Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Directie Voorlichting en Communicatie

Spreektekst van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross-van Dorp, tijdens de perspresentatie van de BOS-impuls op 6 oktober 2004 in Amsterdam.
Wijzigingen voorbehouden. Alleen de uitgesproken tekst geldt!

Dames en heren,
Welkom hier in het Nova Esprit College in Amsterdam bij de presentatie van de BOS-impuls. Voor ik ga uitleggen wat die regeling inhoudt, wil ik eerst Richard Krajicek bedanken voor wat hij als ex-topsporter doet voor de jeugd.

Richard, dankzij mensen zoals jij komen steeds meer jongeren in aanraking met de sport. En of dat nu tennis is, of voetbal, of een andere sport, dat maakt niet zo veel uit. Als ze maar iets doen waarbij ze lichamelijk in actie komen.
Dat is niet alleen goed voor hun gezondheid, het is ook altijd beter dan op straat rondhangen of uren voor de tv of achter de pc zitten.

In feite sluit wat Richard Krajicek met zijn foundation doet ­ en ook wat Arnoud Peters en Tjaart Kloosterboer, die na mij aan het woord komen, doen ­ heel goed aan bij wat ik met de Buurt-Onderwijs-Sportimpuls probeer te bereiken. Namelijk: door het aanbieden van sportactiviteiten achterstanden van jongeren van 4 tot 19 jaar te verminderen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om achterstanden op het gebied van gezondheid, onderwijs of opvoeding.

Dat ik overigens deze lokatie heb uitgekozen om de BOS-impuls te presenteren en niet bijvoorbeeld Nieuwspoort of VWS, is niet toevallig. Want als u naar buiten kijkt, kunt u zien wat de BOS-impuls in de praktijk inhoudt. Dat wil zeggen: het komt er qua formule dicht bij in de buurt.

Jongeren uit deze wijk kunnen zich na school uitleven op een voetbalveld en sinds kort ook op een tennisveld, gelegen naast de school. En als het regent kunnen ze terecht in de gymlokalen van de school. Buurtsportmedewerkers begeleiden de circa 90 jongeren die hier dagelijks komen. Buurt en onderwijs zijn hier dus al een verbond aangegaan, alleen ontbreekt nog de directe inbreng van een sportclub of sportschool. Toespraak Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het 2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -

En dat is nu precies wat de BOS-impuls beoogt: buurt-, onderwijs- én sportorganisaties bij elkaar brengen. Met als uitgangspunt: kwetsbare jongeren letterlijk in actie laten komen, zodat ze minder risico lopen op een gezondheids-, onderwijs- of andere achterstand. Ook het leefklimaat in een buurt of wijk zal daar wél bij varen. Want jongeren die actief bezig zijn, zullen zich niet zo snel schuldig maken aan allerlei vormen van overlast.

Op zich is dit allemaal niet nieuw. Want in verschillende steden en buurten in ons land draaien al heel succesvolle BOS-projecten. Hier in Amsterdam bijvoorbeeld heb je in stadsdeel De Baarsjes een kickboxschool. Daar krijgen kinderen na school kickboxles van een Marokkaanse wereldkampioen kickboxen. Daarna gaan diezelfde kinderen naar een buurthuis waar ze huiswerkbegeleiding krijgen.

Ik kan u vertellen dat dat een heel succesvol project is. De kinderen zijn enthousiast, hun ouders idem en de school ook. Want daar weten ze nu zeker dat de kinderen hun huiswerk maken. Een dergelijk arrangement, zoals dat in BOS-termen heet, draagt ook bij aan het streven van dit kabinet om het percentage schooluitvallers in 2010 tot de helft te reduceren.

Of neem nu Arnhem. Daar vinden in de wijk Klarendal het hele jaar door een groot aantal sport- en spelactiviteiten plaats. Die worden gehouden in buurtcentra, op trapveldjes, in speeltuinen of in één van de sportzalen in de wijk. Maar ook elders in het land zijn er soortgelijke projecten. Tjaart Kloosterboer komt straks met een voorbeeld van het Groningse platteland. Maar als het in de praktijk kennelijk al gebeurt, waarom dan toch nog een aparte BOS-impuls? Omdat ik wil dat wat nu op een paar plaatsen gebeurt, op veel bredere schaal navolging krijgt. Wat in Amsterdam kan, moet ook in pakweg Maastricht of Middelburg mogelijk zijn. Verder zorgt de BOS-impuls ervoor dat buurt-, onderwijs- en sportorganisaties meer gaan samenwerken bij het aanbieden van sportactiviteiten voor de jeugd. Die samenwerking bevordert de sociale verbanden in een buurt.

Met de BOS-impuls kies ik heel bewust voor sportactiviteiten. Want sport is leuk en bewegen is, zoals ik al zei, goed voor een gezonde levensstijl. Het maakt jongeren fysiek en psychisch weerbaarder en het gaat bewegingsarmoede tegen. De BOS-impuls sluit daarmee goed aan op de succesvolle Breedtesportimpuls, die bedoeld was voor een veel bredere doelgroep dan waarop we ons nu met de BOS-impuls richten. Toespraak

Sport is dus geen doel op zich. Sport is het middel, het vehikel om de doelen die ik al noemde te bereiken: gezondere jongeren, een beter leefklimaat in de

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -

wijken en meer sociale samenhang in de buurt. Bijkomend voordeel is dat jongeren op deze manier in aanraking komen met vrijwilligerswerk. Misschien willen zij later zelf wel jongeren gaan begeleiden in de sport of andere activiteiten.

En hoewel dat geen doel op zich is, kom je via de BOS-impuls misschien wel sporttalenten op het spoor. Die worden dan wellicht lid van een sportvereniging. Op die manier stimuleer je dus ook het verenigingsleven.

Kortom: van de BOS-impuls trekken veel partijen profijt. In de eerste plaats de jongeren zelf natuurlijk, maar ook de scholen, de wijken en de sportverenigingen. Om die reden ben ik dan ook graag bereid een flink bedrag uit te trekken om BOS-projecten te ondersteunen: volgend jaar 9,5 miljoen euro en het jaar erop zelfs het dubbele. In totaal gaat het om 80 miljoen euro voor de komende zes jaar. Bij mijn weten is er nooit eerder zó veel geld uitgetrokken om sportactiviteiten door en voor jongeren te stimuleren.

Het zijn de gemeenten die geld kunnen aanvragen voor een BOS-project. Zij zijn de spin in het web als het om de BOS-impuls gaat. Dat sluit aan bij de filosofie van dit kabinet dat je zaken het beste zo veel mogelijk op lokaal niveau kunt regelen. Gemeenten weten veel beter dan de rijksoverheid in welke wijken en buurten er jongeren met achterstanden wonen en waar een BOS-project dus de meeste kans van slagen heeft.

Ik wil wel dat gemeenten duidelijk omschrijven wat ze met een BOS-project willen bereiken. Bijvoorbeeld aantoonbaar minder overlast in een wijk, minder schooluitval of structureel meer deelname aan sport- of spelactiviteiten door de jeugd. Ik zal er scherp op toezien of het om concrete doelen en activiteiten gaat.
Ook verwacht ik van gemeenten dat ze de resultaten meten en presenteren. Want ik wil geen geld stoppen in vage en onduidelijke projecten.

Gemeenten moeten trouwens zelf minimaal de helft van de kosten van een BOS-project betalen. VWS betaalt dan tot een bepaald maximum de rest. Via een zogeheten tenderregeling bepaalt VWS welk project voor subsidie in aanmerking komt. Feitelijk gaat er in de BOS-impuls dus zelfs 160 miljoen euro om.
Toespraak Gemeenten mogen zelf uitmaken welke soort achterstand zij met een BOS- project willen aanpakken. Maar in alle gevallen geldt dat het om een sportactiviteit moet gaan waarbij én de buurt, én de school én een

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 4 -

sportvereniging of commerciële sportaanbieder betrokken zijn. Die driehoek is immers de kern waar het in de BOS-impuls om draait. Richard, jij kunt het werkterrein van jouw foundation dus nog flink uitbreiden. Jij maakt als aanbieder van sportactiviteiten immers deel uit van de BOS-driehoek. Op grond van de ervaringen met de Breedtesportimpuls ga ik er van uit dat ook de BOS-impuls een succes wordt. Ik verwacht dat als in 2010 de BOS- impuls afloopt, er circa 400 BOS-projecten in het hele land draaien, waar tienduizenden jongeren aan meedoen. Wat dat voor hun gezondheid of leerprestaties betekent laat zich moeilijk in een cijfer uitdrukken. Maar dat de BOS-impuls daarop een positieve invloed zal hebben, daar twijfel ik niet aan. Net zo min als aan het feit dat buurten en wijken in Nederland er leefbaarder op zullen worden.

De BOS-impuls is dus best een ambitieus, maar ook een concreet project. Het is nu aan de drie betrokken partijen in de BOS-driehoek om met goede, concrete projecten te komen. Ik stel daar dan graag geld voor beschikbaar. Als zo'n project dan ook aanwijsbare resultaten oplevert, is dat het geld dubbel en dwars waard.

Toespraak


---- --