Ministerie van Buitenlandse Zaken

agenda RAZEB van 11-12 oktober 2004

Kamerbrief Geannoteerde agenda RAZEB van 11-12 oktober 2004

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

4 oktober 2004

Behandeld

GJ Bijl de Vroe

Kenmerk

DIE-512/04

Telefoon

070 - 348 5005

Blad


1/1

Fax

070 - 348 6381

Bijlage(n)


1

gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl

Betreft

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 11-12 oktober 2004

Graag bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 11-12 oktober 2004.

De Minister De Staatssecretaris
van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,

Dr. B. Bot Mr. Drs. A. Nicolaï

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 11-12 oktober 2004

Algemene zaken

Voorbereiding Europese Raad 4-5 november

Aan de Raad zal een eerste versie voorliggen van de ontwerp-geannoteerde agenda voor de Europese Raad van 4-5 november. Op het moment van verzenden van deze brief was dit document nog niet verschenen. Naar verwacht zal de Europese Raad onder meer aandacht besteden aan economische aangelegenheden, waaronder de uitvoering van de Lissabon-strategie. Voorts is het streven dat de Europese Raad spreekt over een nieuwe meerjarenagenda voor de verdere totstandbrenging van de ruimte voor vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. Verder zal de Europese Raad naar verwachting aandacht besteden aan het verbeteren van de communicatie over `Europa' met de burger, alsmede aan internationale aangelegenheden, waaronder de vorderingen inzake de betrokkenheid van de Europese Unie bij Irak. Ook zal de Europese Raad naar verwachting kort stilstaan bij uitbreiding, met een presentatie van de Commissie en procedurele conclusies van het Voorzitterschap.

Terrorisme

De Raad maakt een tussenbalans op van de uitvoering van het EU Actieplan ter bestrijding van terrorisme, zoals vastgesteld door de Europese Raad van 17 juni jl. Het blijft belangrijk toe te zien op de uitvoering van reeds aangenomen maatregelen; de monitoring hiervan is bij uitstek een taak van de EU anti-terrorismecoördinator, Gijs de Vries. Er is gestage voortgang, alhoewel enkele maatregelen nog niet volledig zijn geïmplementeerd, zoals het Europees Arrestatiebevel.

Het verbeteren van de informatie-uitwisseling is een van prioriteiten van het Nederlands voorzitterschap. In dit kader zijn besprekingen gaande over verschillende voorstellen, zoals betere informatieverstrekking aan Europol en Eurojust, versnelling van de informatie-uitwisseling ten behoeve van strafrechtelijke onderzoeken, het delen van gegevens over gestolen en verloren paspoorten met Interpol, en betere toegang tot elkaars strafregisters. Andere JBZ-onderwerpen waar vooruitgang wordt geboekt zijn onder meer: aanbevelingen voor verbeteringen in nationale structuren voor terrorismebestrijding, het operationeel maken van het Agentschap voor de buitengrenzen, en het gebruik van biometrische kenmerken in paspoorten.

Bestrijding van financiering van terrorisme stond centraal tijdens een seminar op 22 september jl. waaraan werd deelgenomen door de EU25, internationale organisaties die betrokken zijn bij terrorismebestrijding en enkele gelijkgezinde landen. De resultaten van het seminar zullen dienen als inbreng voor de antiterrorismecoördinator ten behoeve van de door hem op te stellen strategie ter bestrijding van financiering.

De versterking van samenwerking met derde landen is in gang gezet middels bezoeken aan Marokko en Saoedi-Arabië en Algerije. Gestreefd wordt om de samenwerking van de EU met circa tien derde landen te intensiveren. Met de VS is een nadere prioriteitstelling afgesproken, waarbij uitwisseling van informatie en het verbeteren van de samenwerking (zoals tussen de VS en Europol/Eurojust) centraal staan.

Uitbreiding

De Commissie zal een presentatie geven van de rapporten over Turkije, Roemenie en Bulgarije alsmede van de pre-accessiestrategie voor Kroatië. Naar verwachting zullen deze documenten op 6 oktober door de Commissie officieel naar buiten gebracht worden. Er zal geen inhoudelijke discussie in de Raad plaatsvinden, het Voorzitterschap zal een procedurele reactie geven. Daarin wordt ingegaan op het besluitvormingstraject in de aanloop naar de Europese Raad van december.

Financiële Perspectieven / Agenda 2007

Voor het onderwerp Financiële Perspectieven staan drie onderwerpen op de agenda.

