Nederlandse Brandwonden Stichting


Persinformatie

Allochtone kinderen twee keer zo groot risico op brandwonden

(8 oktober 2004)

Het aantal allochtone kinderen in het Beverwijkse brandwondencentrum is de laatste jaren schrikbarend hoog. Onderzoek van de Brandwonden Stichting toont aan dat hun aantal ruim twee keer zo groot is dan je op basis van de bevolkingsopbouw zou verwachten. Ook het brandwondencentrum in Rotterdam herkent de situatie en meldt een oververtegenwoordiging van allochtone kinderen.

De oorzaak van de verbrandingen is bijna altijd hetzelfde: hete vloeistoffen, met name thee. 'Soms is 75% van de patiëntjes in het kinderbrandwondencentrum van allochtone afkomst', aldus Jos Vloemans, medisch coördinator van het brandwondencentrum in Beverwijk, `Het is van groot belang dat we hun ouders helpen de risico's te beperken'. Daarom start de Brandwonden Stichting een landelijke voorlichtingscampagne voor allochtone ouders.

Jos Vloemans ziet dagelijks de gevolgen van onoplettendheid en onwetendheid met hete vloeistoffen: 'Het zijn typische verbrandingen. Het hoofd, één schouder, één arm en de borststreek. Hoewel niet levensbedreigend, zijn de verbrandingen zeer pijnlijk en het kind houdt er levenslang littekens aan over.' Jos Vloemans kan het grote percentage allochtone brandwondenslachtoffertjes wel verklaren: 'De meeste ongelukken gebeuren met hete vloeistoffen zoals thee en soep. In allochtone gezinnen is het gebruik van zeer hete theepotten heel normaal. Vaak staan deze ook in kleine drukke ruimtes op lage tafeltjes, waar kinderen goed bij kunnen. Thee veilig bewaren in een afsluitbare thermoskan is bij hen nog ongebruikelijk.'

Voorlichting
Volgens Vloemans kan juiste voorlichting een hoop leed voorkomen: 'Nu weten de ouders vaak niet welk risico hun kinderen lopen. Door ouders bewust te maken van de gevaren, kunnen ongelukken voorkomen worden.' Daarom start de Brandwonden Stichting een voorlichtingscampagne voor allochtone ouders. In samenwerking met de GG&GD Amsterdam zijn een aantal Turkse en Marokkaanse voorlichters getraind om voorlichting te kunnen geven. 'De cijfers uit het onderzoek tonen glashard aan dat je allochtone ouders blijkbaar moeilijk bereikt via de gangbare Nederlandstalige voorlichtingskanalen. Je moet de ouders in hun eigen vertrouwde omgeving opzoeken en ze aanspreken in hun eigen taal', zegt Öznur Acar, voorlichter van de GG&GD Amsterdam en nauw betrokken bij de totstandkoming van deze campagne. Met behulp van een speciaal hiervoor ontwikkelde voorlichtingspresentatie wordt nu (in eigen taal) voorlichting gegeven aan groepen Turkse en Marokkaanse ouders.

Goede resultaten
In Amsterdam en Utrecht werd de voorlichtingsmethode uitgebreid getest. De resultaten waren goed. Öznur Acar: 'We hebben het effect via enquêtes gemeten. 80% zegt dat de gegeven tips praktisch en uitvoerbaar zijn. Zo geeft de helft aan dat ze sinds de voorlichting thee en koffie voortaan in een thermoskan doen (en niet meer in mooie maar wankele thee- of koffiepotten). Dat is meer dan het landelijke gemiddelde bij autochtone ouders!' Deze resultaten waren voor de Brandwonden Stichting reden genoeg om de voorlichtingsactiviteiten onder Turkse en Marokkaanse ouders uit te gaan breiden. Het project krijgt vanaf nu een landelijk karakter.