Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Ministerie van LNV en bedrijfsleven willen plantaardige keuringen anders organiseren

7 oktober 2004 -

De plantaardige keuringen zullen in de toekomst anders georganiseerd gaan worden. Dat zijn het ministerie van LNV en het bedrijfsleven overeen gekomen. Het gaat hierbij om kwaliteitskeuringen en fytosanitaire keuringen. Op dit moment is sprake van een 'lappendeken' aan keuringen en keuringsdiensten.

Aanleiding voor de discussie was de wens van de overheid om te komen tot een helder en eenduidig keuringssysteem waarin geborgd wordt dat Nederland aan internationale verplichtingen voldoet en waarbij het bedrijfsleven maximaal haar eigen verantwoordelijkheid kan nemen. Het bedrijfsleven van zijn kant wil keuringen en de organisatie van keuringen efficiënter, dus tegen minder kosten inrichten.

Het afgelopen jaar is voor de sector groenten en fruit in het project 'Slim Fruit' onderzocht hoe keuringen beter kunnen worden ingericht. Dit project was een gezamenlijk initiatief van de overheid (LNV) en het bedrijfsleven (Frugiventa, productschap Tuinbouw). In dit project participeerden ook de Plantenziektenkundige Dienst (PD) en het Kwaliteitscontrolebureau (KCB). Binnen dit project is gesproken over een ander organisatiemodel, waarbij het KCB alle keuringen uitvoert en de PD hierop toezicht houdt.

Het ministerie van LNV en het bedrijfsleven hebben afgesproken om dit model komend jaar voor alle plantaardige keuringen verder uit te werken. Invoering zou vanaf 1 januari 2006 vorm kunnen krijgen.

Bijlage

Uitkomsten gezamenlijk overleg LNV (olv mw. DG Bergkamp) en georganiseerd bedrijfsleven (olv dhr. J. van der Veen) 6 oktober 2004

Overwegingen:

* Eind 2002 is tussen LNV en het georganiseerd bedrijfsleven afgesproken de huidige 'lappendeken' van fytosanitaire en kwaliteitskeuringen in de plantaardige sector tegen het licht te houden. Dit heeft na een inventarisatieronde geleid tot de start van een gezamenlijk (overheid-bedrijfsleven) project 'Slim Fruit'. Dit project beperkt zich tot keuringen in de groenten- en fruitsector.


* Afspraak is dat besluitvorming in het kader van 'Slim Fruit' plaats zou vinden in de bredere context van de manier waarop fytosanitaire en kwaliteitskeuringen zijn georganiseerd. Dit omdat het aanbrengen van veranderingen in een 'lappendeken' ten behoeve van één sector haast automatisch consequenties heeft voor andere sectoren.


* In het kader van 'Slim Fruit' is de discussie gevoerd over een ander organisatiemodel, waarbij het KCB alle keuringen uitvoert en de PD hierop toezicht houdt.
* Belangrijk argument voor dit model is dat hierdoor een heldere rol- en verantwoordelijkheidsverdeling ontstaat. Het past in het perspectief van de 'Andere Overheid'. Het bedrijfsleven heeft zelf groot belang bij keuringen en moet daarom daarin ook participeren en kan daarmee ook zelf sturen op efficiency. Het ministerie van LNV kan door explicitering van randvoorwaarden en goed toezicht door de PD haar publieke taak (die voortvloeit uit internationale afspraken) borgen. Het model biedt verder het voordeel dat fytosanitaire keuringen en kwaliteitskeuringen in een hand zijn en efficiencyverbeteringen mogelijk zijn, die uiteindelijk tot kostenverlaging kunnen leiden.


* De filosofie die leidt tot de voorkeur voor het geschetste model is evenzeer van toepassing op andere sectoren waar andere keuringsdiensten (NAK, NAK-Tuinbouw, BKD) actief zijn. Het eenduidig doorvoeren van het model (inclusief het goed organiseren van de toezichtfunctie) maakt dat er weer een helder en uitlegbaar systeem ontstaat. Dat is in ieders voordeel. Gezamenlijke conclusies:

* LNV en bedrijfsleven onderschrijven de conclusies en aanbevelingen van het rapport 'Slim Fruit' en gaan gezamenlijk aan de slag om het geschetste organisatiemodel te concretiseren.


* Het is de Intentie om het model voor alle plantaardige sectoren in te voeren, omdat daarmee een helder en eenduidig systeem ontstaat. Het streven is gericht op invoering vanaf 1 januari 2006 (al dan niet gefaseerd).


* Voorwaarde voor uiteindelijke invoering is dat LNV en bedrijfsleven overeenstemming bereiken over de noodzakelijke concretiseringslag. Dit betreft onder meer de invulling van inhoudelijke randvoorwaarden waaraan keuringsdiensten moeten voldoen, de invulling van juridische voorwaarden en goede personele en financiële afspraken. Ondermeer zal een goed controle- en sanctiesysteem moeten worden ontwikkeld en moeten keuringsdiensten de mogelijkheid hebben zelf rekeningen te versturen.