Voortgangsrapportage van het Voorzitterschap

De voortgangsrapportage zal bestaan uit een weergave van de besprekingen op ambtelijk niveau van de voorstellen van de Commissie op het terrein van Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid (Categorie 1a van de nieuwe Financiële Perspectieven), het Cohesie beleid (Categorie 1b van de nieuwe Financiële Perspectieven) en het beheer en bescherming van natuurlijke hulpbronnen (Categorie 2 van de nieuwe Financiële Perspectieven). Besprekingen zijn tot nu toe vooral gericht geweest op een grondige bespreking van de Commissievoorstellen en het inventariseren van de eerste reacties van de lidstaten. Het Voorzitterschap heeft deze eerste algemene posities van lidstaten samengevat in een aantal bouwstenen waarin vooralsnog vooral getracht is deze inbreng te groeperen rond de verschillende hoofdbestanddelen van genoemde categorieën van de nieuwe Financiële Perspectieven. In de komende maanden zal getracht worden deze bouwstenen nader te preciseren op inhoud en mogelijk ook op bijbehorende financiële enveloppen. In het rapport van de Raad aan de Europese Raad van december zou dan een overzichtelijke en gestructureerde weergave te vinden moeten zijn van de posities van de verschillende lidstaten. Of dit inderdaad mogelijk wordt zal afhangen van de inbreng van de lidstaten.

Het Cohesie beleid

Op basis van de voortgangsrapportage zal het Voorzitterschap specifiek stilstaan bij het toekomstig cohesiebeleid. Aangezien de uitgaven voor het markt- en inkomensbeleid op het gebied van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid zijn vastgelegd tijdens de Europese Raad van Brussel (oktober 2002) is het toekomstige Cohesiebeleid de grootste uitgavenpost waarover in het kader van de onderhandelingen over de nieuwe Financiële Perspectieven een politiek akkoord moet worden bereikt. Tijdens het Nederlands Voorzitterschap worden geen besluiten verwacht, wel dat wij helder in kaart brengen hoe de posities van de verschillende lidstaten liggen. Om dit te bewerkstelligen zal tijdens de Raad op politiek niveau worden stilgestaan bij dit onderwerp.

Presentatie door de Commissie van de nieuwe voorstellen voor het extern beleid

Commissaris Patten zal in de Raad een presentatie geven van de hoofdlijnen van het extern beleid zoals door de Commissie op 29 september vastgesteld. Er wordt geen discussie voorzien. In de RAZEB van november zal aan de hand van een voortgangsrapport specifiek worden stilgestaan bij dit onderwerp.

Externe betrekkingen

Mensenrechtendialogen met China en Iran

De Raad zal zich buigen over de evaluaties van de mensenrechtendialogen met China en Iran. Voor wat betreft de EU-China mensenrechtendialoog zal de Raad concluderen dat de lange-termijn ontwikkelingen in China positief zijn, ondanks de blijvende zorgen op specifieke deelterreinen. De dialoog biedt volgens de evaluatie een goed kanaal om de discussie over mensenrechten met China te voeren, zorgen te kunnen uiten en tegelijkertijd samenwerking en uitwisseling van kennis tot stand te brengen die de veranderingsgezinde krachten in China ten dienste zijn.

De evaluatie van de EU-Iran mensenrechtendialoog schetst een tamelijk somber beeld. Afgezien van een zekere mate van openheid ten aanzien van VN-mechanismen, is op geen van de onderwerpen die de EU als prioriteit voor de dialoog heeft aangemerkt sprake van significante vooruitgang. Op sommige terreinen, zoals de uitoefening van burgerrechten en politieke vrijheden, valt zelfs achteruitgang waar te nemen sinds de parlementaire verkiezingen in februari jl. Ten aanzien van de dialoog in specifieke zin zal de Raad concluderen dat er dringend behoefte is aan een hernieuwd en aantoonbaar `engagement' van Iraanse zijde. Daarnaast dienen de praktische modaliteiten van de dialoog te worden aangepast, zodat de EU beter in staat zal zijn haar zorgen op effectieve wijze over te brengen en de resultaten van de dialoog te meten.

