Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Eerste metingen nieuwe meetboeien onderzocht

De eerste profielen van de nieuwe Nederlandse meetboeien (argo floats) die verticaal in zee kijken zijn binnen. Opvallend aan de metingen is het hoge zoutgehalte op een diepte van ±1 km. De oorzaak is water dat vanuit de Middellandse Zee de Noord Atlantische Oceaan instroomt. Uitgebreide informatie en foto's van de eerste metingen op de website van KNMI-onderzoeker Andreas Sterl.

De nieuwe meetboeien zijn in september in gebruik genomen maar het KNMI werkt al langer met boeien die aan het oppervlak van de zee meten. De nieuwe zogenaamde Argo-floats onderzoeken echter ook het inwendige van de oceaan. Het gaat om sonderingen van temperatuur en zoutgehalte langs een verticale lijn tussen 2 kilometer diepte en het oppervlak van de oceaan. Onlangs zijn vanuit het NIOZ-schip Pelagia de eerste drie zogenoemde Argoboeien van het KNMI gelanceerd, als onderdeel van een mondiaal netwerk van autonome boeien voor metingen in de oceaan. Onderzoeksdirecteur Gerbrand Komen spreekt van een historische gebeurtenis in de lange KNMI geschiedenis op oceanografisch gebied. "Het lijkt erop dat alles goed werkt, de apparaten piepten en pompten zoals in de handleiding aangegeven. Na het loslaten dreven een tijdje horizontaal, maar nadat de onderkant zich gevuld had met water bleef hij mooi verticaal met zijn kopje boven water drijven."

De drie nieuwe boeien liggen op de positie:

43°50,29'N, 11°28,54'W, waterdiepte: 4963 m

49°37,45'N, 13°13,38'W, waterdiepte: 2838 m

54°00,68'N, 15°27.02'W, waterdiepte: 2906 m

De meteorologische gemeenschap beschikt vandaag de dag wereldwijd over 1350 operationele Argo floats, die dagelijks een schat aan gegevens opleveren. Het streven is om dat netwerk in 2006 uit te breiden tot 3000 Argo floats. Deze meetinstrumenten zweven in de oceaan tussen 2000 meter diepte en de oppervlakte van het water. Ze vormen een belangrijk deel van het systeem om uiteindelijk de oceaan zo goed mogelijk te observeren. Op basis van de gegevens kunnen "oceaanweer"- verwachtingen worden gemaakt. Bovendien kunnen vroegtijdig veranderingen in de oceaan worden gemeten die tot klimaatveranderingen leiden.

Naast weerboeien bieden ook satellieten en vliegtuigen veel informatie van het weer boven zee en ook de vele waarnemers aan boord van schepen zijn van groot belang. Waarnemingen van luchtdruk bijvoorbeeld, die de scheepsbemanning doorgeeft, kunnen niet door satellieten worden gedaan. Juist dergelijke gegevens zijn essentieel voor het maken van weersverwachtingen en het volgen van stormen.

Laatste wijziging: 8 oktober 2004

Harry Geurts, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI