rijksoverheid.

8
Deelt u de mening dat het risico van sluiting van de 62 speeltuinen wordt versterkt door de subsidiestop van NUSO, die immers vrijwilligers op vele terreinen ondersteunde? Zo neen, waarom niet?

8
Zoals ik ook bij vraag 7 heb aangegeven is de keuze om speeltuinen al dan niet te sluiten niet aan de rijksoverheid.

Van een directe relatie tussen het stopzetten van de instellingssubsidie aan de NUSO en mogelijke sluiting van speeltuinen kan geen sprake zijn omdat de instellingssubsidie diende voor de instandhouding van het landelijk bureau zelf. Dit blijkt ook uit de verklaring van de NUSO in de Volkskrant van 9 september dat door de bezuiniging op de instellingssubsidie geen enkele speeltuin is gesloten.

9
Deelt u de mening dat, mede in het kader van het Grotestedenbeleid, het van groot belang is de speelplekken in stand te houden? Bent u bereid om het College van B&W van Rotterdam hierop aan te spreken? Zo neen, waarom niet?

9
Zie het antwoord bij vraag 1.

1) Zie onder meer Rotterdams Dagblad, 16 juli jl.


---- --