China / Wapenembargo

Tijdens de Raad zal worden geïnventariseerd hoe de Lidstaten op dit moment aankijken tegen opheffing van het wapenembargo China. De discussie zal worden gevoerd op basis van de stand van zaken met betrekking tot de verschillende elementen die bij de afwegingen rond het wapenembargo een rol spelen, zoals aanscherping van de toepassing van de EU-Gedragscode betreffende Wapenuitvoer, de mensenrechtensituatie in China, de relatie met andere niet-EU-partners en de stabiliteit in de regio. Over de EU-Gedragscode hebben in de afgelopen maanden besprekingen in Brussel plaatsgevonden. Op het punt van de aanscherping van de toepassing van de EU-Gedragscode is voortgang geboekt. De discussie over een set van maatregelen die in aanvulling op de Gedragscode van toepassing zijn op wapenexporten naar post-embargo-landen (de zgn. "tool box"), is echter nog niet afgerond. De mensenrechtensituatie in China laat vooralsnog een gemengd beeld zien met een aantal positieve ontwikkelingen, maar ook terreinen waarop weinig of geen vooruitgang wordt geboekt.

Indonesië

De presidentsverkiezingen in Indonesië lijken ordelijk en eerlijk te zijn verlopen. De EU-verkiezingswaarnemers bevestigen dit beeld. Het Nederlandse Voorzitterschap heeft Indonesië gefeliciteerd met het verloop van de verkiezingen. De politieke ideeën van de waarschijnlijke winnaar van de verkiezingen, Susilo Bambang Yudhoyono, lijken op een aantal punten goed aan te sluiten bij de prioriteiten van de Europese Unie en Nederland.

De Raad zal Conclusies over Indonesië aanvaarden in het licht van de nieuwe politieke situatie aldaar. Naast het uitspreken van respect voor de territoriale integriteit van de Republiek Indonesië en erkenning van het strategische belang van dit land, zal hierin ook gewezen worden op het belang van speciale autonomie voor Papoea en Atjeh, het naleven van de mensenrechten, steun voor terrorismebestrijding, duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, voortgezette bestrijding van de armoede alsook aandacht voor en ondersteuning van de gematigde Islam in Indonesië. Om de politieke dialoog met Indonesië effectief te voeren heeft Nederland voorgesteld dat Indonesië en de EU jaarlijks op ministerieel niveau bijeenkomen. Op 28 oktober a.s. zal de ministeriële EU-Troika een bezoek afleggen aan de nieuwe President van Indonesië en zijn regering.

Europees Nabuurschapsbeleid

De Commissie zal de stand van zaken schetsen ten aanzien van de afronding van de eerste groep actieplannen in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid. De Commissie voert momenteel de laatste gesprekken over de actieplannen met Jordanië, Moldavië, Marokko, Tunesië, Oekraïne, Israël en de Palestijnse Autoriteit. Vooralsnog wordt goedkeuring door de Raad van de actieplannen voorzien in november. Zeer waarschijnlijk zal de Commissie ook een nadere toelichting geven over het `European Neighbourhood and Partnership Instrument', het nieuwe raamwerk voor financiële samenwerking met de buurlanden dat vanaf 2007 in werking moet gaan treden. Het Nederlandse Voorzitterschap streeft naar spoedige goedkeuring van de formele voorstellen voor de actieplannen door de Raad, zodat met de uitvoering een begin kan w ordengemaakt.

Soedan

De Raad zal opnieuw stilstaan bij de situatie in de regio Darfur. De discussie zal zich toespitsen op de voortgang die is geboekt ten aanzien van de ijkpunten zoals neergelegd in de Raadsconclusies van 12 en 26 juli, alsmede van 13 september jl. De Raad zal, indien er in dat opzicht geen tastbare vorderingen zijn gemaakt, nader spreken over passende maatregelen, met inbegrip van sancties, tegen de Soedanese regering en de rebellen, overeenkomstig Resolutie 1556 van de VN-Veiligheidsraad. Bij de afweging die de Raad zal maken zal het rapport dat Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN Pronk op 5 oktober a.s. aan de Veiligheidsraad presenteert een belangrijke bron van informatie zijn.

Het Nederlandse Voorzitterschap zal zich actief blijven inzetten voor ondersteuning van de missie van de SV SGVN Pronk, voor voortgezette druk op de regering en de rebellenbewegingen SLM en JEM om de onderhandelingen over Darfur in Abuja te hervatten, alsmede voor het handhaven van de druk op de Soedanese regering en de SPLM om het Naivasha-vredesproces (Noord-Zuid) af te ronden. Daarnaast zal het Voorzitterschap streven naar verdere steun van de EU voor uitbreiding van de AU-missie in Darfur. Hierbij opereert de Unie in nauwe samenwerking met de VN, de Afrikaanse Unie en andere internationale actoren.

Libië

De Raad zal spreken over de relaties tussen de EU en Libië. Het Libisch besluit van 19 december 2003 programma's voor de ontwikkeling van massavernietigingswapens op te geven en de smartengeldregelingen die dit land trof met nabestaanden van slachtoffers van diverse aanslagen (Lockerbie, UTA, La Belle) hebben de weg geopend voor een nieuwe, meer op samenwerking gerichte EU-benadering van de relaties met Libië. Het uiteindelijke doel is volledige normalisering van de relaties met Libië en toetreding van dit land tot het Barcelona-proces. Hiertoe dient Libië echter nog op verschillende terreinen substantiële vooruitgang te laten zien, onder andere op het gebied van verbetering van de mensenrechtensituatie en de versterking van de rechtsstaat. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de zaak van de ter dood veroordeelde Bulgaarse medici. Tenslotte dient de bestrijding van illegale migratie vanuit Libië te worden aangepakt.

De Raad zal zich buigen over een strategische benadering van Libië waarin zowel door Libië als door de EU stappen zullen moeten worden gezet om vooruitgang in de relaties te realiseren. De Raad zal spreken over opheffing van maatregelen die destijds zijn ingesteld naar aanleiding van Libische betrokkenheid bij terrorisme. Aan de orde zijn onder andere de opheffing van eerder reeds door de VN opgeheven sancties en opheffing van het EU-wapenembargo tegen dit land dat achttien jaar geleden werd ingesteld. Uiteraard zal, in geval van opheffing van het wapenembargo tegen Libië, de EU-Gedragscode betreffende Wapenuitvoer volledig van toepassing zijn ten aanzien van wapenexporten naar Libië. Daarnaast zal moeten worden bezien in hoeverre de nog in ontwikkeling zijnde set van maatregelen die in aanvulling op de Gedragscode van toepassing zullen zijn op wapenexporten naar post-embargo-landen in dit geval al kan worden ingezet.

Grote Meren regio

De Raad zal spreken over de situatie in de Grote Meren-regio, waarbij in het bijzonder aandacht zal zijn voor de versterking van de VN-vredesmacht MONUC. Op 1 oktober jl. heeft de VN-Veiligheidsraad een resolutie aangenomen waarin een versterkt mandaat en een uitbreiding in troepensterkte van MONUC is vastgelegd. De Raad heeft steeds aangegeven dat verbetering van de veiligheidssituatie, in het bijzonder in de grensstreek tussen de Democratische Republiek Congo (DRC), Rwanda en Burundi cruciaal is voor de voortgang in de vredesprocessen in de DRC en Burundi. De Raad biedt daarnaast gelegenheid voor een gedachtewisseling over mogelijke militaire bijdragen van de EU en Lidstaten aan MONUC. Daarbij zal onder andere bekeken worden of het EU-Satellietcentrum ingezet kan worden ten behoeve van versterking van de inlichtingencapaciteit van MONUC. Tevens zal de Raad spreken over de stand van zaken in de vredesprocessen in Burundi en de DRC. Met name in Burundi is een cruciale fase aangebroken, aangezien eind oktober het in het Arusha-vredesakkoord vastgelegde tijdpad afloopt. De EU ondersteunt het streven van president Ndayizeye om de grondwet per referendum aan de Burundese bevolking voor te leggen.

Westelijke Balkan

Op verzoek van het Nederlandse Voorzitterschap zal de Hoofdaanklager van het ICTY, mw Carla Del Ponte, een presentatie geven. De Raad zal het belang bevestigen van volledige samenwerking door de landen in de Westelijke Balkan met het Joegoslavië-Tribunaal (ICTY) als voorwaarde voor verdere toenadering tot de Europese Unie. Hierbij zal de Raad met name het belang benadrukken van arrestatie en berechting van de voornaamste nog voortvluchtige ICTY-aangeklaagden Ratko Mladic, Radovan Karadzic en Ante Gotovina. De Raad zal voorts het belang bevestigen van het recente EU-initiatief om, door middel van de zogenaamde "twin track"-benadering, een oplossing te bieden voor de vertraging bij de toenadering tot de Unie vanwege de problemen rond de economische harmonisatie tussen Servië en Montenegro. Daartoe zal in overleg met beide deelrepublieken worden gestreefd naar een praktische aanpak, met inachtneming van de Statenunie tussen Servië en Montenegro en van het Stabilisatie- en Associatieproces. Tenslotte zal de Raad vooruitblikken naar de parlementaire verkiezingen in Kosovo van 23 oktober a.s. Hierbij zal het belang worden onderstreept van deelname door alle delen van de Kosovaarse bevolking, incl. de Kosovo-Serviërs. Deelname aan het politieke proces in Kosovo door alle bevolkingsgroepen vormt een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van Kosovo tot een stabiele multi-etnische samenleving.